Arjen Duinker-Rode Oever(1988) De Postmoderne literatuur staat tegen de regels, tegen de essentie en gewoone taal. Pomo breekt de grenzen door en de belangrijkste is, hoe je de tekst neemt waar, hoe er aan je de indruk maakt. De interpretatie is dan afhangelijk van de lezer en dat zie ik als bevrijding, als een opstap. Voor mijn essay heb ik „Rode Oever“ van A. Duinker gekozen. Direct in het tweede vers kunnen we de pomo kenmerken laten opmerken. Tegen de Inhoud, tegen de Persoonlijkheid en Essentie- dat zijn wel de meest belangrijkste kenmerken. Ook bij de twee tafels, die naast elkaar staan zie ik de moderne en postmoderne literatuur. Zeker is het bij het vers “ Het mes fluit in mijn hand, wijst naar de scheiding.” Pomo wil niet met modernisme verbonden zijn. Het derde vers beginnt met de en is niet in het rijm. Ik zie het als een kort verhaal, zonder verbinding in het elke opzicht. Er zijn alleen maar gedachten,die opeens komen en zijn op een papier geschreven. Pomo staat ook tegen Freud, dus ik kan niet zeggen dat om “het stroom van bewustzijn” gaat. De laatste opmerking van mij is de repetitie bij het vers, dat beginnt met “De wind heeft een blauwe staart” en dan veranderen de kleuren in witte, zwarte en gele staart. De kleuren afwisselen bij elke andere kleur en de originaliteit staat daar in plaats van het begrip. Dagmara Abtová 263719