film FEDJA VAK HUE de figuurtjes van Studio 100 zijn via de Nederlandse tele* visie ook gemeengoed in Nederland. Verder: totale onver-schilligheid, af en toe een (zeer) bescheiden arthousesuc-cesje (Aanrijding in Moscou, De helaasheid der dingen) niet te na gesproken. Omgekeerd moet gezegd worden dat de Vlamingen meer open stonden voor Nederlandse films: populaire komedies, van André Van Duin tot Fladder, en ook thematisch oer-Hollandse films als Een vluckt regenwulpen, Ciske de Rat en Op hoop van zegen kenden in Vlaanderen een ruime distributie en kon-den mooie bezoekcijfers voorleggen. Ook dat is verklaarbaar: in de jařen 70 en 80 keken de Vlamingen massaal naar de Nederlandse zenders, die met name met de grote zaterdag-avondshows een marktaandeel haalden van 30% (!) en meer. Nederlandse sterren waren bijgevolg ook sterren in Vlaanderen. Filmprogramma's als Simonskoop of de quiz Voor een BAP-- ■ atsha VAH KONfNGSBRUGCE h a ber KEhfZARI * LIEFDE LEUGENS LU' m ¥ iJ'IFIL ANTOINETTE BEUMER SASKIA NOOBT DRIJvr.n ví h kqqtc1 mehj-s xiümt.uidijk KFnibiŕs spdOB www.loftdefilm.hl film Lofi (door Antoinette Beumer). Kruistocht in spijketbroek (door Ben Sombogaart) is een van de laatste Nederlandse films die in de originale versie suoces hadden in viaanderen. brießcaart op de eerste rang en de talkshows van Willem Duijs, Mies Bouwman, Sonja Barend en anderen werden ook in Vlaanderen druk bekeken. Et was, bij gebrek aan een betere omschrijving, een gemeenschappelijke (televisie) cultuur, wel-iswaar gedomineerd door het noordelijke deel, maar dat is tot daar aan toe. Dat veranderde allemaal spectacnlair - en letterhjk van de ene dag op de andere - in febmari 1989 met de komst van VTM, de eerste Vlaamse commerciele zender. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Luxemburgse RTL zette VTM van meet af aan in op een eigen Vlaamse verankering met veel Vlaamse pro-ducties, al snel een eigen Vlaamse soap (Familie) en al na een paar jaar behoorlijk dure prestigefictie (de Zielens-verfilming Moeder vcaarom ttven wij?, de luxesoap Ons getuk). Het publiek vond het gew61dig: het marktaandeel van de Nederlandse zenders kelderde van 30% naar 3% (!) en nog geen zes maanden later was het zinloos om nog een Nederlandse film uit te bren* gen. Want onbekend bleek al snel inderdaad ook onbemind. De openbare omroep, die kopje onder ging in de VTM-tsunami, herpakte zieh geleidehjk en streed terug - ook met Sterke programma's en fictie van eigen bodem. Het aanbod werd nog groter, de tevredenheid - en de loyauteit - van de kijker ook. Er was geen enkele reden meer om naar NLi, 2 of 3 te zappen. En binnen de kortste keren werd de navelstreng tussen Noord en Zuid doorgesneden. Niet de literatmir, al he-lemaal niet het theater, maar de treurbuis, jawel, Gerrit Komrij zou er aUicht nog pessimistischer van zifn geworden. Sindsdien is geen enkele Nederlandse film, hoe groot ook in eigen land, er nog in geslaagd om enige impact te hebben in de Vlaamse bioscopen. Bescheiden succesjes waren er voor Kruistocht in spijkerbroek, Oorlogswinter en Zwartboek, zij het niet in verhouding tot htm Nederlandse djfers. En ook die succesjes zijn verklaarbaar: Kruistocht in spijherbroek en Oorlogswinter hebben decennialang op de verplichte 3