Meningen over taalverandering Vragen over "Verandering en verloedering. Normen en waarden in het Nederlands" (Bennis/Cornips/van Oostendorp) 1. Met de artikelen in dit boek reageren de auteurs op een discussie die in de afgelopen jaren gaande is in de Nederlandse maatschappij. Wat weet je al (of wat denk je) over deze discussie? Bestaat er een vergelijkbare discussie in Tsjechiƫ? 2. Wat heeft onderzoek laten zien over "leiderschap" in kleding en leeftijd? Geldt hetzelfde ook over taal? (voorbeelden) 3. Hoe wordt beargumenteerd dat ontlenen van woorden uit andere talen niet alleen een zaak van huidige jongeren is? 4. Welke sociale behoefte van mensen staat achter de keuze van een bepaalde (anderstalige) uitdrukking? 5. Waarvan hangt het af of taalgebruikers bepaalde (nieuwe) taalvarianten negatief of positief beoordelen? 6. Noem een paar voorbeelden voor taalverandering "van boven naar beneden". 7. Op welke manier verspreiden de taalveranderingen zich die van de lagere sociale klassen komen? 8. Waar komt het gebruik van "hun" als onderwerpsvorm (Hun zijn maandag naar de kermis geweest) vandaan? 9. Waarom noemen de auteurs het grammaticaal geslacht een "soort blindedarm van het Standaardnederlands"? Ken je een dergelijke "blindedarm" van het Tsjechisch? 10. In het boek staat dat door het verdwijnen van het verschil tussen omdat en doordat "een subtiel, maar desalniettemin belangrijk betekenisonderscheid verdwijnt". Om welk betekenisonderscheid gaat het hier? 11. Noem een voorbeeld wanneer versimpeling van een regel tot taalverrijking kan leiden. 12. Hoe is de verspreiding van de vorm "z'n eigen" (Toon bekeek zichzelf eens goed en Jan herinnert zich dat verhaal wel) over het Ndlse taalgebied? 13. Tegen de klachten dat de omroep een negatieve invloed zou uitoefenen op de standaardtaal spreekt de statistiek. Wat zijn de argumenten? 14. Waarom storen de mensen zich sneller aan taalgebruik in de omroep dan bij hun eigen gesprekken? 15. Wat bedoelt men met "de Gooise uitspraak"? 16. Waar hangt het van af of bepaalde accenten op tv worden getolereerd? En of bepaalde dialecten worden ondertiteld? 17. Wat is de conclusie van de auteurs over de rol van de media bij taalverandering? En wat is jouw mening?