Gemiddeld aantal personen per huishouden in Nederland gebaseerd op gegevens CBS (juli 1998) 5 —i 1930 1960 1990 1995 Gemiddeld aantal personen per huishouden Dit diagram toont het gemiddeld aantal personen per huishouden in vier verschillende jaren: 1930, 1960, 1990 en 1995. In 1930 bestond het gemiddelde huishouden uit 4 personen. Tussen 1930 en 1995 zijn de huishoudens veel kleiner geworden. In 1995 woonden er gemiddeld nog maar iets meer dan 2 personen bij elkaar. De grootste afname van het aantal personen per huishouden vond plaats in de periode tussen 1960 en 1990: van 3,6 naar 2,4 personen. Werk in groepjes van twee of drie cursisten. Hieronder volgen enkele mogelijke verklaringen voor de afname van het aantal personen per huishouden. Bekijk het lijstje en selecteer drie verklaringen die u het beste vindt. - minder kinderen per gezin - jongeren gaan eerder zelfstandig wonen - familiebanden minder sterk, dus families blijven niet samenwonen - men trouwt steeds later - minder mensen trouwen, meer mensen blijven alleenstaand - vrouwen krijgen op steeds latere leeftijd kinderen Formuleer nu de drie verklaringen die u gekozen hebt door de volgende zinnen af te maken: 1 Tussen 1960 en 1990 was er een sterke afname van het aantal personen per huishouden omdat 40