huiswerk => 3 maart § Woordjes eerste college instuderen § “Wat als? En als…dan-zinnen”: als…dan-zinnen (p. 4) lezen en gebruikswijze tijden uitleggen § “Bijgeloof” – oefening 6: fragment André (00:01:10 – 00:03:20) en Ineke (00:05:04 – 00:08:40) beluisteren en vraagjes beantwoorden. § Schrijfopdracht: hoe bijgelovig ben jij? Schrijf een korte tekst (ca. 1 A4’tje) over jouw verhouding tot bijgeloof. Ben je bijgelovig? Zo ja, welke dingen doe je om ongeluk te vermijden, welke dingen heb je bij je die geluk brengen, etc. Ben je helemaal niet bijgelovig leg dan uit waarom niet. Wat vind je van bijgeloof? § “Bijgeloof” – oefening 7: luister naar het liedje en voer de opdrachten uit (A + B + C); controleer vervolgens je antwoorden met de oplossingen op de volgende pagina en studeer de nieuwe woordjes in! Oplossingen “Bijgeloof”, oefening 7 A) seizoen; schaars; vertier; loopt; snor; speelde; trok; gefluisterd; onderweg; kroeg B) a. vertier; b. schaars; c. schaars; d. trok/trekt; e. loopt; f. snor; g. snor; h. speelt C) 2 x “jij is” in plaats van “jij bent”; “fantastig” in plaats van “fantastisch”; ook “nog meer” en “toch” zijn hier ongewoon