literatuurlijst van de Vlaamse Scholen gestaan, behoorden dus tot het collectieve bewustzijn van de Viamingen, hadden een 'ingebouwd' publiek, dat niet afhankelijk was van televisiebe-kendheid. En Zwartboek had de combinatie Paul Verhoeven (de enige Nederlandse regisseur met naamsbekendheid buiten de grenzen) en een onderwerp (WO II, repressie) dat ook in Vlaanderen wel leeft. En oh ja, het fenomeen New Kids - in Viaanderen doorgesijpeld via vooral de nieuwe media! - bleek voldoende berucht te zijn om ook een stukje Vlaams publiek aan te spreken, een interessant fenomeen(tje) toch wel. Maar verder: van Abeltje tot het heerlijke Achtste-Groepers Huilen Niet, van Komt een vrouw bij de dohter tot Nova Zembla: de Vlaming kon het werkelijk geen moer schelen. Jammer en vervelend en schandelijk en het zoveelste bewijs van de ondergang van het avondland en allicht een veroor-delend opiniestuk waard in de Volkskrant door de veront* waardigde intellectueel met avonddienst, maar vooral: een feitelijkheid. We kunnen ons gezamenlijk wentelen in nos-talgie, maar het ziet er niet naar uit dat we de klok kunnen terugdraaien. Nederlandse films die in Vlaanderen een vanzelfsprekend succes worden, het komt net als de post-duif, de stencilmachine en de telex niet meer terug. Get used to it. Or t -nn i <( i i« tu '. v \ ! ! : ; i I S K M ;: 1 MW \il 11 \ i P.\r i. Vi- RiioiA i N ZWARTBOEK a i. M \< ■ i - i!i rci Zwartboek {door Paul Verhoeven) is een van de laatste Nederlandse films die in originete versie succes hadden in vlaanderen. Ook Smoorverliefd (door Hilde Van Mieghem) krijgt een remake voor Nederlandse markt Bovendien heeft Vlaanderen na de televisie ook in de bioscoop een inhaalbeweging gemaakt: het laatste decennium stijgt het marktaandeel van Vlaamse films gestaag en blijkt het publiek zeer tevreden te zijn met het aanbod. Ter illustratie: van de twintig populairste Vlaamse films ooit zijn er elf gemaakt... na 20oo. Het siechte nieuws mag dan wel zijn dat noch Nederlandse noch Vlaamse films de grenzen oversteken. Ja, via het festivalcircuit, maar dat is bezigheidstherapie in een soort parallel Universum. Met grenzen oversteken bedoel ik: aangekocht worden door een distributeur, vertoond worden in reguliere bioscopen voor een betalend publiek. Het goede nieuws is dat zowel in Vlaanderen als in Nederland de eigen films com-plexloos kunnen concurreren met het tot voor kort dominante Amerikaanse aanbod. Meer: dat die lokale films grote, dure, met veel bombast in de markt gezette Amerikaanse films het nakijken geven. Loß vern^derde in Vlaanderen de Bond-film The world is not enough. En zowel in Vlaanderen als in Neder-