2. Het hoe: methode, zoeken van materiaal, soorten onderzoek, planning Doel: Jullie krijgen duidelijkheid over alle mogelijkheden waar je aan materiaal kan komen en hoe je dit moet benaderen (bv. kritisch lezen, sorteren), je leert hoe je bewust voor een methode kiest, wat het eigenlijk betekent „onderzoek“ te doen. Je leert waarom een planning belangrijk is; 2.1. De methode - Lezen: Lemma 22-25, 27-53 - Lezen: Eco 45-64 (te uitgebreid, veel voorbeelden) - Zoek het antwoord op de vraag: wat is wetenschappelijkheid, objecitviteit? - Over het nut van en de omgang met theorie: NRC 29-32 Vragen: 1. (NRC) Wat betekent het „theorieën te gebruiken“? Hoe zou je in een ideaal geval een theorie moeten gebruiken? 2. (Lemma, 27-28) In welke gevallen is theorie niet nodig en wanneer moet je wel theoretische kennis gebruiken? 3. Wat is het verschil tussen zuiver wetenschappelijk onderzoek en toegepast onderzoek? (35) 4. Wat is beschrijvend onderzoek, toetsend onderzoek? Wat betekent onderzoek „ex ante“ en „ex post“? Bedenk voorbeelden voor de laatste twee voor de Neerlandistiek. 5. Wat betekent correlationeel onderzoek? Experimenteel onderzoek? Wat is een gevalsstudie? Wat is historisch onderzoek? Wat is het doel van historisch onderzoek? 6. Wat is een inhoudsanalyse? Wat is scenario-onderzoek? 7. Wat betekent „onderzoeksmethode“ eigenlijk en wat moet je allemaal aan de lezer erover vertellen? (45) 8. Waarom moet het onderzoek gepland en ontworpen worden?