Huiswerk 28.2.2005 In de tekst 1 en tekst 2 van de les 6 vertellen mensen over hun ervaringen met Nederlanders of met Antillianen. Maak nu een fictief interview met een medestudent waarin één van jullie een buitenlander voorstelt die in Tsjechië woont, en de andere de interviewer is. De interviewer stelt vragen over gewoontes in Tsjechië omtrent de thema's die in de les 6 worden behandeld (dus bv. wonen, buren, feestjes, typisch Tsjechische eigenschappen e.a.). Gebruik daarbij idioom en woordenschat uit les 6. Kijk voor inspiratie naar de interviews in Appendix 1. Bereid dit interview voor een mondelinge presentatie voor. Je mag wel aantekeningen gebruiken, maar je mag niet het hele gesprek voorlezen uit een blad. Huiswerk 28.2.2005 In de tekst 1 en tekst 2 van de les 6 vertellen mensen over hun ervaringen met Nederlanders of met Antillianen. Maak nu een fictief interview met een medestudent waarin één van jullie een buitenlander voorstelt die in Tsjechië woont, en de andere de interviewer is. De interviewer stelt vragen over gewoontes in Tsjechië omtrent de thema's die in de les 6 worden behandeld (dus bv. wonen, buren, feestjes, typisch Tsjechische eigenschappen e.a.). Gebruik daarbij idioom en woordenschat uit les 6. Kijk voor inspiratie naar de interviews in Appendix 1. Bereid dit interview voor een mondelinge presentatie voor. Je mag wel aantekeningen gebruiken, maar je mag niet het hele gesprek voorlezen uit een blad.