Sleutel Het lidwoord • Het artikel 1 1 het - 2 de - 3 de - 4 de - 5 de - 6 de - 7 het - 8 de - 9 het - 10 de - 11 de -12 het - 13 de - 14 de - 15 de - 16 het 2 1 0, 0 - 2 een, 0 - 3 0, 0 - 4 0, het, 0 - 5 0, de 3 1 Thee, koffie en vruchtensap zijn niet telbaar. - 2 Je spreekt over een onbepaalde hoeveelheid taart. - 3 Zout is niet telbaar. - 4 Geluk is een abstract begrip. - 5 Je spreekt over een onbepaalde hoeveelheid regen en zonneschijn. - 6 Bij talen gebruik je geen lidwoord. - 7 Bij talen gebruik je geen lidwoord. - 8 Je spreekt over een onbepaalde hoeveelheid zakgeld. - 9 'Jong en ouď is een vaste uitdrukking. - 10 Bij sporten gebruik je geen lidwoord. 4 (1) Het (2) de (3) het (4) het (5) de (6) een (7) de (8) de (9) de (10) het (11)0 (12) de (13) een (14) de (15) het (16) 0 (17) 0 (18) 0 (19) 0 5 1 De, de, de - 2 Het - 3 het - 4 De, de, de - 5 Het, de - 6 het - 7 De, de -8 De, de, de - 9 Het, het - 10 De, de, de 6 Deze woorden zijn allemaal vrouwelijk: gezelligheid - bolide - verrassing -azalea - liefde - emotie - kunst 7 Bij de/een overval in de nacht van zaterdag op zondag op het Grand Casino in Brussel is zeker 600 000 euro buitgemaakt. Dat meldt de Belgische televisie. Vier gemaskerde overvallers, gewapend met 0 machinegeweren, dwongen de/0 medewerkers van het casino rond 4.00 uur de/0 kassa's en een/de kluis te openen. Er is niet geschoten en niemand raakte gewond. Het substantief • Het zelfstandig naamwoord 1 1 het baby'tje, de baby's - 2 het kamertje, de kamers - 3 het mannetje, de mannen - 4 het dvďtje, de dvďs - 5 het parapluutje, de paraplu's -6 het koffertje, de koffers - 7 het e-mailtje, de e-mails - 8 het pennetje, de pennen - 9 het vingertje, de vingers 2 1 het vergaderingetje - 2 het persoontje - 3 het mannetje - 4 het drempeltje -5 het taakje - 6 het elementje - 7 het naampje - 8 het bronnetje - 9 het kraantje - 10 het lesroostertje - 11 het hulpje - 12 het risicootje - 13 het wijzigingetje - 14 het bedrijfje - 15 het schermpje - 16 het vrouwtje 3 1f - 2o - 3i - 4h - 5n - 6j - 7d - 8p - 9e - 10b - 11 a - 12m - 13g - 14c - 15k -161 4 (1) een koninkje (2) een koninginnetje (3) een kindje (4) een groot feestje (5) hun familietje (6) hun vriendjes (7) twaalf feetjes (8) goede dingetjes (9) twaalf gouden bordjes (10) dit prinsesje (11) vijftien jaartjes (12) een spinnewieltje (13) het vloekje (14) het dagje (15) het kasteeltje (16) het oude torentje (17) het trapje (18) een deurtje (19) een vergeten zoldertje (20) een oud vrouwtje (21) het landje (22) het verhaaltje (23) prinsjes (24) het haagje DOE wat met grammatical (25) prachtige bloemetjes/bloempjes (26) zijn rugje/ruggetje (27) een kusje (28) haar oogjes 5 1 glaasje - 2 kettinkje - 3 cafes - 4 koeien, dieren - 5 gaatje - 6 tafels, bloemen - 7 dvd'tje - 8 eega's - 9 rondjes - 10 sigaren 6 (1) begrafenissen (2) jaar (3) stad (4) job (5) dood (6) vader (7) morgen (8) radio (9) ziekenhuizen (10) ondernemers (11) last (12) hobby (13) familie (14) begrafenismaal 7 (1) heeft een wetenschapper (2) een bezoeker (3) een steen (4) een ander object (5) een uur (6) de bewaker... verzorgt (7) het resultaat (8) onze collega-primaat... bekijkt (9) een mentale simulatie (10) een mogelijke gebeurtenis 8 (1) dochtertje (2) neusje (3) zakdoekje (4) probleempje (5) sinaasappeltjes (6) boterhammetjes (7) kleertjes (8) schooltasje (9) briefje (10) taakjes (11) bedje 9 1 de omgeving - 2 de betrekking - 3 het verschil - 4 de discussie - 5 het verlies - 6 de ervaring - 7 het bezit - 8 het gevolg - 9 het deel, de deling -10 de oplossing 10 1 verstaan - 2 verzorgen - 3 concluderen - 4 schoonmaken - 5 leveren -6 klagen - 7 arresteren - 8 verwittigen - 9 excuseren - 10 conf ronteren 11 1 de schoonheid - 2 de stilte - 3 de onbeleefdheid - 4 de leegte - 5 de luiheid - 6 de ziekte - 7 het geluk - 8 de lelijkheid - 9 de actie - 10 de discretie - 11 het geloof 12 (1) problemen (2) files (3) wegen (4) reis (5) zuiden (6) drukte (7) mensen (8) dagen (9) verkeer (10) land (11) gordel (12) alcohol (13) voorrang (14) landen (15) rijden (16) afstand (17) kilometer (18) snelweg (19) voorligger (20) jongeren (21) vakantie (22) hotel (23) ouders (24) vrienden (25) lief (26) luxe (27) tent (28) flatje (29) jeugdherberg 13 (1) jaar (2) kinderen (3) bloemetjes (4) uur (5) auto (6) bloemen (7) rozen (8) euro (9) zoenen (10) Vegetariers (11) hapjes (12) vleeseters (13) satés (14) frieten (15) pralines 3 Het adjectief • Het bijvoeglijk naamwoord 1 1 lieve - 2 stoute - 3 charmante - 4 knappe - 5 leuk - 6 rijke - 7 verleidelijke-8 klein - 9 grappig 2 1 Deze telefoon is splinternieuw. - 2 Muinika koopt altijd verse groenten. -3 De collega van Lena is verstrooid. - 4 Dat zijn leuke pantoffels. - 5 Haar vriend is Amerikaans. - 6 Het boek van Sylvia is psychologisch. / Het boek dat Sylvia schrijft, is psychologisch. - 7 Gisteren hebben we een uitputtende wandeling gemaakt. - 8 De e-mails van Anna zijn foutloos. / De e-mails die Anna schrijft, zijn foutloos. - 9 De Eiffeltoren in Parijs is imposant. - 10 De computer van Dominique is goedkoop. 3 (1) heerlijke (2) menselijke (3) grootste (4) aangename (5) gedeelde (6) echte (7) Sterke (8) hevige (9) stille (10) bange (11) amoureuze (12) warme (13) professioneel (14) artistiek 182