Recensies Phileine zegt sorry ( > Literom) Schrijver Giphart, Ronald Titel Phileine zegt sorry : roman Jaar van uitgave 1996 Bron De Standaard Publicatiedatum 31-12-1996 Recensent Karel Osstyn Recensietitel Een ontwapenend kreng : Verrassende satire van Ronald Giphart VERBAZEND eigenlijk, hoe je appreciatie van een schrijver kan veranderen. Ik heb Ronald Giphart nooit een warm hart toegedragen: daarvoor was zijn vorige roman Giph me te flauw. Onze Giph deed weinig meer dan fuiven en achter meiden aanzitten, op zich.niet ongezond, maar het leidde je te veel af van het feit dat hij soms wel een aardige kijk op de dingen had en een en ander ook plezierig formuleerde. Welnu, Ronald Gipharts nieuwe roman Phileine zegt sorry is een revelatie. Er zit zo mogelijk nog meer vaart in dan in Giph; bovendien is het simpele, maar ijzersterke verhaal een onverwachte dijenkletser. Slapstick geeft momenteel de toon aan in de Nederlandse letteren. Als het op zo'n manier kan, is daar ook niets op tegen. Vanwaar die gunstige ontwikkeling? Het is eenvoudig: hij is van personage gewisseld. In Phileine zegt sorry is voor een keer niet Giph aan het woord, maar zijn zus Phileine. Haar naam zegt het al: Phileine is een kreng, zoals alleen zussen dat kunnen zijn. Maar ze is een sympathiek stuk venijn; haar wapens zijn haar ongeremdheid en haar intelligentie. In zekere zin is dat ook haar probleem, dat ze geen dom gansje is. Vrouwen die wat pienterder zijn en niet op hun tong gevallen, jagen mannen immers alleen maar schrik aan. Maar Phileine trekt zich daar weinig van aan. Ze is een modern meisje, Hollands en vrijgevochten, niet eens echt geëmancipeerd. Ze is gewoon een product van deze tijd, een meid die graag met vriendinnen k etst en graag met jongens in bed duikt. Maar ze weet wat ze wil en ze is heel erg ad rem. Mannen kunnen haar moeilijk bedriegen, of ze kunnen ervan op aan dat ze een scene krijgen. Wat de liefde betreft, is ze eigenlijk erg klassiek, zeg maar possessief. HOEFT het te verbazen dat Phileines amazonehouding haar vriend Sam, die in New York een theaterstage is gaan doen, wat afschrikt? Wellicht was hij blij dat hij even aan haar controle kon ontsnappen. Phileines impuls om hem achterna te vliegen, valt dan ook niet meteen in goede aarde. Ze wordt vrij koel ontvangen, en Sam doet ook erg geheimzinnig over het stuk dat hij repeteert. Terecht, zo blijkt bij de première, want de twintigste-eeuwse versie van Romeo en Julia waarin Sam meespeelt, is een afknapper. Blijkt dat alle acteurs om beurten in hun blootje moeten om elkaar als liefdespaar op te geilen, dit om de huidige relationele patronen uit de doeken te doen. Phileine neemt het niet dat Sam zo enthousiast opgaat in zijn rol, en ontketent een van haar legendarische ruzies met haar vriend. Ruzie maakt Phileine trouwens met iedereen die schijnheilig of achterbaks is. Daarmee jaagt ze natuurlijk iedereen tegen zich in het harnas, maar niemand komt op het idee dat ze wel eens keihard de waarheid zou kunnen zeggen. Wees gerust, voor de lezer is ze gewoon lekker anarchistisch, zodat je ook vreselijk om haar lachen kunt. Giphart moet het niet eens van onderbroekenhumor hebben, daarvoor is Phileine te veel het onschuldige, rechtgeaarde meisje dat voor het eerst de wijde wereld in trekt. Helaas, achter dat heroïsche trekje schuilt ook een gevaar. Want ook al heeft Phileine een hart van goud, ze betaalt wel met klinkende munt terug. Om zich te wreken op Sam gaat ze vreemd met de vriend van de Julia die hij op het toneel moest opvrijen. Daarmee begaat ze een grote fout. Ze is er zich pas van bewust, als ze bij een volgende opvoering Sams spel onderbreekt voor een scène en public. Ze haalt er zelfs de kranten en de televisie mee. Sam kan Phileines helse gedrag nog pruimen, omdat hij het als een teken van liefde interpreteert. Tot hij ontdekt dat zij gedaan heeft wat hij alleen maar simuleerde: met een ander de liefde bedrijven. En daar komt het boek waar het wezen wilde: de morele normen van de huidige generatie. Zijn die losser of strenger dan voorheen? Nou, veel lijkt er niet veranderd sinds Shakespeares tijd, toen de Veronese clans hun degens trokken. Giphart stelt het extreem, en toch is hij niet zwart-wit. Dat komt in hoofdzaak omdat Phileine zoveel beminnelijker is dan de Giph uit zijn vorige roman. Het is een karakter met pit, haar temperament draagt het hele boek. Ze weet dat ze mensen in haar macht kan houden, maar ze leert dat ze ook kan verliezen - ze is nooit berekend. Dat maakt van Phileine zegt sorry bijna een ontwikkelingsroman. HET hoogtepunt van het boek komt wanneer Phileine, door haar stunt in het theater, uitgenodigd wordt door de "Late Show", het meest trendy televisieprogramma van New-York. Ze voelt zich als een vis in het water, steelt de show en zet zelfs haar beroemde gastheer David Letterman schaakmat. Een werkelijk hilarische scène. Gipharts spot met alles wat vluchtig is en de toon aangeeft, overtuigt probleemloos. Het gekke is alleen dat Phileine zegt sorry alle moderne symbolen op flessen trekt, en toch voor het jonge volkje geschreven is. Bestaat dat nog, zoiets als relativeren? Blijkbaar. Giphart is zelfs op zijn best wanneer hij tijd uittrekt voor bespiegelingen over hartstocht, eenzaamheid en dood. Je gelooft je eigen ogen niet: dat hij zijn generatie een spiegel voorhoudt, en er niets dan leegte in laat weerkaatsen. "Het is ook de leegheid, Mamma," mijmert Phileine na haar televisie-optreden in een suite in het Waldorf Astoria, "vooral de leegheid die me vaak erg somber maakt. Het is het gebabbel en gedreutel en hup we klotsen maar voort van onzin naar nutteloos en via gebrekkig naar zelfingenomen en vice versa. Natuurlijk betracht ik hier in New York de voorzichtigheid die je van me vraagt, maar ik kan niet verbloemen dat ik aan de dood denk soms, aan de gedachte de eenzaamheid voor te zijn." Er stak ook wel satire in Giph, maar Phileine zegt sorry is zoveel sprankelender. Op een punt na: het slot. Giphart verdeelt zijn verhaal handig in zes delen, de zes dagen van Phileines verblijf in New York. Het procédé geeft het boek. haast filmische kwaliteiten - waarbij ik me alleen afvraag of er wel een actrice bestaat die genoeg pit heeft om Phileine te vertolken. De apotheose van het boek is een AIDS-gala in grootse Amerikaanse stijl, waar Phileine, tot tranen toe ontroerd, het podium beklimt om publiekelijk een schuldbekentenis af te leggen. Dat ze spijt heeft dat ze zo'n kreng is, dat ze het iedereen zo moeilijk maakt... Tenzij dit een groteske persiflage is op Amerikaanse melo, valt deze openlijke biecht - "Phileine zegt sorry" - behoorlijk uit de toon. Wat Phileine nu vooral niet moet doen, is haar vrijheid opgeven, trouwen en huismoedertje spelen. Phileine zegt sorry was tot dan toe een onverwacht sympathiek pleidooi voor rebelse vrouwelijkheid, voor het roofdier dat 's nachts rondspookt. Met dit slot plooit het boek zich weer naar de regels. Niet getreurd: Phileine is nu al een van de meest charismatische romanpersonages van de jaren negentig. Schrijver Giphart, Ronald Titel Phileine zegt sorry : roman Jaar van uitgave 1996 Bron De Stem Publicatiedatum 21-11-1996 Recensent Johan Diepstraten Recensietitel Natuurlijk is de nieuwe roman Phileine zegt sorry van Ronald Giphart een brutaal, schaamteloos, pornografisch, zakkig en weerzinwekkend boek. Maar tegelijkertijd is het een bruisende roman die de lezer in zijn nekvel grijpt, die als geen ander een onthutsend beeld geeft van de tijdgeest, die zwierig en beeldend is geschreven en die bij vlagen humoristischer is dan Youp van 't Hek. Na Ik ook van jou (1992) en Giph (1993) heeft Giphart met zijn derde roman een vaste plaats veroverd in de Nederlandse literatuur. Dat hij even omstreden is als Gerard Reve, Jan Wolkers en Jan Cremer in hun begintijd, ligt voor de hand. De grote populariteit onder middelbare scholieren zal alleen maar toenemen nu Giphart een roman heeft geschreven die naadloos aansluit op hun belevingswereld. 'Zullen we gewoon al het inleidende gepraat overslaan? luk heb zin in seks op het eerste gezicht,' zegt hoofdpersoon Phileine bij haar eerste ontmoeting met Max, in het besef dat 'zo'n uitspraak de natte droom moet zijn van iedere jongen'. Zelden is in één zin een complete roman samengevat. Giphart appelleert aan dit soort gevoelens en buit die maximaal uit. Hij tovert een wereld voor vol erotische dromen waarin geen plaats is voor de waarden en normen van de ouders. De cartoon waarmee de roman opent, zet de toon: 'Oh God!... Wat zijn ze dom!!!' roept een meisje uit. Op de achtergrond schenkt een moeder voor vader koffie in. In de wereld van Giphart is er geen plaats voor burgerlijke truttigheid. Braakemmers Om de dramatische effecten uit te kunnen spelen zet Giphart zwaar aan. Phileine houdt er geen enkele moraal op na en scheldt op de wereld als geen ander. De mensheid bestaat uit doorlekkende spagaatslobbers, pussende poliepneuzen, hypocriete zaadbanken en wandelende braakemmers. In het voetspoor van Reve's De avonden beziet ze haar ouders en filosofeert over het gruwelijke van de ouderdom en walgt van het leven. Het liefst had ze een revolver. Wat zou dat een uitkomst zijn. 'Was het nou werkelijk nodig dat je me afsneed, richtingloze apekut? Was het nou werkelijk nodig dat u vlak voordat u doodgaat nog gauw even voordrong bij de kassa, kwijlend schuifelwijf? Was het nu werkelijk nodig dat je dat uitgezakte baggerlichaam tegen mijn schouder moest stoten, prehistorische vruchtbaarheidsgolem?' Letterman Het verhaal van Phileine zegt sorry is op de achterkant van een bierviltje samen te vatten. Philein reist haar vriend Max achterna die in New York op een toneelacademie een moderne versie van Shakespeare's Romeo en Juliet instudeert. De toneelspelers zijn gekleed als Adam en Eva voor de zondeval. De beroemde balkonscène met het afscheid van de twee hoofdrolspelers wordt een pornografisch hoogstandje. Phileine verstoort een volgende opvoering, haalt daarmee de voorpagina's van de internationale bladen en treedt zowaar op bij David Letterman. Aan het einde van de roman spreekt ze op een Aidsgala de goegemeente toe en eindigt haar toespraak dramatisch met de woorden: 'Sorry dat ik besta'. Zo samengevat is het een verhaaltje van niks, nog knap onwaarschijnlijk ook, maar verteld Op een manier dat het zowaar wat voorstelt. Het aardige van Giphart is dat hij een volstrekt ongeloofwaardige intrige zo weet te brengen dat de lezer halverwege niet eens echt meer twijfelt aan het waarheidsgehalte. De lellebel Phileine, Dutchy voor David Letterman, zie je als het ware in de Late Show zitten en gevat antwoorden. Wie Phileine zegt sorry op het magere verhaal beoordeelt en zich ergert aan de losbandige levensstijl van Phileine, doet het boek onrecht. De roman is in wezen een tragisch boek over iemand die volledig de weg kwijt is en uiteindelijk toch tot een bepaald inzicht komt. Het is een klassiek literair gegeven dat Giphart op een eigentijdse manier uitwerkt. Scheldend gaat Phileine door het leven, de hormonen vieren voortdurend vakantie, alleen het genot. telt. Ze praat de hele dag over seks, pagina's lang. De obsessie ervoor heeft ze niet van een vreemde. Eén keer geeft haar moeder vaak draaierig ofwel straalbezopen - een levensles: er bestaat zoiets als liefdestrouw en sekstrouw. Liefdestrouw is er voor het monogame huwelijk. Sekstrouw is voor het overspel. 'Ik durf na al die jaren voor me zelf toe te geven dat de interessantste minuten van het bestaan de momenten zijn waarin we onszelf kwijtraken, waarin onze onderbuiken het winnen van onze hersens, waarin euforie, extase, wanhoop, weerloosheid en dat soort zaken samensmelten. Ik heb het over de peilloze diepte die er schuilgaat achter seks. [] Bij je vader vind ik diepgang en rust, Antonio, Anand, Allal en Apostolis zijn er voor de plooien in de lakens' Het was overigens een les van de oma van Phileine aan haar moeder: 'Zoek mooie nachten, kind, bij mooie dagen.' Het is een levensopvatting die in veel moderne romans wordt uitgedragen: Blauwe maandagen van Arnon Grunberg, Het zilveren theeëi van Hermine Landvreugd en Bor van Joris Moens zijn vergeven van de ellenlange passages over een seksueel losbandig leven. Het afwijkende in Phileine zegt sorry is dat Giphart zijn hoofdpersoon laat inzien dat een dergelijke instelling tot niets leidt Phileine kijkt in de spiegel en ziet wat voor een verschrikkelijke bitch ze is. Ze realiseert zich dat de vriendschap met Gulpje, Kim en Lala op niets is gebaseerd. Aan het einde van de roman komt ze eveneens tot het inzicht dat er iets moet veranderen. 'We leven in een klaterwereld van uitsluitend ijdelheid, lawaai, vermoeiende wedijver en mateloze hypocrisie, en het lachwekkende daarbij is dat het allemaal niets heeft te betekenen,' houdt ze haar gehoor op het Aidsgala voor. 'Waarom gedragen we ons überhaupt zo kinderachtig? Waarom kunnen we alleen maar denken in termen van rangordes, top-tienen, kongsies, successen, helden Nobelprijzen, hypes, bestsellers kijkcijfers? Kunnen we dan echt niet meer oprecht zijn en moeten we ons altijd verschuilen achter cynisme, ironie, satire en sarcasme?' De toespraak van Phileine getuigt niet van een diep filosofisch inzicht, maar de intentie is in orde. De roman mag tamelijk oppervlakkig zijn, het is wel een verdienste van Giphart dat hij middelbare scholieren aan het lezen krijgt. 'Schrijven moet alleen maar leuk zijn, leuk om te doen fijn om te vinden, schrijven is een solipsistische bezigheid die alleen louter genot en zinnebevrediging moet verschaffen,' schreef Giphart in zijn vorige roman. Voor scholieren en studenten is Phileine zegt sorry een wereldboek. De opmars van Giphart is niet te stuiten. Net als MTV. Schrijver Giphart, Ronald Titel Phileine zegt sorry : roman Jaar van uitgave 1996 Bron Vrij Nederland Publicatiedatum 16-11-1996 Recensent Jessica Durlacher Recensietitel De letteren in de herfst : Absurdisme kent geen rem Het credo van Phileine uit Ronald Gipharts 'Phileine zegt sorry' is: 'Ik erger me dus ik besta.' Gipharts ironie over een slachtoffer van het in de sieclecynisme weet van geen ophouden. De pen van Ronald Giphart is snel en woordspelgeil, maar Giphart zelf lijkt een beetje soft. Dat moet er de verklaring voor zijn dat hij aan het eind van zijn nieuwste roman Phileine zegt sorry een zeikerig sentimenteel engagement aanbrengt in zijn hoofdpersoontje Phileine, op het moment dat haar snelle gekanker op de medemens echt ondraaglijk wordt. Phileines credo is: ik erger me dus ik besta. Ze heeft nooit een mening, ze is sociaal correct, zegt ze zelf! En: 'Bij ons is het politiek correct om tegen politieke correctheid te zijn.' Heeft een hekel aan mensen. Vindt zichzelf zo fantastisch dat iedereen voor stront en stinkende vis kan worden uitgescholden, schijt aan allemaal, weet je wel. Gruwelijk verwende misantropie in een stuitende modekleur. Van alles een ziek walgelijk geintje maken, iedereen zogenaamd briljant te kakken zetten waar je maar kunt en toch maar zo'n klein hartje blijken te hebben als het eropaan komt. Zo'n tiep is Phileine en met haar geklets en stoere getreiter moeten we een heel boek door. En wat wil je ook: ze is de dochter van een moeder die ze vaak in dronken overspelige buien heeft horen lispelen 'dat een pik wat haar betreft niet dik genoeg kan zijn, een dikke pik een dikke dikpikkerdepikdik'. Dat is te veel cynisme, want er is in Phileines relaas echt niets meer over waar je nog een beetje sympathie voor kunt voelen en dan is het niet leuk om in de tirade van een hoofdpersoon te moeten opgaan. Die maar duurt en duurt, een heel boek lang. Natuurlijk komt het soms ook voor dat het wel grappig is, want Giphart is nu eenmaal goed in het verzinnen van bijnamen, overdrijvingen, parodieën en idiote paradoxen. Tot hij zijn Phileine weer 'over the edge' duwt en haar ideeën over de wereld akelig ontsporen in woord en daad. Giphart wil ons niet alleen laten meegenieten van Phileines spitsvondige woordvirtuoze moderne mensenhaat, hij wil ons laten delen in zijn eigen bezorgdheid om het feit dat ze een beetje te ver is doorgedraaid, kind van dit nare cynische overbewuste fin de siècle. Dan zien we Phileine misplaatst op een mevrouw inhakken wier i onderkin haar niet zo bevalt: 'God wat een verschrikkelijke bal doelloos vlees, die onderkin van u.' En: 'Weet u waar mijn broer vrouwen op selecteert? Op de drilmassa van hun bovennek. Daar wil hij namelijk zijn lul indrukken. Vies he? Porno he?' e kinderachtige zelfdestructieve Phileine, die zich wanhopig (!) afvraagt waar, om ze zich altijd zo ongeliefd schijnt te moeten maken; Phileine die er bijvoorbeeld ook goed in is mensen te doen geloven dat ze huilt om dan keihard iemand uit te lachen, met ultradroge oogjes, zo iemand dus. Wat wilde Giphart? Giphart duwde zijn tong zo lang en dwingend in zijn wang dat 'ie vast is gaan zitten in een kramp. Een boek over het aller-aller-coolste, mooiste, geilste, grofste, slimste meisje dat hij kon beschrijven moest het worden en hoe ook zo iemand tot inkeer komen kan. De top van de overdrijving, een uiterste van een hedendaags levensgevoel. Het meisje heeft een vriendje van wie ze vreselijk veel houdt, Max. Ze hebben elliaat ontmoet op de wc van een gemeenschappelijke vriendin, waar ze tijdens een feest waarop men hun een loertje wilde draaien, door hun vrienden zijn opgesloten. Phileine biedt aan Max te pijpen. En van het een kwam het ander. Nu zijn ze al anderhalf jaar bij elkaar. Dan moet Max voor zijn theateropleiding naar New York. Phileine is bedroefd en na zes maanden besluit ze hem plotseling een bezoek te brengen, van een week. Om die New Yorkse week gaat het hele boek. Ze zal er Max zien optreden in een uiterst eigentijdse versie van Romeo and Juliet (rOmEO -n- jULieT) waarin hij zich ontkleedt en met zijn tegenspseelster (eveneens ontkleed) allerlei handelingen verricht die je als het niet om toneel ging nauwelijks zou kunnen onderscheiden van ouderwetse vieze porno. Zelfs Phileine, toen voor geen kleintje vervaard, zeker niet als het om seks gaat, vindt dit niet leuk..Tijdens een tweede uitvoering zal ze het podium opstormen om er iets aan te doen en de volgende dag staat dat in de Amerikaanse kranten (!) en wordt ze uit genodigd door David Letterman. Jawel: Het absurdisme kent geen rem. Bij Letterman geeft ze een briljante performance, natuurlijk: geestig, ad rem, gierend brutaal en grof as ever. Giphart is goed in zo'n scene, al vermoed ik dat hij het nogal extreme bezoek van superkitch Madonna aan :Lettermans show indertijd, dankbaar als inspiratie heeft gebruikt. Daarna komt langzaam de inkeer op gang. Het komt toch weer goed tussen Max en Phileine, en ze bezoekt een aidsfeest waar ze ontdekt dat een mooie maar steeds zieke huisgenoot van Max geen griep had maar het gevreesde virus, en raakt dan zo onder de indruk van al haar indrukken dat ze de microfoon pakt en een misselijkmakende woeste preek afsteekt waarin ze de fouten uit haar leven ironieloos opsomt en iedereen vertelt waar dat leven volgens haar om gaat, een apotheose waarin de titel eindelijk tot uitdrukking komt maar waarop ik in elk geval niet zat te wachten. Of zouden we ook hier weer met een parodie te maken hebben, ditmaal op de begrippen apotheose, inzicht, spijt, gevoel? In de wiskunde is min + min plus, maar zou een permanente 'tongue in cheek' in de literatuur uiteindelijk toch op een serieus verhaal neerkomen waarin alle omkeringen de stellende kant opgaan? Of is Gipharts wending een vrije variant op: keer je tegenstander je andere wang toe? Het gevaar is dan natuurlijk dat die tegenstander (de lezer, geloof ik) daar vervolgens zijn eigen tong in steekt. Schrijver Giphart, Ronald Titel Phileine zegt sorry : roman Jaar van uitgave 1996 Bron HP/De Tijd Publicatiedatum 08-11-1996 Recensent Jaap Goedegebuure Recensietitel Stijfkopje in Manhattan Als het aan de leerlingen van het HAVO en het VWO zou liggen, won Ronald Giphart tussen nu en een paar jaar de Publieksprijs. Hij schijnt met voorsprong de populairste schrijver onder lezers tussen de twaalf en de achttien te zijn, en dat niet alleen omdat hij met zijn fondsbrilletje, brutaal smoeltje, glad achterovergetrokken coiffure en rappe tong de indruk maakt zo niet de knapste, dan toch wel de leukste jongen van de eindexamenklas te zijn Hij is een graag geziene gast in jongerencafés en klaslokalen en is ongetwijfeld in staat smakelijke verhalen te vertellen over de horden groupies die als kwispelende teefjes achter hem aan lopen. Giphart profiteert niet alleen van zijn imago van corpsbal-in-spe, maar geeft zijn lezers ook de boeken die ze graag lezen. Dertig jaar geleden maakten Jan Cremer en Jan Wolkers furore bij de scholieren van toen, die met rode oortjes van Ik Jan Cremer, Gesponnen suiker en Turks fruit zaten te smullen omdat er zo ontzettend veel seks in zat. Giphart heeft de rol van hofleverancier in (semi-)literaire erotiek overgenomen. Je kunt de erotische standjes of situaties zo gek niet verzinnen, of ze komen bij hem wel te sprake, en dan zo overdreven of in het absurde getrokken dat er hartelijk bij kan worden gelachen. Bij publiekscharmeur Giphart is het een kwestie van 'men vraagt en wij draaien'. Er is nog een immense behoefte waar in Giphart weet te voorzien. Pubers, hoe zelfverzekerd ze ook ogen, hebben altijd gebrek aan woorden, dat wil zeggen geestige krachttermen, gevatte uitdrukkingen, snijdende oneliners. Kijk een avondje naar Youp van 't Hek en elk schoolplein tussen Den Helder en Vaals weergalmt van kreten als 'Buckler-lul' en 'huppelkut'. Een boek van Giphart kan materiaal leveren voor drie weken onafgebroken snieren en snauwen: 'wandelende braakemmer', 'hypocriete zaadbank', 'etterspetter', 'hardnekkig mis kraam', 'bebrilde skippybal' en zo verder. De vrouwelijke hoofdpersoon van Gipharts derde roman zegt het zelf al: "Als ik alle grappen die ik in mijn leven maak zou opschrijven, kan ik avond aan avond op Broadway staan, en als iedereen net zo hard om me zou lachen als ikzelf werd het nog gezellig ook." Dit eenmaal gezegd zijnde, lieve lezeressen uit HAVO-4 of VW0-5, kunnen jullie een veel betere keus maken voor leeslijst, verjaardag of Sint Nicolaas dan Phileine zegt sorry van Ronald Giphart. Als je echt een leuk boek wilt lezen, waarbij je denkt 'goh, dat gaat over mij en/of mijn vriend(in), probeer dan de hand te leggen op Red ons Maria Montanelli van Herman Koch, het geestigste boek over een middelbare-schoolbestaan in vijftig jaar. Ben je uit op seks en meligheid in een veel aanstekelijker combinatie dan de zouteloze Giphart je te bieden heeft, koop dan Blauwe maandagen van Arnon Grunberg. Wie toch nog nieuwsgierig blijft naar Gipharts derde roman na Ik ook van jou en Giph, moet nog even doorlezen. Waarover gaat zijn nieuwe boek? Phileine, een meisje uit Amsterdam-Zuid, Aerdenhout of Wassenaar, gaat in New York op bezoek bij haar vriend Max. Hij is er in opleiding als acteur, en heeft met andere leerlingen van zijn toneelschool Shakespeare's Romeo and Juliet ingestudeerd. Het stuk speelt zich af in de Middeleeuwen, maar is voor de gelegenheid geactualiseerd. Shakespaere's teksten worden door rappers gescandeerd, computers flikkeren, printers ratelen, enkele spelers sturen elkaar zichtbaar op een groot scherm elektronische brieven, er worden toneelspelers gebuzzd, anderen gebruiken een GSM, twee cybermeisjes voeren een zwaardgevecht met bovenmaatse zwarte dildo's (uit die van de winnares spuit witte drab)'. Al gauw gaan de spelers uit de kleren en tijdens de balkonscène moet Phileine toezien hoe Max klaarkomt in de handen van zijn tegenspeelster. Hoewel het vrijgevochten meisje zichzelf steeds heeft wijsgemaakt dat af en toe een keer vreemdgaan moet kunnen, is ze nu des duivels. Ten koste van een knetterende ruzie met Max laat ze zich verzoenen met de gedachte dat het maar toneel is, maar wanneer ze hoort dat er nog twee reprises komen, knapt er iets in haar. Eerst neemt ze wraak door zelf buiten het potje te piesen en daarna grijpt ze de tweede voorstelling van Romeo and Juliet aan voor een actie. Luid tierend springt ze op het toneel en versjteert ze de prestaties van Class 199six. De kranten zetten Phileine prominent op de voorpagina's en weldra plaatst onze heldin de kroon op het werk met een daverend optreden in de talkshow van niemand minder dan David Letterman. Zo spreekt Holland weer eens een woordje mee. Het verhaal krijgt tegen het einde een wending als Phileine, die in het Waldorf Astoria Hotel zit te simmen, door Max wordt ontvoerd. Samen met hem en zijn medeleerlingen moet ze acte de presénce geven op het jaarlijkse Aidsgala. Tijdens de algemene euforie storten Max en zij zich opnieuw in elkaars arm, en. Met tranen in de ogen beklimt de inmiddels zeer media-ervaren Phileine het toneel en steekt een bewogen toespraak over normen en waarden af, de hand daarbij diep in eigen boezem stekend. Zij heeft zich immers tweehonderd pagina's lang gedragen als een eersteklas bitch. Maar nu kan ze zo bij de Morele Herbewapening of de Bond zonder Naam. "Waarom moeten we almaar conCurreren, elkaar de loef afsteken of altijd willen winnen? (-) Waarom gedragen we ons überhaupt zo kinderachtig? Waarom kunnen we alleen maar denken in termen van rangordes, top-tienen, kongsies, successen, helden, Nobelprijzen, hypes, bestsellers, kijkcijfers? Kunnen we dan echt niet meer oprecht zijn en moeten we ons altijd verschuilen achter cynisme, ironie, satire, sarcasme?" Die vraag zouden we allereerst aan Ronald Giphart kunnen stellen. Die heeft zich als criticus, pamflettist en romancier niet onbetuigd gelaten als het ging om kinderachtig cynisme, opereren in kongsies en mateloze heldenverering. En ik kan me moeilijk voorstellen dat uitgerekend hij vies zou zijn van een plaats op de bestsellerlijsten. Maar misschien is het einde van zijn roman een zoveelste poging het publiek op het verkeerde been te zetten. Een aanwijzing voor een dubbele bodem onder het verhaal wordt geboden door het laatste woord: dat is niet 'einde' maar 'aftiteling'. Hebben we zitten kijken naar een tearjerker in Hollywoodstijl, gebaseerd op een script waarbij Stijfkopje opdraaft als een meid van deze tijd: ruwe bolster, blanke pit? Dan complimenteer ik Giphart met de uitgekiende strategie om zijn zestienjarige fans te behagen. Voor mij blijft het overigens een eigenaardige ervaring me heen te moeten lezen door honderden pagina's juveniel geblaat en gebral, met hier en daar smakeloosheden die ik met de beste wil van de wereld niet ironisch kan duiden. Zo begint een hoofdstuk als volgt: "Opstaan vind ik het allerergste denkbaar, lieve Kitty (afgezien van de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog)." Op het eerste gezicht is de toevoeging tussen haakjes volstrekt gratuit. Wie in de aangesproken 'Kitty' een verwijzing naar het dagboek van Anne Frank herkent, kan er alleen maar een grove smakeloosheid in zien. Ook dat is Giphart ten voeten uit. Schrijver Giphart, Ronald Titel Phileine zegt sorry : roman Jaar van uitgave 1996 Bron NRC Handelsblad Publicatiedatum 08-11-1996 Recensent Hans Goedkoop Recensietitel Een trommelvuur van humor : Het escapistisch universum van Giphart Tot nu toe bepleitte de auteur Ronald Giphart, geliefd bij vooral jonge lezers, gehaat door vooral oudere recensenten, plezier in het leven als het hoogste goed. In zijn nieuwe roman 'Phileine zegt sorry' duikt naast de roes ineens het echte leven op, met onthutsend resultaat. 'Je zou bijna denken: Giphart zegt sorry. Maar zo is het niet in elk geval niet helemaal.' Al twee romans en een verhalenbundel lang geeft Ronald Giphart woorden aan een gedachte waar een mens van opkijkt. Het leven, zegt hij. is niet zwaar. Het leven is niet moeilijk. Het is leuk. Laat die woorden even tot u doordringen, keer de blik daarna naar binnen en stel vast of u ze meevoelt. Waarom niet? Een kleine steekproef onder vrienden leert me dat ze zelfs agressie wekken, ogenblikkelijk en acuut, alsof ze een verraad zijn aan het leven zelf. Een half oog immers op de krant, een half oog om je heen, of erger, in jezelf, en je ziet meer aan narigheid dan je wilt weten. Hoe bestaat het dat een mens daar almaar opgewekt bij blijft? Giphart, schijnt het, weet waar het geluk te halen is. Of hij het nu over zichzelf heeft, over iemand die daar erg op lijkt of over Utrechtse studenten, want dat is waar hij het door de bank genomen over heeft, de dagen zijn een feest. Er is muziek en er is drank, er zijn vriendinnen, er zijn vrienden, en dan volgt een lang en roesverwekkend fuiven, dat gewoonlijk uitloopt op een vrij verkeer van lichaamssappen. Seks, dat is het hoogste hier, gewoon á deux of anders wel in groepsverband. Het doel van het bestaan is een orgasme. Dat is ook wat schrijven zo aangenaam maakt, zegt Giphart, het komt aardig in de buurt van een orgasme. Aan zijn tekstverwerker, 'met een halve erectie van opwinding en met het zweet parelend in mijn bilnaad', komt hij bijna klaar van zijn spontaan opwellende verzinsels. '(-) zo vind ik bij voorbeeld dat schrijven primo en ten eerste alleen maar leuk moet zijn,' aldus zijn alter ego Giph, de held van zijn gelijknamige tweede roman 'leuk om te doen, fijn om te vinden, schrijven is een solipsistische bezigheid die alleen en louter genot en zinnebevrediging moet verschaffen, voila, een dogma, schrijven is masturbatie, meer niet schrijven is me aftrekken.' Die levenslust is eraan af te lezen. Giphart schrijft met grote vaart in soepel zwiepende zinnen en hij zit nooit om een grap verlegen. Woordspelingen en woordomkeringen, beledigingen en boutades, scheldkannonades en gesaboteerde halfcitaten, het is een trommelvuur van humor dat hij op je afschiet. Soms voel je daaronder w nog een kern van ernst en echt gevoel, maar soms ook loopt het uit op welbewuste nonsens. 'Ik hou van proza,' zegt hij met een variant op Lodewijk van Deyssel, 'dat als een zichzelf onderschijtende mongool op me toekomt.' Dat proza heeft hem in een paar jaar tijd tot favoriet gemaakt van vooral de jongere' lezers en tot schietschijf, mogelijk om dezelfde reden, van vooral de oudere recensenten. Ook bij hen blijkt Gipharts vrolijkheid acute afkeer op te wekken amoreel en onverschillig voor de wereld als die is. Ze voelen in zijn werk misschien zelfs wel een aanval op de literatuur, op de beschaving en de waarden die de literatuur verdedigt. Het geeft naar hun idee geen zicht op nieuwe werelden, het heeft geen diepte en het toont geen innerlijke noodzaak. Het is plat en populistisch, een provocatie van een late puber- en het moet gezegd,,daar ziet het inderdaad wel eens naar uit. Na zijn debuut Ik ook van jou is Giphart op de vleugelen van het succes een kant en klare humorist geworden, grappend op afroep tot het lachen je wel eens vergaat. Dat neemt niet weg, wat mij betreft, dat Giphart een verfrissende verschijning is in ons wat zwaarbebrilde literaire leven. Door het radicale van zijn vrolijkheid is hij in elk geval een van die zeldzame auteurs waar je van alles van kunt vinden, maar niet niets. En bovendien-er is iets aan die vrolijkheid dat me nieuwsgierig en argwanend maakt iets wat me het «gevoel geeft dat ik in de maling word genomen. wie een grap maakt, neemt afstand. wie een grap maakt van het hele leven, die neemt van het leven afstand. Zou je zoiets doen als je daarjuist zo innig van geniet? Die pret, daar moet iets onder zitten, iets heel anders en dat maakt me elke keer toch weer benieuwd naar Gipharts werk. Wat houdt de bluffer achter? zijn nieuwste gooi is Phileine zegt sorry, tweehonderd bladzijden roman, en voor de ingevoerde lezer klinkt er weer veel vertrouwds. Phileine is een meisje, wat het aftrekken dit keer bemoeilijkt, maar is ook een zusje van genoemde Giph, wat de gelijkenis verklaart. Net als haar broer heeft ze het in het leven prettig mee. Een 'voltreffer' is ze, aldus de liefdestest van de Viva, en hoe zou ze het ontkennen? Ze is sexy, ze is slim, en ze is ook nog eens waanzinnig grappig, vindt ze, wat vooral degenen mogen ondervinden die dat alles niet zijn. Lelijke en domme mensen losers in het algemeen, bestempelt ze kordaat tot lillend vogelbekdier, bebrilde waterbig, muiltumor, megatrol, totaalcreep, opgegraven veenlijk, wandelende braakemmer, platgekeesd snotkegelwijf, Verschrikkelijke Geitekop, reptielgezicht of darmwandabces. Wie zeurt staat in de weg, alles wat de pret kan drukken moet uit beeld. Met die niet geringe inzet stort ze zich in een verhaal dat al even typisch Giphart is. Als al zijn helden gaat ze ter verhoging van haar levensvreugde op vakantie naar een lustopwekkende bestemming. Naar New York, in haar geval, waar haar vriendje Max een jaar op een toneelschool zit. Ze wordt meegezogen in het leven van zijn vriendenkring, uitbundig en lawaaierig, om op te schrikken als ze hem ziet spelen in een uitermate hedendaagse Romeo en Julia. In de mannelijke hoofdrol gaat hij uit de kleren en voegt na een monoloogje van zijn tegenspeelster ('You must fuck me') de daad bij het woord. Verbijsterd kijkt Phileine toe. Kun je een erectie spelen? Met die verbijstering komt een verhaal op gang, zoals ze zelf beseft, over 'het fascinerende grensgebied-tussen trouw & ontrouw liefde & verraad'. Ze maakt het uit met Max, en aan, en uit, ze troost .zich door ook zelf maar vreemd te gaan, ze komt na wilde openbare scènes op TV bij David Letterman, en tussen alles door begint ze na te denken over haar verhouding. Er is lust, zo stelt ze vast, iets louter biologisch, en er is liefde, iets volslagen anders. Er is 'sekstrouw', maar ook 'liefdestrouw', die seks met derden niet hoeft uit te sluiten en ze komt tot de conclusie dat de laatste verreweg de voorkeur heeR. Waarom verbieden wat.juist leuk is? Tot zover weinig nieuws, ook in Phileine zegt sorry gaat het altijd nog om het primaat van de lol. Maar het verrassende is dat op de achtergrond van de roman een tweede en heel andere geschiedenis wordt verteld. Terwijl Phileine haar moraal ontdekt, blijkt ze vaak lang zo vrolijk niet als ze zou willen zijn. Valt de verrukking van de stromende hormonen voor een poosje weg, dan is meteen de glans van het bestaan en blijkt de wereld een domein te zijn waar dromen sneuvelen en alles vroeg of laat verschimmelt en verdwijnt. Niets blijft, niets biedt vertroosting. Life sucks. Nu liet ook Giph zich al iets dergelijks ontvallen, in een onbewaakt moment, maar bij Phileine wordt het ernst. Zelfs seks biedt haar geen troost meer, als ze eerlijk is, zelfs geilheid. is geen uitweg uit verval en dood. 'Stel dat een vrouw via een seks-afspreeklijn een anonieme, woordloze ontmoeting met een vreemde man heeR gehad,' stelt ze zich voor, 'en dat zij bij terugkomst hoort dat haar dochtertje is aangereden en in het ziekenhuis ligt, en dat ze vervolgens op de kinder-intensive-care bij het bed van haar dochtertje staat te smeken dat alles goed komt, terwijl het zaad van die onbekende man nog tussen haar benen plakt: wat is dan nog de betekenis van seks?' Hier opent zich ineens een afgrond van zinloosheid. Als zelfs seks voor haar geen zin meer heeft wat dan in hemelsnaam nog wel? Als ik het goed zie, rest haar niet veel meer dan onvrede. Ze danst de dagen door, dat wel, maar als een beer op een gloeiende plaat. 'Zo zit ik in elkaar,' erkent ze,`'als ik ergens weg wil, voel ik me er pas thuis.' Haar afkeer van de wereld neemt steeds groter vormen aan, ze wordt volkomen onuitstaanbaar. Ze is niet in staat tot gangbaar menselijk contact, beweren kennissen. Ze gunt een ander geen plezier, erkent ze zelf. Ze leeft pas als ze zich kan ergeren en voelt zich pas gelukkig als ze weet dat anderen het ook niet zijn. 'Verongelijktheid,' zegt ze, 'is mijn levenshouding.' En het wordt nog erger. Als ze door begint te krijgen dat er niemand is met wie ze echt contact heeft, niet met Max, niet met haar zogenaamde Hollandse vriendinnen, waar ze nooit meer iets van hoort, dan keert haar afschuw zich ten slotte tegen de eigenlijke bron -zichzelf. De haat slaat naar binnen. Ze moet denken aan een zeis die langs haar hals scheert, of aan een auto die haar 'beeld voor beeld' tegen een vangrail drukt. En kijkt ze uit een wolkenkrabber, dan denkt ze onwillekeurig aan de beroemde foto (Time/Life, jaren vijftig) van een jonge vrouw die vredig lijkt te slapen op het dak van een Buick, die geparkeerd staat voor de flat waar zij zojuist vanaf gesprongen is. 'Cette fille,' zegt Phileine, 'c'est moi.' Dat alles zet de onbezorgde joligheid van Gipharts werk ineens in een heel nieuw licht. Dat hij zijn helden keer op keer laat opgaan in een hormonale roes is niet omdat het leven leuk is, zou ik denken maar omdat het dat nu juist totaal niet is. Die kicks, die geilheid, het is allemaal om te ontkomen aan de waarheid van het leven, de ontluistering en het verval. Watje als lezer in zijn vorige romans dus meekrijgt is niet Gipharts eigenlijke overtuiging, maar het tegendeel, een negatiefbeeld als het ware van zijn schrijverschap. In Phileine zegt sorry zie je naast dat negatiefbeeld voor het eerst de echte foto, naast de roes het echte leven. Giphart confronteert ze met elkaar, laat zien wat beide werelden met iemand doen en trekt daar een conclusie uit die tamelijk onthutsend is. Die fijne uitvlucht in de roes, die maakt het op den duur alleen maar erger. Je kunt wel voor even denken dat je in het leven opgaat, maar je sluit je er in wezen juist voor af. Wanneer de roes voorbij is heb je niets of niemand meer, je bent alleen, vervuld van weerzin tegen alles om je heen. Je zit gevangen in jezelf, potdicht, en wat het ergste is je hebt het zelfgedaan. Die gevangenschap heeft voor Phileine verstrekkende gevolgen, als ik me niet vergis. Doordat ze niets meer in de wereld is, is ze ook bijna niets meer voor zichzelf. Ze heeft geen binnenkant, ze voelt zich hol, en ze beziet zichzelf daarom maar liever van de buitenkant. ze ziet zich staan bij alles wat ze doet en maakt zichzelf tot een soort personage. Ze praat over haar leven als 'mijn grotendeels nog te leven autobiografie', ze droomt van een 'biografische documentaire over mij en mijn leven' en ze laat in een gesprek een 'verteltechnische stilte' vallen. Het leven als rol-ze stapt er zo in. Misschien is dat wel waar het Giphart in dit boek uiteindelijk om gaat: om het onwerkelijke van de werkelijkheid voor iemand als Phileine, maar ook Max, die naast de werkelijkheid bivakkeert. De een staat op toneel en krijgt een levensechte erectie, de ander staat in het leven maar beleeft het als toneel. Reality acting, dat is hun levenshouding. Acting the truth. Het is een hopeloze dubbelzinnigheid, die alles wat ze zeggen tussen aanhalingstekens plaatst, en aan het eind van de roman wordt de onuitgesproken vraag of dat nog te veranderen valt. Is er nog toegang tot de werkelijkheid? Dat slot is hoogst merkwaardig. De vileine Phileine gaat met de scène van vriendje Max naar een AIDS-gala in het Palladium en krijgt daar, overrompeld door de onvermijdelijke sfeer van liefde en saamhorigheid, ineens een vlaag van zelfinzicht. Ze ziet haar onuitstaanbaarheid, haar egoïsme, haar getreiter, en zäe grijpt de microfoon om voor de grofweg vijfduizend aanwezigen te biechten dat ze zich misdragen heeft, ja dat ze spijt heeft. Phileine, voor het eerst in haar bestaan, zegt sorry. Als uitbraakpoging uit haar zelfgebouwde isoleercel lijkt dat op het oog niet slecht, zij het een beetje bruusk. Maar er is meer aan de hand. Ze vlecht door haar ontboezeming à l'improviste een warm pleidooi voor wat ze noemt een 'aardiger samenleving' met meer tolerantie en aandacht voor elkaar. Ze biedt opnieuw haar verontschuldigingen aan en voegt daaraan een zin toe die de laatste wordt van de roman. 'Sorry dat ik besta.' Klinkt dat nog steeds bemoedigend? Dat zinnetje is een perfecte samenvatting van haar toestand- eenzaam, leeg, autistisch en uiteindelijk, als ze niet oppast, zelfvernietigend. Het is een dramatisch zinnetje, te meer daar het wordt uitgesproken om een eind te maken aan die toestand. Maar het is vooral een reddeloos cliché en zelfs een letterlijk citaat (uit een refrein van Annie Schmidt, in de musical Foxtrot). Het is namaak, onvervalste kitsch, en daardoor alles behalve een bevrijding. Zelfs, of juist, in haar waarachtigste moment is ze een wonder van onwaarachtigheid. De werkelijkheid blijft afgesloten, zij blijft opgesloten. Daarmee wordt Phileine zegt sorry het verslag van een impasse. In weerwil van de reputatie van de schrijver is het een roman met een probleem, een inzet waar een leven van af hangt. Het is bovendien een boek dat weliswaar heel losjes in elkaar gestoken lijkt, maar als je goed kijkt streng en zorgvuldig van constructie blijkt te zijn, wat niet altijd gezegd kon worden van de voorgangers. Het is in ieder opzicht dus een ernstig boek, een zowaar, en je zou bijna denken: Giphart zegt sorry. Maar zo is het niet, in elk geval niet helemaal. Het eigenaardigste van de roman is wel dat de grapdichtheid ondertussen hoger ligt dan ooit, op het hysterische af. Geen zin gaat nog voorbij zonder een dubbelzinnigheid of omkering of overdrijving. Een dolzinnige machinerie van tetterende taal wordt het, op hol geslagen cabaret. Hoe onttakelder Phileine raakt, hoe harder Giphart grappen afvuurt. Het gevolg is dat Phileine zegt sorry, als geheel uiteindelijk gaat lijden aan eenzelfde soort impasse als de heldin. Het is alsof de schrijver je niet toestaat met zijn zelfgeschapen wereld mee te leven. Telkens als het ernst wordt, dendert hij er met zijn taalmachine overheen en vraagt de lezer om een gulle lach. Je zou het hele boek zelfs kunnen lezen als een moppentrommel, zonder ook maar een moment te merken dat er meer in zit. Niets wordt echt, niets raakt de werkelijkheid waar het intussen over gaat, en aan het einde overheerst de indruk dat het niet alleen Phileine is die hier gevangen zit. Tussen de regels zie je ook een schrijver screaming to get out. Aan die onderhuidse hoogspanning, verbeeld ik me, valt aardig af te lezen hoe het er in wezen voor staat met dit schrijverschap. De hoop op seks en roes als vlucht uit het bestaan mag Giphart langzaamaan ontvallen, hij houdt nog één uitweg open, die van het schrijven zelf. Hij trekt zich af in taal, zoals hij zegt, de schrijverij werkt als een surrogaat van seks en roes. Hij trekt zich dus eigenlijk af, in taal, om de ellende niet te hoeven voelen die hij met die taal intussen vormgeeft. Hij ontkent al trekkende wat hij ontdekt. Daar is maar één ding aan te doen. Zoals hij met de echte seks niet kon ontsnappen aan de eisen van de werkelijkheid, zo kan hij met die virtuele zelfseks niet ontsnappen aan de eisen van de kunst. Hoe pijnlijk het ook zijn mag, voor een volgende roman zal ook die laatste uitvlucht eraan moeten geloven. Schrijver Giphart, Ronald Titel Phileine zegt sorry : roman Jaar van uitgave 1996 Bron De Groene Amsterdammer Publicatiedatum 06-11-1996 Recensent Rob van Erkelens Recensietitel Nog altijd even lekker Na zijn eerste twee romans, Ik ook van jou en Giph, kreeg Ronald Giphart van alle kanten te horen' dat hij nu maar 'een echt boek' moest gaan schrijven. Daar heeft d'n Gip zich dus niets van aangetrokken. En dat is goed. Het zou vreemd zijn als een auteur zich door de kritiek liet voorschrijven hoe zijn volgende boek eruit ging zien. In zijn derde roman doet Giphart derhalve gewoon zijn ding. En dat ding doet hij als geen ander. Met Phileine zegt sorry trekt hij vrolijk de lijn door van Ik ook van jou en Giph. Phileine is opnieuw een mega-vlot geschreven boek over jonge, hippe mensen aan de goede kant van de maatschappelijke grens: Phileine en Max (haar vriendje) zijn, net als de andere personages, jong, mooi, welopgevoed intelligent en cultureel onderlegd. In hun levens wringt niets; het gaat ze zogezegd voor de wind. Of, zoals Phileine het in een waanzinnig contemplatief moment zelf uitdrukt (na twee weken lang te hebben geprobeerd lelijk te zijn): 'Hoe enorm ik me ook had toegetakeld en hoe vervelend ik het ook vond Esijn moeder gelijk te geven: ik bleef een onverklaarbaar mooi meisje. Zuchtend accepteerde ik mijn toekomst: veel verdienen, een goede gezondheid, een ruim huis, een gelukkig bestaan, de lekkerste seks en altijd de beste tafels in restaurants. Een vervelend vooruitzicht, maar ik zal ermee moeten leren leven.' En dat doet ze met verve. Phileine vertrekt naar New York, waar Max toneel is gaan spelen. In het verre Amerika beleeft ze velerlei avonturen, samen met Gulpje Degompelaere, Jules, Leonard, L.T. en anderen. De apotheose komt als Phileine eerst de voorpagina's van de kranten haalt, dan een curieus maar flitsend optreden bij David Letterman doet en ten slotte Gloria Gaynor van het podium sleept om, opnieuw in een waanzinnig contemplatief moment, de wereld toe te spreken als was ze het geweten der mensheid. Ronald Giphart heeft inmiddels zijn eigen genre gecreëerd, en daarin blinkt hij regelrecht uit. Phileine zegt sorry is op nieuw een lofzang op de onbezonnenheid, het ongebreideld opgewekte, het leve-de-seks, het alles-is-oke-want-ik-ben-oke en zo voort en zo verder. En dat is goed. Want Giphart is in de wieg gelegd om zulke boeken te schrijven, boe ken die nadrukkelijk kiezen voor het vlotte, het oppervlakkige, het lekker lezerige, en die het zware, trage en moeizame gretig ontwijken. Geen jeugdtrauma's, geen onverwerkte verledens, geen innerlijke conflicten, geen zwaarmoedigheid, geen zelfmoordneigingen, geen armoede, geen maatschappelijke misstanden - niets daarvan. Bij Giphart is de wereld 'leuk' en vol met happy happy people. Gezegend met dat benijdenswaardige schrijftalent van hem doet Ronald Giphart in Phileine zegt sorry weer precies waar hij zo goed in is: pretentieloze, Up beat, swingende verhalen vertellen over pretentieloze, up beat, swingende mensen. Zelf omschreef hij het a! eens als 'liefdera~ tuur', en wellicht is dat de beste benaming voor zijn werk. Het is een nieuw genre, en Giphart is een nieuw soort auteur. 'Literatuur' als amusement, de schrijver als entertainer (bij sommige passages hoor je hem voorlezen), de roman als pretpark. Sommigen nemen hem die houding kwalijk. Dat lijkt me onzinnig. Zulke boeken moeten er nou eenmaal ook zijn. En dan kunnen ze maar het best worden geleverd door Ronald Giphart. Het genre liefderatuur kan alleen naar de eigen criteria worden beoordeeld. Voor Phileine zegt Sorry geldt derhalve: stijl, stijl en stijl. En die is meesterlijk. Schrijver Giphart, Ronald Titel Phileine zegt sorry : roman Jaar van uitgave 1996 Bron PZC : provinciale Zeeuwse courant Publicatiedatum 01-11-1996 Recensent Hans Warren Recensietitel Phileine wordt een modieuze Pietje Bell : spiegel voor een generatie Sinds vier jaar maakt Ronald Giphart (geb. 1965) de Nederlandse literatuur onveilig. Geen conventie is heilig voor hem, blijkt uit Giph en zijn andere even vrijmoedige als uitdagende boeken. Phileine zegt sorry heet zijn nieuwste roman. De heldin, nlet voor niets een zuster van Giph, besluit het verhaal met een opmerkelijke oproep: "Moeten we ons altijd verschuilen achter cynisme, ironie, satire, sarcasme?" Phileine, de hoofdpersoon uit Ronald Gipharts pas verschenen roman is naar eigen zeggen 'een onverklaarbaar mooi meisje' van tweeëntwintig jaar. Ze ziet haar toekomst al voor zich: "Veel verdienen, een goede gezondheid, een ruim huis, een gelukkig bestaan, de lekkerste seks en altijd de beste tafels in restaurants. Een vervelend vooruitzicht, maar ik zal ermee moeten leren leven". Veel van de figuren uit Gipharts boeken zijn zulke aantrekkelijk, jeugdige, zelfverzekerde mensen. Ze hebben geen last van complexen, maar er is ook weinig dat hen echt raakt. Grote zorgen hebben ze niet, maar ze voelen zich wel enigszins overbodig. Ze weten alles al van het leven, maar het ontbreekt hen aan betrokkenheid. Hoe jong ze ook mogen wezen, ze zijn behoorlijk moe. Ook de heldin uit Phileine zegt sorry heeft dikwijls last van het-is-allemaal-al-eerder-vertoond-stemming. Wat ze meemaakt, wordt direct van spottend commentaar voorzien. Voor iedereen die ze tegenkomt, heeft ze een honende opmerking in petto. Een meisje dat alles méé lijkt te hebben, een meisje dat nergens door van haar stuk lijkt te kunnen worden gebracht, een meisje dat alleen in relativering kan geloven. Maar al snel ontdekt de lezer scheuren in het pantser van Phileine. De schrijver laat haar weliswaar zeggen: "Verongelijktheid is mijn levenshouding" en "Ik ben zo iemand die plezier in het leven eigenlijk alleen voor zichzelf vindt mogen". Maar deze vertegenwoordigster van de verwende generatie treurt op de eerste bladzijde al: "Er is nooit eens iets wat blijft zoals het was." Tegenstrijdigheden Net zoals bij Phileine de buitenkant en de binnenkant verschillen, vallen ook in deze roman grote tegenstrijdigheden te bespeuren, bij personage èn auteur gaan uiteindelijk de maskers af. Giphart schrijft vrolijk, vlot en vrijblijvend, lijkt het op het eerste gezicht. Maar voor hoeveel hilariteit hij ook zorgt, hij heeft wel degelijk iets te vertellen. In elk geval is deze roman met satirische aanloop en bewogen slot een van de gekste, uitbundigste, hartveroverendste, onmogelijkste boeken uit de hedendaagse letterkunde geworden. Ronald Giphart heeft zich blijkbaar voorgenomen dat zijn literatuur in geen enkel opzicht op andere literatuur mag lijken. Hij houdt van provoceren en schrijft met een verrassende vanzelfsprekendheid over seks. Zelfs aan dingen als motto, opdracht en verantwoording merk je zijn tegendraadse aanpak. Het motto van deze roman bestaat niet uit een citaat van een beroemde schrijver, maar uit een spotprent van Gummbah. De dwarse opdracht luidt: "Tegen G." En in de verantwoording bekent hij zich door vele werken van anderen te hebben laten inspireren, "met name door Romeo & Juliet van William Shakespeare (...) Soms heb ik zelfs geciteerd zonder bronvermelding. Schande! Sorry." Maar zijn werk valt vooral op door de àndere toon: ontspannen en ironisch. Giphart is zo'n zeldzame schrijver die zichzelf niet serieus neemt. Regelmatig onderbreekt hij zijn verhaal met maffe opmerkingen als: 'voor de late inschakelaars: we zijn in New York'. En om zijn proza verteerbaar te maken voor de zappers gaat hij er zelfs 'heel even uit voor een mededeling van de sponsor'. Waarop de reclameboodschap volgt: "Een boek van uitgeverij Balans, dan heb je wat in handen!" Met dit boek van Balans heb je wel een heel vreemd geval in handen. Als ik Phileine zegt sorry moest typeren, zou ik zeggen dat we met een modieuze tegenhanger van Pietje Bell te maken hebben. Deze nieuwe Pietje Bell is een ondeugend meisje in plaats van een ondeugende jongen. De plek van handeling is niet Rotterdam, maar New York. Toch zijn Pietje en Phileine uit hetzelfde hout gesneden: ze hebben de beste bedoelingen, maar die pakken vaak verkeerd uit. Phileine kan mensen diep kwetsen, simpelweg omdat ze de situatie niet doorheeft. "Het is toch niet normaal zo wit als jij ziet. Slik je geen extra vitamine C?", zegt ze tegen een jongeman van wie haar later duidelijk wordt dat hij aan aids lijdt. Levensorgeltje Phileines vriend Max is naar New York vertrokken in verband met een Shakespeare-project. In haar eenzaamheid zet ze de feiten op een rij: "Mijn vriendinnen zijn mijn vriendinnen niet meer (...) ik werk me de laatste tijd de pleuris terwijl ik normaliter lui en indolent ben (...) en het enige vrolijke toontje van mijn levensorgeltje ligt ver ver weg in Amerika te feesten, te zuipen en vreemde vrouwen te bevredigen." Ze gaat óók naar New York, een oudere man Fabian brengt haar waar ze wezen moet. Al snel vindt ze een vriendin in de Vlaamse Gulpje, net zo'n schatje als zij. De meisjes zijn beiden onwaarschijnlijk vaardig in de edele kunst van het schelden en ze weten allebei ongelooflijk veel van erotiek. Phileine denkt voortdurend aan seks, ze praat liefst over seks, en ze doet graag aan seks. Anderen zien haar als een 'onsympathieke cynische alleshaatster' en 'een echte bitch'. Ze doet haar best om aan dit beeld te beantwoorden. Maar zoals een zuster van Giph en een achternichtje van Pietje Bell betaamt, lukt dat niet helemaal. "Geweld kan ik niet hard genoeg toejuichen, maar mensen mogen elkaar natuurlijk geen pijn doen", verklaart ze bijvoorbeeld. Inmiddels stelt Max haar teleur. Hij treedt op in een experimentele versie van Romeo & Juliet, daarin moet hij openlijk de liefde bedrijven met een medespeelster. De scène wordt verdacht goed geacteerd, waardoor de jaloezie bij Phileine hoog oplaait. De eerste keer laat ze het bij een muilpeer voor Max. Maar de tweede maal - als het nog heftiger toegaat en zij heel veel gedronken heeft - grijpt ze in. Tijdens de voorstelling begint ze te brullen: "Zo is het echt genoeg, drietrapsdebiel!" Ze belandt bij Fabian, die haar de volgende ochtend de krantenkoppen kan tonen. Zelfs wordt ze voor een veelbekeken tv-programma uitgenodigd en ze steelt daar de show. Toch komt het weer goed tussen haar en Max, en tijdens een groot aidsgala komt ze tot inkeer. Ze beklimt een podium en zegt daar roerende woorden: "Ik wil pleiten voor meer tolerantie, minder geldingsdrang, minder haast, minder lawaai, en meer aandacht voor elkaar." De ommezwaai van Phileine gaat gepaard met een ommezwaai bij Giphart. In de auteur van zeer hardvochtige zinnen blijkt ook een heel sentimentele schrijver schuil te gaan. Dat leidde tot een grillige roman die zich niet laat rubriceren. Een roman die juist op die manier een spiegel is voor een generatie die tegelijk niets wil en alles wil.