Woordenschat tekstfragmenten moderne literatuur

                                          Leerstof examen


Louis Paul Boon, Mijn kleine oorlog


·         Vloeken, de vloek, het vloekwoord

·         Het gebed (de gebeden)

·         Opwindend, de opwinding

·         De behoefte (hebben om iets te doen)

·         Speuren

·         Piekeren

·         Het geweten

·         Iemands have en goed

·         Het vee, het stuk vee

·         Iemand verminken

·         Lijmen, de lijm

·         De neus voor iets/iemand ophalen

·         Waanzinnig

·         In de ban (slaan)

·         Worstelen

·         Iets gewaarworden (hij werd iets gewaar, hij is iets gewaargeworden)

·         De smeerlap


Hugo Claus, Het verdriet van België


·         Onontwarbaar verbonden zijn met (vgl. in de war zitten / in de war zijn)

·         De leus, de leuze

·         Het winstbejag

·         Kleinburgerlijk

·         De ketter

·         De vrijmetselaar

·         Het opzet (iets met opzet doen)

·         Het omslag

·         Hakken

·         Opstandig, de opstand

·         In het holst van de nacht

·         Het (geheim) verbond, een verbond sluiten met iemand

·         Iets beweren

·         Fluisteren


Hugo Claus, "Envoi"


·         Gapen

·         Ongehinderd zijn door iets / iets verhinderen, de hindernis

·         Neuken

·         Iemand de hand boven het hoofd houden

·         Beven

·         Snurken

·         Wankel, wankelen



Hella S. Haasse, Oeroeg


·         Krassen

·         De modder

·         De verhouding (tot iemand)

·         Prikkelen


Jeroen Brouwers, Bezonken rood


·         De vlieg

·         De luis

·         Het ongedierte


Poëzie in Carré: gedichten van Adriaan Roland Holst, Hans Verhagen en Simon Vinkenoog


·         Het openbaar gezag

·         De wacht hebben

·         Lak hebben aan iets

·         De straal

·         Pluk de dag

·         Verstrooid zijn, de verstrooidheid

·         Het deksel

·         Eveneens

·         Het huilen staat hem nader dan het lachen

·         Zijn ziel aan de duivel verpachten

·         De verpakking

·         Het misverstand, een misverstand uit de wereld helpen

·         Iets niet langer nemen (dit neem ik niet langer!)

·         Zijn handen uit de mouwen steken

·         Smeken (om vergiffenis)

·         Een natje en een droogje


Herman De Coninck, "9" en "Zoals"


·         Het slipje

·         De brassière = de bustehouder = de bh

·         Rondslingeren

·         N.a.v. = naar aanleiding van

·         De gil, een gil slaken


Jan Wolkers, Turks fruit


·         De aftakeling, aftakelen

·         De rotzooi

·         Zich aftrekken (hij trok zoch af, hij heeft zich afgetrokken)

·         Het genot, genieten van iets (hij genoot ervan, hij heeft ervan genoten)

·         Het nest

·         Het hooi

·         De kut

·         De klootzak

·         De lul

·         Vergiftigen, het gif

·         De stront

·         De reet

·         De schimmel

·         De plee

·         Janken

·         Een geluk bij een ongeluk


Dirk van Bastelaere, "De voorbode van iets groots"


·         De touwtjes in handen hebben

·         Iets opdringen aan iemand (hij drong zich op, hij heeft zich opgedrongen)

·         Iemand geruststellen

·         De overdrijving, overdrijven (hij overdreef, hij heeft overdreven)


Arjen Duinker, " [Op een zeer absolute dag]" en "Knikkers"


·         Ten strijde trekken (tegen iets)

·         Het nijlpaard

·         Er vloeit bloed

·         Verheugd zijn (over iets)

·         De slachting, slachten

·         De knikker


Charlotte Mutsaers, Rachels rokje


·         De koppen bij elkaar steken

·         De kop / het hoofd

·         De plooi

·         De riem

·         Op de zenuwen werken

·         Ergens eerlijk voor uitkomen (hij kwam ervoor uit, hij is ervoor uitgekomen)

·         Zijn neus overal in steken

·         Het houvast

·         De schone schijn

·         De achterdocht, achterdochtig

·         Het vooroordeel


Peter Verhelst, Zwerm


·         De zwerm

·         De duif

·         Het lint

·         De streling, strelen

·         In snikken uitbarsten

·         Een leven leiden (leidde, heeft geleid versus lijden, leed, heeft geleden)

·         Schrikken van iets

·         Iemand besmetten, besmettelijk

·         Medeplichtig zijn

·         Zijn laatste adem uitblazen (hij blies zijn laatste adem uit, hij heeft ... uitgeblazen)

·         De samenscholing

·         De hoop

·         De verbijstering

·         De baarmoeder

·         De geslachtsgemeenschap


Hassan Bahara, Een verhaal uit de stad Damsko


·         Rondhangen

·         Woorden hebben met iemand

·         Iemand op zijn gedrag aanspreken (hij sprak aan, hij heeft aangesproken)

·         De onverschilligheid, onverschillig

·         Overheersen (het overheerste, het heeft overheerst)

·         Geboren en getogen zijn

·         Iets overwinnen (hij overwon, hij heeft overwonnen)

·         Schemeren

·         Zich ergeren aan, geërgerd zijn

·         Iets overwegen (hij overwoog, hij heeft overwogen)

·         Zijn wenkbrauwen fronsen (de wenkbrauw)

·         De roes


Hafid Bouazza, Paravion


·         De kudde

·         Het ontzag (ontzag hebben voor iemand)

·         Spugen

·         Het ezelsoor

·         Het kippenvel


Mustafa Stitou, Varkensroze ansichten


·         Een afkeer hebben van iets/iemand

·         Iets uitstellen (hij stelde uit, hij heeft uitgesteld)

·         De drijfveer

·         Verbazing wekken, verbazingwekkend

·         Iets wijden aan iets/iemand


Dimitri Verhulst, De helaasheid der dingen


·         De bevalling, bevallen (van een zoon/dochter)

·         Iets koesteren

·         Onderaan de sociale ladder

·         Het zootje


Dimitri Verhulst, Godverdomse dagen op een godverdomse bol


·         In een notendop

·         Deugen

·         De maatschappelijke bewogenheid, het engagement

·         Alles uit de kast halen

·         De dooddoener

·         Gering

·         Knagen

·         De onbeschoftheid, onbeschoft

·         De eentonigheid, eentonig

·         De haas / het konijn

·         De ledematen

·         De loopgraven

·         Het puin

·         Opgelucht zijn, opgelucht kunnen ademhalen


Connie Palmen, Lucifer


·         Een loopje nemen met (de waarheid)

·         De draak steken met iets

·         Iemand op het verkeerde been zetten

·         Op slag dood zijn

·         Iets achterhalen

·         Huidig

·         Met zijn neus in de boter vallen

·         Iemand verraden

·         Iemand in de steek laten

·         Zich aanstellen (hij stelde zich aan, hij heeft zich aangesteld)

·         Iemand vernederen


Arnon Grunberg, De asielzoeker


·         Iemand knuffelen, de knuffel, de knuffelbeer

·         De verblijfsvergunning

·         Het schijnhuwelijk

·         Afstandelijk

·         Deugd doen

·         Iets afkeuren (hij keude af, hij heeft afgekeurd)

·         Iemand iets gunnen

·         De verontwaardiging, verontwaardigd zijn over iets

·         Het dreigement, dreigen


Gedichten van Mustafa Stitou, Ramsey Nasr, Menno Wigman, Hagar Peeters en Bart FM Droog


·         Koppig, de koppigheid

·         De eend

·         De snavel

·         Tegelijkertijd

·         Blozen

·         Iets verpesten

·         De emmer

·         De schelp

·         De (uitgelaten) stemming