274 Knap, Juridisch .nm/nuniattie als kMÜxtndtting 275 zogehcien hcuiie, de pragmatische funetie van de mcdedeling. de ilhciuie, en het verwaclue eflect van de mededcling, de perlocutie. In de pragmatiek worden verschillcnde directe (o.a. een begroeiing. verzoek. bevel, vraag, bclofie. waarschuwing. verontschuldiging) en indirecte handelingen onderscheiden, waarbij bijvoorbceld ecn bevel in de vorm van een vraag wordt gcformuleerd. Als uilgangspunt voor zijn theorie van taalhandelingen heeft Austin de per/ormatieve zinnen genomen. Daaronder vallen uitspraken die een speciale funetie vervullen doordat ze worden uitgesproken op hol juisie moment en door de juiste persoon in een bepaalde funetie. Zo kan ecn rechter door de uitspraak "Ik veroordeel u tot een vrijheidsstraf van tien jaar" een vonnis vellen en dezc uitspraak is niet alleen een begeleiding van een andere handeling Performatievc zinnen vormden voor Austin een bijzondere categorie van zinnen die niet alleen gebruikt worden om informatie te geven zoals bij medcdelingen (constatieve zinnen), maar om iets tot stand te breiigen door een bepaalde zin uit te spreken. Bij dit soort zinnen kan ook niet nagegaan worden of de laalhandeling wel of niet waar is, zoals dit wel het geval is bij constatieve handelingen Juridische performaticve zinnen worden beschouwd als de meest directe en problecmlozc voorbcelden van perJbrmatieve uilspraken De opvolger van Austin, die zijn theorie van taalhandelingen verder heeft ontwikkeld. was John Searle. Searlc verdeelde de taalhandelingen in de volgende groepen: represeniaiieve handelingen (medcdeling). direcrieve handelingen (bevel), commissieve handelingen (beloflek declaratieve handelingen (oordeel vellen), expressieve handelingen (uildrukken van gcvoel). In de context van de juridische communicatie zal ik me in dezc bijdrage vooral met de directieve en commissieve taalhandelingen bezighouden. zoals gebruikt in Nederlandse contracten en legislatieve teksten. 2.1. Directieve taalhandelingen Een directieve taalhandeling is ecn illocutionairc handeling waarbij de spreker het gedrag van de luisteraar probeerl te beinvloeden. Zo kunnen we stellen dat in wetsteksten en contracten regcls zijn gcformuleerd mei als doel het ordenen van Uisscnpersoonlijke rckitics. Wctgevcndc Organen oefenen hun bevoegdheid op burgers uit cn ecn panij in ecn contraci t>erkoper. werkgever. leverancicr) bcoogt een bepaald gedrag van de andere partij (koper. werknemer. opdrachtgever) en andersom. De graad waarmec de spreker de luisteraar lot handelen wil aanzetten, kan nogal variören. Hen directieve taalhandeling kan worden uitgevoerd met of zonder expliciele directieve kracht V'directive force", Trosborg 1995:34) Om de impact van een uitgesproken directieve opdracht af te zwakken kan de spreker op fatsoensstrategieen Ieuncn. Aan de hand van de volgende tabel die op een schema van Trosborg voor het h'ngcls (Trosborg 1995:35) steunt, zien we vcrschillende mogelijke graden van directieve taalhandelingen. /. Verzoeken zonder expiioete illocutio-naire v/erking 1. Hints (zacht) (Stent) Ik. mott