Huiswerk tot 1.3.2007: 1. ANS: Het gebruik van het futurum praeteriti (zou(den) + infinitief) en het futurum exactum praeteriti (zou(den) + hebben/zijn + voltooid deelwoord) [ 28·3·3·2·ii ] Het gaat om beperkingen op het gebruik en de combinaties van de vormen van ireële zinnen. Lees de uitleg en met name de voorbeelden. Denk na over de vraag of de systematiek die de ANS voorstelt duidelijk en voldoende is. Probeer zelf op basis van de voorbeelden de systematiek te formuleren. 2. De regels (ofeningen), hoofdstuk 14, oefening 1: selecteer de zinnen met conditionalis. 3. Tekst „Rookvrije horeca, duurdere alcohol, minder gedoogbeleid, tandarts vergoed“ Lees de programmapunten van de nieuwe Nederlandse regering. Als je sommige punten niet goed begrijpt, zoek er achtergrondinformatie over. Zoek onbekende woorden op in een woordenboek. Succes!