Het liefst wat ik heb Herman de Coninck Het liefste wat ik heb is elf geworden. Feestje. Daarna ging het liefste wat ik heb naar huis met het liefste wat ik had. Het kleine meisje met het grote. Ik met mezelf. Zo vrolijk. Want het is goed om ooit iets te hebben gehad. Het is beter dan nooit iets te hebben gehad. ( uit Enkelvoud) Het onderwerp van dit gedicht is de dochter van Herman de Coninck en zijn vrouw. Het liefste wat hij heeft is zijn dochter (hij houdde van haar enorm), het liefst wat hij had is zijn tweede vrouw (ze hebben gescheiden). Het was een pijnlijke scheiding en hij schreef ook over de relatie met die vrouw. Herman de Coninck was een dichter „in hart en nieren“. Zelf noemde dit „leven en werken, schrijven en liefhebben.“ De Coninck was een dichter die gerekend kan worden tot het realisme: Neo-realisme. Hij geeft vaak dingen weer zoals ze zijn en bovendien relativeert het-zoals we kunnen zien in de tweede strofe. Ook is hij vaak ironisch wat is andere mogelijke verklaring van de tweede strofe. Vergelijking van zijn dochter en ook van zijn vrouw met het liefste zouden we eerst soort metafoor kunnen noemen. In het gedicht zien we een samentrekking-“het kleine meisje met het grote“ en „Iets te hebben gehad“ noemen we herhaling. De eerste en derde vers van de tweede strofe vormen een antithesis. „ Nooit iets“ is een litotes- verzachting. Qua dichtvorm, begint het gedicht met het kwintet en eindigt met het kwartijn. Het kwartijn geeft een uitleg bij de eerste strofe. We kunnen verschilende soorten van rijmen zien. „Gehad-gehad“, is een rijkrijm en „Ooit en nooit“ zijn volrijmen . Ik vond dit gedicht een van de pretigste die ik ooit heb gelezen. Herman de Coninck schreef over alledaagse dingen die hem zijn overkomen en dit maakt zijn werk aantrekkelijk voor de gewone mens. Hij schreef heel eenvoudig maar hij stelde zich erg diepere vragen, wat in die tijd helemaal nieuw was. Adéla Elbel 41819 30.3.2009