Zaèátek formuláøe Konec formuláøe NRC Handelsblad Datum: 23/10/2003 pagina: 8 rubriek: Opinie Hoofdtrefwoord: Kunst en Cultuur; Kunst; Taal- en Letterkunde; Taalkunde; Taalgebruik Geografie: nederland; europa; west europa Soort artikel: Opinie Wees selectief met Engels op universiteit Cor van Bree De laatste jaren kom ik vaak voor gastcolleges in het buitenland, vooral in midden-Europese landen. Ik word dan altijd getroffen door het enthousiasme waarmee daar onze taal wordt gedoceerd en bestudeerd. Als je dan weer terugkomt op onze nationale luchthaven, is het alsof je een klap in je gezicht krijgt: praktisch alle bordjes alleen in het Engels. Je geneert je voor al die buitenlandse passagiers die nog wél trots op hun moedertaal zijn. En dan is het heerlijk om na de nodige rollende tapijten opeens een reclame in het Nederlands te zien, van de onvolprezen drogisterijketen Het Kruidvat. Ook als je tegenwoordig een wandeling door Amsterdam maakt, waan je je eerder in een Engelstalige enclave dan in het centrum van een oer-Hollandse stad. Je eet er in een `Indonesian' restaurant en winkeliers kondigen hun uitverkoop aan met een woord dat een Franstalige onweerstaanbaar aan `vuil' (sale) doet denken. Maar dit is grotendeels nog maar een façade waarachter nog heel wat Nederlands schuil gaat. Grotendeels, want in sommige restaurants en hotels kun je alleen nog maar in het Engels terecht. Maar laten we ons over dat gevel-Engels maar niet te veel zorgen maken evenmin als over de vele Engelse leenwoorden in het Nederlands. Als het blijvertjes zijn, worden ze gewoon vernederlandst. Zo gaan we bijvoorbeeld al geruime tijd met liften en niet met lifts naar boven. Ernstiger voor het Nederlands is dat het Engels steeds meer doordringt in vitale sectoren van onze maatschappij, bijvoorbeeld het onderwijs. Dat gaat zo sluipend dat het bijna onopgemerkt blijft. In ieder geval klinken nog geen protesten vanuit de volksvertegenwoordiging. Maar misschien wordt dat beter nu een petitie aan de vaste onderwijscommissie van de Tweede Kamer is aangeboden. Een voorbeeld is universiteit van Leiden. Nu we weer eens een nieuwe onderwijsstructuur hebben, het algemeen Europese `bachelor-mastermodel', is de verwachting dat veel buitenlandse studenten naar Nederland zullen komen. En die moeten dan natuurlijk in het Engels bediend worden. Met het oog hierop wil het College van Bestuur de colleges van de `magisterfase' in het Engels laten geven tenzij kan worden aangetoond dat het toch het Nederlands moet zijn. Men hoopt zo heel veel talent en geld binnen te kunnen halen. De Leidse bestuurders hebben ongetwijfeld een vooruitziende blik. Toch kunnen bij hun plannen kritische kanttekeningen geplaatst worden. Om te beginnen wil het me maar niet lukken om me bij Engelstalige masters iets reëels voor te stellen. Wie studie wil maken van onze vaderlandse geschiedenis, zal toch Nederlands moeten kunnen lezen (en dan ook nog vaak Nederlands uit oudere fasen). Hetzelfde geldt uiteraard voor iemand die in onze literatuur geïnteresseerd is of die arresten van de Hoge Raad wil bestuderen. En bij Duits, Italiaans, Spaans zullen de magistergroepen toch wel (mede) in die talen gegeven moeten worden. Ook in interdisciplinaire taal- of letterkundegroepen zal het Nederlands een rol moeten spelen. Of is het de bedoeling dat het Nederlands en de Nederlandse literatuur daarbuiten blijven omdat niet iedereen Nederlands kent? Dat zou voor een Nederlandse universiteit wel heel zonderling zijn. Er zijn ook vakken die door hun beroepsgerichtheid om Nederlands vragen, vakken in de theologische, medische, psychologische en juridische sfeer. Of is het op de langere termijn de bedoeling dat patiënten en cliënten hun klachten in het Engels verwoorden, dat preken in het Engels worden gehouden en dat dat ook de taal van de rechtspraak wordt? En dan de studie van de Nederlandse taal zelf. Het zou van den gekke zijn wanneer buitenlandse studenten hier komen om zich verder in het Nederlands te bekwamen en dan colleges in het Engels moeten volgen. Maar het belangrijkste zijn de bezwaren van didactische aard. In Delft is onderzoek gedaan naar de effecten van Engelstalig onderwijs. Het bleek dat het aantal gezakten voor een bepaald tentamen van 16 naar 29 procent toenam en het aantal uitstekende resultaten van 25 naar 13 procent daalde. Het lag niet aan het Engels dat de docenten spraken want dat was goed. Welke resultaten zijn dus te verwachten bij een minder goede beheersing? Let wel: hierbij moet niet in de eerste plaats aan Engels met veel neerlandismen (het zogeheten Dunglish) gedacht worden. Dat hoeft voor de Nederlandstalige student nog niet direct schadelijk voor de kennisoverdracht te zijn. Er moet eerder gedacht worden aan een gebrek aan creativiteit. Een goede docent moet wanneer iets voor de studenten onduidelijk blijft, het allemaal nog een keer met andere woorden kunnen uitleggen. En het is op dit punt dat de `non-native speaker' tekortschiet. Het gevaar zal het grootst zijn bij vakken waarbij taal een belangrijke rol speelt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de bezwaren vooral uit de alfa- (en de gamma-)hoek komen. In de bètahoek (maar als alfa kan ik dat niet goed beoordelen) doen termen, formules en grafieken hun werk misschien toch wel. Nu is er voor de hier gesignaleerde problematiek een voor de hand liggende oplossing: je laat gewoon Engelstalige docenten uit de Angelsaksische landen overkomen. Maar dat lijkt me ten eerste niet erg bevorderlijk voor de werkgelegenheid van de `natives' en ten tweede: wie krijgen we dan hier? Zeker niet diegenen die ook een kans maken in Oxford of Stanford. Er zijn nog meer bezwaren, van maatschappelijke aard. We moeten in Nederland niet afzakken naar een situatie zoals die in de negentiende eeuw in Vlaanderen bestond. Een situatie met aan de ene kant een tweetalige elite en aan de andere kant een meerderheid die in de heersende taal (toen en daar het Frans, straks en hier misschien het Engels) niet kan meekomen. Sociaal zou dat zeer ongewenst zijn. Op een taalstrijd zoals de Vlamingen hebben moeten voeren, zitten we hier niet te wachten. Waar is overigens het respect voor de Nederlandstalige belastingbetaler die recht heeft op onderwijs in de eigen taal? Maar is er werkelijk zo veel reden voor ongerustheid? Is het niet realistisch te verwachten dat na verloop van tijd de wal het schip wel zal keren? Zullen we de zaak dus maar niet op z'n beloop laten? Maar dan kan er intussen didactisch heel wat schade aangericht zijn. En laten we het olievlekeffect niet vergeten: het begint met de `masters', dan worden de `bachelors' aangepast, vervolgens het middelbaar onderwijs, enzovoort. Dus geen masters in het Engels? Maar ook dat gaat te ver: de internationalisering is nu eenmaal een feit en we moeten daarop inspelen. Ik ben voor een evenwichtige benadering van de problematiek. Het Leidse College van Bestuur zegt: masters in het Engels tenzij... Ik draai het om en zeg: magisters in het Nederlands tenzij... Dat lijkt me ook meer in overeenstemming met de wet. Laat de Leidse universiteit een zorgvuldige selectie van vakken maken waarmee ze voor de dag kan komen en laat ze die (mede) in het Engels aanbieden. Dan krijgt ze een goede naam in het buitenland terwijl ze tegelijk recht doet aan haar verantwoordelijkheid tegenover de eigen Nederlandstalige samenleving. Prof.dr. Cor van Bree is emeritus hoogleraar Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit Leiden. [IMG] Op dit artikel rust copyright! (c) 2000 PCM Interactieve Media b.v., resp. de oorspronkelijke uitgever en/of de auteurs