Werkblad 1-5 Kiantoetemngen 1 t/m 4 [u] en [y] - voorbeeldwoorden: poes en excuus [cey] en [0] - voorbeeldwoorden: luik en leuk 1 buren / boeren buik / beuk 2 tuur / tuur 2 Teun /tuin stoer/ stuur huis/ heus Loek/ Loek keuken / kuiken moer / moer 5 schuit / scheut 6 voeren /viiren 6 teut/tuit 7 voer/vuur 7 zuiver / zuiver 8 moer / muur g leus/ luis broed / bruut Q schuiven / schuiven Ruud / roet 10 schuit / scheut [u], [y] en [o] - voorbeeldwoorden: moet, minuut en inoo: [oey] en [au] - voorbeeldwoorden: mit en goud boten / boeten 1 huren / hoeren 3 groot / groot 4 goed / goot gewoon / gewoon 6 dood / doet sturen / sturen troepen /tropen turen / toeren 10 moet / moot 1 lauw / lui j ruim / ruim 3 hout / hout 4 ZOUt / ZUid buit / bout b kult/ kuit 7 stout / stuit 8 kuis/kous 9 trouw / trouw 10 goud / goud [ai], [oi] en [ui] - voorbeeldwoorden:draai,dooi [ei] en [e] -voorbeeldwoorden: geinen geen en doei kijken / keken haai / hooi meid / deed : ;2 : boei / baai mee / mee ooit / ooit reden / rijden 4 bloei / bloei zij / zij zooi / zaai 6 glijd / gleed 6 vloeien / vloeien krijg / kreeg 7 vermoeid / vermoeid % leken / leken g moeite / moeite i) rijzen / reizen 0 aai / ooi 10 kneep / kneep 10 groei / graai