Les 26 Congruentie Er moet overeenstemming tussen onderwerp en per-soonsvorm zijn ^congruentie). Hier volgen meer woordein die in betekenis meervoud zijn, maar grammaticaal in net enkelvoud gebruikt worden: bende, berg, blik, bos, drom, hoeveelheid, klu-wen, kudde, lading, leger, legioen, menigte, reeks, rij, schare, school, serie, soort, stoet, verzameling, zootje, troep. Ik ga met mijn neef naar Den Haag. Wij gaan naar de ambassade. Als het onderwerp enkelvoud is, moet de persoonsvorm 00k enkelvoud zijn. Bij sommige woorden gaat dat snel tout. Het woord aantal is grammaticaal enkelvoud, hoewel er meer personen of dingen mee bedoeld worden. Een groot aantal mensen ging niet naar de stembus. Die zwerm vogels trekt naar wärmere landen. Een groep jongeren hing rond op het plein. Enkele soortgelijke groepsaanduidende woorden die 00k met een grammaticaal enkelvoud gebruikt worden, zijn: een handjevol, een massa, een stel, een tiental (of andere hoeveelheid). Voorbeelden: Er was maar een handjevol mensen aanwezig bij de prijsuitreiking. Een massa mensen ging kijken naar de rijtoer van de koningin. Wat een stel vervelende mensen is dat! Een tiental mensen bleef nog zitten na die rumoerige vergadering. Maar kijk nu naar deze zin: De media geven een vertekend beeld. Media is het meervoud van het Latijnse woord medium. Hierbij moet wel de meervoudsvorm van het werkwoord gebruikt worden! Andere woorden van Latijnse oorsprong met hun meervoudsvorm zijn: museum - musea lyceum - lycea gymnasium - gymnasia datum - data centrum - centra visum - visa ,__- medicus criticus stimulus cursus - cursussen Meer 'alledaagse' woorden hebben een Nederlands meervoud: bonus - bonussen medici critici stimuli 58 Les 26 Congruentie Oefeningen i Maak een goede zin. Gebruik het aangegeven werkwoord en (et ook op de tijd. 1 Er_(lopen) een kudde Schapen op de smalle weg zodat wij niet verder konden rijden. 2 Tijdens de betoging_(zijn) een aantal herrieschoppers opgepakt. 3 in dit grammaticaboek_(komen) een grote hoeveelheid onderwerpen aan de orde. 4 Door de hevige regen_(komen) vorige week een grote hoeveelheid modder naar beneden. De massa_(bedelven) een aantal huizen. 5 U_(moeten) erop leiten dat een aantal Latijnse woorden nog een Latijns meervoud _(hebben). 6 De musea in Nederland_(zijn) meestal 's maandags gesloten. 7 De massamedia_(kunnen) worden verdeeld in publieke en commerciele media. 8 Een zwerm_(zijn) een hoeveelheid vogels, insecten of vleermuizen die schijnbaar als één groep__(bewegen), net als een school vissen dat_(doen). 9 Een verzameling_(zijn) een collectie van verschillende voorwerpen die iemand verzameld _(hebben). 10 Na de vergadering_(blijven) een aantal mensen nog napraten overde beslissing die op de ver- gaderingwas genomen. 2 Vul een vorm van het werkwoord zijn in. 1 Het aantal leerlingen op die school_in enkele jaren tijd verdubbeld. 2 Slechts een van de aanwezigen_het niet met het voorstel eens. (v.t.) 3 Kun je een buisje aspirine voor me meebrengen; dit_leeg. 4 Het_zo koud buiten dat het water binnen_bevroren. (v.t.) 5 Waarom_je niet op school? 0, ik_maar eens een dagje thuisgebleven. 6 Wat een stel leuke kinderen_dat! 7 Er_een massa mensen op de been die allemaal naar de wedstrijd gingen kijken. 8 In grote Steden zoals Amsterdam, Londen en Parijs_veel musea. 9 Wat een troep_dat! De schoonmakers hebben het gelukkig snel opgeruimd! 10 Negen maanden wachten_een hele tijd! 3 Vul een vorm van het werkwoord hebben in. 1 Een aantal van de mensen die ik_aangeschreven,_niet gereageerd. 2 De opera Aida met al die paarden_destijds veel indruk op mij gemaakt. 3 Jan, die hier bijna dertig jaar_gewerkt, wordt waarschijnlijk toch ontslagen. 4 Kees_het de hele dag over zijn vakantie waarin hij weinig plezier_. (v.v.t.) 5 Toen haar moeder overleed,_Jeanne veel aan haar vriendin. 6 Sinds die twee iets met elkaar_, zie je ze altijd samen. 7 Spreek jij Jan nog? Ik moet nog geld van hem_. 8 Marga_iets van een koningin, ze lijkt ook wel een beetje op Beatrix. 9 De chef gaf in zijn toespraak aan hoe hij het voortaan wilde_. 10 _is_; krijgen is de kunst. Les 26 Congruentie