Vragen í In deze afbeelding wordt een vergelijking gemaakt tussen Deze afbeelding gaat eigenlijk over twee onderwerpen: A................................................................................................................................................................ B................................................................................................................................................................ 2 Welke globale informatie valt direct op? Wat is het grootste verschil? Wat is het kleinste verschil? J Bij een afbeelding waarin een vergelijking wordt gemaakt, gebruikt u natuurlijk vaak de comparatief, de superlatief en woordgroepen als 'in vergelijking meť, Vergeleken meť etc. Vul in Hieronder volgt een beschrijving van deze afbeelding. Vul op elke plaats een woord in. Soms moet u zelf een woord bedenken, soms moet u informatie of woorden uit de afbeelding gebruiken. In deze afbeelding wordt op twee punten een .....................................................................gemaakt tussen Nederland en de EG. Ten eerste wordt het..................................................................... inwoners getoond dat elke dag het nieuws via de tv, de radio of de krant volgt...................................................................... kun je het percentage inwoners zien dat.....................................................................is in sport, politiek en nieuwe films. Op alle punten scoort Nederland ........................................................de EG. Het .......................................................... verschil is te zien bij het nieuws volgen via de krant. In Nederland leest ..................................................................... procent van de inwoners het nieuws in een krant, terwijl dat percentage voor de EG.....................................................................is. Het.....................................................................verschil is er bij de interesse voor nieuwe films. Dat cijfer is bijna ..................................................................... : 21 procent voor Nederland en 20 procent voor de EG. 8.4 Voorbereiding van de schrijfopdracht Voordat u begint met het schrijven van een tekst, is het belangrijk om over de inhoud van die tekst na te denken. U kunt het beste een schema maken waarin u in sleutelwoorden aangeeft wat er in de tekst moet staan. Tijdens het schrijven van de tekst hoeft u dan niet meer over de inhoud en de structuur van de inhoud na te denken. 36 Bekijk het diagram hieronder.