Resultaten van het huiswerk dat we niet in de les besproken hebben

   

   1)      papier met resultaten van les 11(5 t/m 8 en 12) -- in totaal staan er 5 oefeningen,
   meestal werkwoorden in het perfectum + zijn/hebben

   

   oef 3:

   1)      Ik ken de betekenis van deze woorden niet..... betekenen

   2)       bouwen

   3)      studeren

   4)      kiezen

   5)      verzorgen

   6)      zien

   7)      komen

   

   oef 5: 1

   1)      appel -- zoet, zuur

   2)      koffie -- sterk, slap

   3)      melk -- koud, zuur

   4)      baan -- durk, vervelend

   5)      cijfer -- hoog, goed

   6)      leraar -- streng, vriendelijk

   7)      lucht -- donker, bewolkt

   

   papier voor 11/12 april -- oefening 3 en 4

   oef. 3:

   1 stapte

   2 zette

   3 renden

   4 schreeuwden, zwaaiden

   5 herstelde, maakte

   6 duurde

   7 pakte

   8 draaide.....om

   9 gebeurde

   10 praatten

   11 vluchtten

   13 beroofden

   14 bereidden....voor

   15 arresteerden

   16 legden uit

   17 scheelde

   18 belden

   19 pakten

   20 lokte

   21 beloofden

   

   oef.4:

   1 is gegaan

   2 heeft gehaald

   3 heeft geknipt

   4 heeft genaaid

   5 heeft geveegd

   6 is geweest

   7 zijn gekomen

   8 hebben geshowd

   9 heeft verteld

   10 heeft geloofd

   11 heeft gehoord

   12 is gebleven

   13 is gegaan

   14 is gekomen

   15 heeft gekust

   16 heeft gesnapt

   17 heeft getroost

   18 is gelopen

   19 hebben besteld

   20 heeft gemaakt

   21 heeft geschud, heeft gezegd

   

   oefeningen les 12 en 13:

   

   1 oef )

   vriezen drijven vallen aantrekken komen varen eten zwijgen begrijpen scheren

   

   a)      Ik heb wiskunde nooit goed begrepen.

   b)      Een schip van papier drijft op de vijver.

   c)      "Wie heeft het raam kapot gemaakt?" Vroeg mevrouw Scheltema, boos. Alle jongens
   zwegen/hebben gezwegen.

   d)      In de winter.heeft. het dit jaar een lange tijd gevroren.

   e)      De man .heeft.zich vanochtend met een scheermesje.geschoren.

   f)        Hebjij je nieuwe schoenen.aangetrokken?

   g)      Tja, gisteren hebben we in een restaurant zo lekker gegeten

   h)      Piet is van een paard. gevallen. Zijn been is gebroken.

   i)        We zijn naar Wenen met een boot.gevaren

   j)        Hoe laat.ben. je gisteren.gekomen?

   

   oefeningen les 13:

   

   Extra oefeningen -- foko:

   

   1 rij

   2 zondag

   3 spannend

   4 beeldscherm

   5 vper

   6 automaat

   7 bovenkant

   8 nummer

   9 gewenste

   10 durkt

   11 ja

   12 geen idee

   13 achter

   14 kiest

   15 tekst

   16 juist

   17 fluistert

   18 omgekeerd