Dialect Het is ochtend en ik loop in de richting van een Brabants dorp, dat vijf kilometer verderop ligt. De lucht is strakblauw, de zon schijnt en er Staat een koel briesje: volmaakt wandel-weer. Toch kom ik uitsluitend fietsers tegen: oudere echtpa-ren met handige afritsbroeken en uniseksfleecejacks. Men groet vriendelijk in het voorbijgaan. Recreanten onder elkaar, genietend van het Brabantse landschap en de wolkenloze he-mel. Er borreit onvervalste vaderlandsliefde in me op. Ne-derland, denk ik, is een schoon en overzichtelijk geheel: als je maar goed kijkt. Het zandpad dat ik volg voert längs mai'svelden en weilan-den: ongelooflijk groen gras, fris gewassen en met de hand beschilderde koeien. Een rondborstige dame op een soort moderne solex rijdt me tegemoet. Aan haar stuur hangt een mand vol pompoenen. Ik steek mijn hand op, zij knikt en roept me, wanneer ze me passeert, iets toe dat klinkt als 'enee mutte meulig stobbelen'. Ik lach nog even welwillend, al begrijp ik niet wat er gezegd is. Een krakkemikkige vertaalmachine begint in mijn hoofd te ratelen en slaat al gauw, zonder enig resultaat, weer af. Was het een groet, een raadgeving, een grapje? De vrouw met de pompoenen verdwijnt uit het zieht, een zandwolk achterlatend. 'Enee mutte meulig stobbelen,' her-haal ik. Het klinkt vriendelijk, maar dat zegt niet zo veel, aan- 27 gezien ik het Brabants dialect niet machtig ben. Misschien riep ze simpelweg 'je hebt een reet als een boerenknoF en heb ik dat glimlachend aanvaard. Toeristen hebben nu eenmaal de neiging folkloristische aardigheid te verwachten. Het is de kracht van de suggestie. Dit is immers het tcrrein van carnaval, van 'ons ma' en vlaai bij de koffie. Wie automatisch iets 'gezelligs' of 'bourgon-disch' achter alle onbegrijpelijke mededelingen vermoedt, geeft daarmee nu juist blijk van die typisch stadse naiviteit die onder plattelanders tot spot en hoon zal leiden. 'Enee mutte meulig stobbelen.' Heb ik het niet gewoon verkeerd verstaan? Verkeerd onthouden? Peinzend wandel ik verder. Een mens moet niet tobben? Eens zul je melig ster-ven? Je kuiten zijn te hobbelig? Nederland, denk ik, is een vreemd en onbegrijpelijk geheel. Als je goed luistert, dan stobbelt het meulig. 28 14