Syntaxis van het Nederlands NI02_06 https://rlv.zcache.ca/keep_calm_and_focus_on_syntax_square_sticker-rd8a78e68e9c04ccdac5176eac5fb7d7 e_v9wf3_8byvr_324.jpg Syllabus Zomersemester 2019 Theoretisch gedeelte gebaseerd op Van Santen, A.: Traditionele zinsontleding voor niet-neerlandici: een syllabus behorende bij de colleges. Rijksuniversiteit Leiden, 1995. Inhoud en eisen NI02_06: Syntaxis zomersemester 2019 In dit college staat de Nederlandse ZIN centraal. In deze cursus gaan we de Nederlandse zinnen redekundig ontleden, we zetten de Nederlandse zinsdelen op een rijtje en we gaan steeds kijken naar de verschillenen gelijkenissen tussen het Tsjechisch en het Nederlands. Verder gaan we de woordvolgorde van het Nederlands onder de loep nemen en vooral de woordvolgorde in het middenstuk van de zin die het meest problematisch lijkt. In het praktische gedeelte van de cursus gaan we ook de rectie bij enkele werkwoorden leren en we herhalen de Nederlandse onregelmatige werkwoorden. Thema’s: 1. Terminologie 2. Het gezegde: predikaat, persoonsvorm, overige delenvan het gezegde, naamwoordelijk- en werkwoordelijk gezegde 3. Onderwerp: soorten onderwerp 4. Objecten: soorten voorwerp 5. Bijwoordelijke bepalingen 6. Speciale soorten bijwoordelijke bepalingen 7. Zinsdelen, bijzinnen 8. Zinstypen 9. Woordvolgorde 10. W.v.t.t.k., herhaling en verrijking Literatuur: ANS: http://www.let.ru.nl/ans/ Devos, Magda: handout bij het college Principes van de woordvolgorde van het Nederlands Engelbrecht, W.: Stručná gramatika nizozemského jazyka – pracovní verze, Olomouc: 2010 Florijn, A. et al. De regels van het Nederlands: Grammatica voor anderstaligen, 3de druk. Groningen: Wolters-Noordhoff, 2004. Goosens, M en A. Wouters: Doe wat met grammatica, Antwerpen: Standaard Uitgeverij Professional, 3de druk, 2013 Luif, J.H.J., In verband met de zin: inleiding in de Nederlandse spraakkunst, Amsterdam University Press, 1994. Van Santen, A., Traditionele zinsontleding voor niet-neerlandici: een syllabus behorende bij de colleges, Rijksuniversiteit Leiden, 1995. Eisen voor het examen: - actieve deelname aan de colleges - voorbereiding voor de colleges - maximaal twee afwezigheden - uitwerken van de huiwerkopgaven - schriftelijk examen aan het einde van het semester