den spraal Werkblad 28 B Functiewooider Niveau: vanaf A2 .tas................................. .. kantoor is vandaag . keek niet__ . geslaagd- .zullen_____ _weer________ _moetgauw _ . glas water _ . nog nooit____ . nietgenoegstoelen. Werkblad 30 Zwakke vormen. met name'er Moet dat boekopje bureau? Ja hoor, leg_______maarop. Mag die Schaar bij het gereedschap? Ja hoor, leg______________.........__________maar bij. Zai ik het koffieapparaat aanzetten? Ja hoor.zet______maaraan. Kan de pieister op het wondje? Ja hoor,doe_________________maarop, Kunnen de broodjes in de oven? Ja hoor, doe_____maar in. Mag de stekker uit het stopcontact? Ja hoor, haal_maar uit. Kan ik mijnjas hier ophangen? Ja hoor. hang____________maar op. De medicijnen in de kast? Ja hoor.zet_________________maar in. Moet dat meisje naar de dokter? Ja hoor, breng_maar naartoe. Mag Karin nog een koekje? Ja hoor.geef____maar een. Uitspraaktramer in de les Uitspraaktramer in de les G .wq aih nt? vu I Boom