Verkblad 9 a hoor. kom maar. 1 Heb je even tijd? - Ja hoor, kom maar. 2 Zal ík op je wachten? - Nee hoor, ga maar. 3 Kan ikditweggooien? - Ja hoor, doe maar. 4 Ben je nog lang bezig? - Nee hoor, zo klaar. 5 Zal ik je even helpen? - Nee hoor, laat maar. 6 Is er nog koffie? - Ja noor, neem maar 7 Is het moeilijk? - Nee hoor, kijk maar. 8 Doe je dit met opzet? - Nee hoor, zomaar. 9 Kan jk wat Sater komen? - Ja hoor, zie maar. o Za! ik maar stoppen? - Nee hoor, ga maar door. itspraaktrainei in de les í> ?.o(