Gastdocentschap Nederlandse Taalunie 17/03/2007 – 29/03/2007 Universiteiten van Olomouc, Brno, Bratislava en Praag Een halve eeuw in vogelvlucht Tendensen in het Vlaamse (en Nederlandse) prozalandschap 1950-2007 Overzicht van enkele trends in het proza in Vlaanderen (en Nederland) Prof.dr. Y. T’Sjoen Vakgroep Nederlandse Literatuur en Algemene Literatuurwetenschap Universiteit Gent. Enkele tendensen in het Nederlandstalig proza (1950-2007) (zie verder: Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005, Bert Bakker, Amsterdam, 2006) PROZA 1. De jaren na de Tweede Wereldoorlog en de jaren vijftig: experiment, ‘ontluisterend realisme’ en nieuwe ismen Nederland - Bert Schierbeek, Het boek ik (1951); het tijdschrift Het woord - Willem Frederik Hermans, Paranoia (1953), De God denkbaar Denkbaar de God (1956) - Harry Mulisch, Archibald Strohalm (1952), Het stenen bruidsbed (1959) Vlaanderen - vitalisme (met o.a. G. Walschap, Houtekiet, 1939; H. Teirlinck, Het gevecht met de engel, 1952; J. Geeraerts, Gangreen I. Black Venus, 1960) - magisch realisme (met J. Daisne, De man die zijn haar kort liet knippen, 1947; H. Lampo, De komst van Joachim Stiller, 1960) - existentialistische roman (J. Walravens, Negatief, 1958) - Hugo Claus, De metsiers (1950), Ivo Michiels, De Alfa-cyclus (met Het boek alfa 1963, Orchis militaris 1968, Exit 1971, Dixi(t) 1979) 2. De jaren zestig Nederland Experiment - Sybren Polet, Breekwater (1961) en Literatuur als werkelijkheid. Maar welke? (1972) - Jacques F. Vogelaar, Anatomie van een glasachtig lichaam (1966) en Kaleidiafragmenten (1970) Traditie (de nihilistische roman) - Jan Wolkers, Kort Amerikaans (1962) - W.F. Hermans, Nooit meer slapen (1966) Faction/reportageroman - Harry Mulisch, Bericht aan de rattenkoning (1966), Het woord bij de daad (1968) ‘Revisme’: van ‘ontluisterend realisme’ naar de briefroman - Gerard Reve, De avonden (1947), Op weg naar het einde (1963) en Nader tot U (1966) Vlaanderen [bron: Hugo Bousset, Grenzen verleggen. Trends en Profielen. 1986] Classificatie van het experimentele proza (naast ‘romanroman’, ‘docuroman’ en ‘autobiografie’) - taalkritiek: Daniël Robberechts, Ivo Michiels (Alfa-cyclus) - taalcreatie: Willy Roggeman (Opus Finitum, Usque ad finem), Ivo Michiels (Journal brut) De traditionele (vertellende) roman - Gerard Walschap, Jos Vandeloo, Clem Schouwenaars, … Sociaal-kritische docuroman - Louis Paul Boon, Paul Koeck, Piet van Aken, … 3. De jaren zeventig: van huiskamerrealisme naar de ideële of ‘academische’ roman Vlaanderen: meer romanexperimenten, ‘grensverleggend’ proza Cf. H. Bousset in Grenzen verleggen: ‘romanroman’, autobiografie en egodocumenten, ‘taalkritiek’ en ‘taalcreatie’ (literatuur is maatschappelijk ingebed) Nederland - Manifest voor de jaren zeventig (1970): het huiskamerrealisme - Raster: internationale avant-garde; het ‘ander proza’ (Sybren Polet) - De Revisor: werkelijkheid als verbeelding, problematisering van de vorm - Jeroen Brouwers, ‘De nieuwe revisor’ (Tirade, 1979) Vlaanderen - de neoromantiek of ‘de stille generatie’ (Kreatief): polemiek Van Vliet en Alstein - debuten: L. Pleysier, P. Hoste, E. Verpale, G. Seghers, L. Zvonik, E. Marain e.a. - autobiografie en ego-documenten; taal- en narratologische experimenten 4. De jaren tachtig: van neoromantiek naar postmodernisme Nederland - De Revisor en het proza – literatuur als visie: F. Kellendonk, N. Matsier, D. Meijsing, A.F.Th. van der Heijden (P. Canaponi) – en: G. Krol, L. Ferron, W. Brakman, C. Nooteboom - O. de Jong, Opwaaiende zomerjurken: egotijdperk, neoromantiek Vlaanderen - autobiografie en historiografie: H. Claus – Het verdriet van België (1983) - neoromantische introspectie en cynisme van de no-future-generatie: Monika van Paemel, De vermaledijde vaders (1985) - cynisme: Mooie jonge goden (met T. Lanoye en H. Brusselmans) - debuten: K. Hemmerechts, P. de Martelaere, R. Demeester, K. Peeters, E. de Kuyper, G. Bogaert e.a. 5. De jaren tachtig en negentig: diversiteit van trends Nederland en Vlaanderen - ideeën- en filosofische roman: M. Februari, De zonen van het uitzicht (1989), Patricia de Martelaere, Littekens (1991), Connie Palmen, De wetten (1991), Marcel Möring, Het grote verlangen (1992), enz. - postmoderne roman als intertekstueel taalspel: J. Bernlef, Vallende ster (1989), Stefan Hertmans, De grenzen van woestijnen (1989) en Naar Merelbeke (1994), Ivo Michiels, Journal brut (10 delen), Peter Verhelst, Vloeibaar harnas (1993), enz. - autobiografie en tijdskroniek: E. de Kuyper, De hoed van tante Jeannot (1989), A.F.Th. van der Heijden, Advocaat van de hanen (1991), L. Pleysier, De gele rivier is bevrozen (1994), Hella Haasse, Erik Vlaminck, enz. - Generation X – Generatie Nix: Paul Mennes, Arnon Grunberg, Hermine Landvreugd, Rob van Erkelens, enz. - De ‘traditionele’, narratieve roman - De ‘allochtone’ roman: Kader Abdolah, Abdelkader Benali, Naima el Bezaz, Hafid Bouazza, enz. 6. Begin van de eenentwintigste eeuw: ‘de dertigers’ (F. Hellemans, Knack-Magazine, 2005) Vlaanderen - oeuvrebouwers: Paul Claes, Stefan Hertmans, Pol Hoste, Koen Peeters, Pjeroo Roobjee, Walter van den Broeck, Guido van Heulendonk, Erik Vlaminck, Peter Verhelst, Paul de Wispelaere, enz. - nieuwe geluiden: Stefan Brijs, Saskia de Coster, Bart Koubaa, Erwin Mortier, Tom Naegels, Yves Petry, Peter Terrin, Jeroen Theunissen, Jan van Loy, Christophe Vekeman, Annelies Verbeke, Dimitri Verhulst, enz. Algemene secundaire bibliografie Nederlandstalig proza (na de Tweede Wereldoorlog) Ton Anbeek, Na de oorlog. De Nederlandse roman 1945-1960. De Arbeiderspers, Amsterdam 1986. Ton Anbeek, Geschiedenis van de literatuur in Nederland 1885-1985. De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen 1999 [eerste druk: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1885-1985, 1990]. Hugo Bousset, Grenzen verleggen. De Vlaamse prozaliteratuur 1970-1986. I. Trends en II. Profielen. Kritak, Antwerpen 1988. Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse Literatuur 1945-2005. Bert Bakker, Amsterdam 2006. Roland Duhamel en Jaak de Vos (red.), Barricaden en labyrint. Aspecten van de hedendaagse roman. Garant, Leuven-Apeldoorn 1990. Kees Fens, ‘Panorama, een korte literatuurgeschiedenis over de periode 1961-1966’, in Literair Lustrum I (K. Fens, H.U. Jessurun d’Oliveira en J.J. Oversteegen, red.). Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 1972, p.11-67. Joris Gerits, ‘Tekst, treurnis en geschiedenis. Het Vlaamse proza’, in Het literair klimaat 1970-1985 (T. van Deel, N. Matsier en C. Offermans, red.). De Bezige Bij, Amsterdam 1986, p.261-276. Jaap Goedegebuure, Nederlandse literatuur 1960-1988. De Arbeiderspers, Amsterdam 1989. Jaap Goedegebuure en Anne Marie Musschoot, Hedendaagse Nederlandstalige prozaschrijvers. Stichting Ons Erfdeel, Rekkem 1991. Jooris van Hulle, Ik schrijf zoals ik schrijf. Vlaams proza 1980-1989. Davidsfonds, Leuven 1990, p.11-36. Jooris van Hulle, Wilde inkt en ambrozijn. Vlaams proza in de jaren negentig. Davidsfonds/Clauwaert, Leuven 1997. Yves van Kempen en Anthony Mertens, ‘Onzichtbare betrekkingen. Het proza’, in Het literair klimaat 1986-1992 (N. Matsier, C. Offermans, W. van Toorn en J. Vogelaar, red.). De Bezige Bij, Amsterdam 1993, p.13-58. Anne Marie Musschoot, ‘Jong Nederlandstalig proza 1980-1990’, in Ons Erfdeel 36 (1993) 4, p.511-520. Cyriel Offermans, ‘Buiten alle verhoudingen. “Ander proza” in beweging’, in Het literair klimaat 1970-1985 (T. van Deel, N. Matsier en C. Offermans, red.). De Bezige Bij, Amsterdam 1986, p.147-170. Carel Peeters, Houdbare illusies. De Harmonie, Amsterdam 1984. M.A. Schenkeveld-Van der Dussen (red.), Nederlandse Literatuur, een geschiedenis. Martinus Nijhoff Uitgevers, Groningen 1993. Jean Weisgerber, Aspecten van de Vlaamse roman 1927-1960. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 1973 [derde, aangevulde druk], p.47-61. Paul de Wispelaere, ‘Het proza’, in Literair Lustrum II (K. Fens, H.U. Jessurun d’Oliveira en J.J. Oversteegen, red.). Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 1973, p.11-40.