De wisseling f/v en s/z a) een v en een z staan nooit aan het eind van een lettergreep, dus ook nooit aan het eind van een woord als gevolg hiervan komt de wisseling f/v en s/z voor. b) bij woorden die eindigen op -- f of -- s , en die in de laatste lettergreep een helder uitgesproken vocaal, een --m, een --n of een --r hebben, komt het vaak voor dat bij toevoeging van een uitgang de f in v en de s in z verandert. Deze regel geldt soms ook voor woorden op -- lf, -rf, en --ls. Bij voorbeeld: de brief -- de brieven het huis -- de huizen de golf -- de golven de hals -- de halzen de werf -- de werven de beurs -- de beurzen de gans -- de ganzen * maar let op, dit geldt niet altijd: de dans -- de dansen, de fotograaf -- de fotografen dit moet je in het woordenboek opzoeken c) heztelfde principe geldt ook voor de adjectieven en werkwoorden d) heldere x donkere vocaal de kaas - de kazen de kas - de kassen geef -- geven tref -- treffen Fontein, A.M, A. Pescher-ter Meer: Nederlandse Grammatica voor Anderstaligen. Nederlands Centrum Buitenlanders, ´s-Gravenhage, 1954. pp: 31 -32 en 58.