de Engelse koning, of de bastaard Giovanni Borgia uit De scharlaken stad, die in het 16de-eeuwse Rome op zoek is naar zijn ware afkomst, of de 5de-eeuwse dichter Claudius Claudianus uit Een nieuwer testament, allemaal vragen ze zich af: wie ben ik? waar kom ik vandaan? waar ga ik heen? Fundamentele vragen die in het hele werk van Hella Haasse weerklinken. Ook in haar autobiografische teksten. Net zoals haar romanpersonages op zoek gaan naar hun achtergrond en beweegredenen, zo graaft ook zij naar haar drijfveren. Op die manier legt ze verantwoording af en gunt ze de lezer een blik in haar leef- en denkwereld. Haasses autobiografische werk en haar proza zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het woud der verwachting is een traditioneel boek. Maar gaandeweg worden Haasses historische romans complexer en experimenteler. Ook gaat ze steeds compacter schrijven. De tuinen van Bomarzo is het sluitstuk van haar vroege historische werk. Het is een mengeling van een reisverhaal, een essay en een historische roman, waarin Haasse op zoek gaat naar het raadsel achter de bizarre Renaissance-beeldentuin in het Italiaanse plaatsje Bomarzo. Belangrijke thema's en motieven uit haar werk komen hier samen: het leven als een labyrint, het zoeken naar de verborgen samenhang tussen de dingen onder het oppervlak van de realiteit, de bedrieglijke zekerheden van de officiële geschiedschrijving. ,,Ik weet niet waar het heden ophoudt en het verleden begint,'' schrijft ze op het eind van het boek. ,,Niets is ooit geheel voorbij. De geschiedenis kan op duizend manieren geschreven en herschreven worden.'' Al schrijvend presenteert ze hr interpretatie, haar `draad van Ariadne' door het labyrint van het verleden. InhaarlaterehistorischeromanstastHaasse steeds nadrukkelijker de grenzen af tussen historisch onderzoek en verbeelding. In Een gevaarlijke verhouding of Daal-en-Bergse Brieven presenteert ze een correspondentie tussen haarzelf en markiezin de Merteuil, het hoofdpersonage uit de 18de-eeuwse brievenroman Les liaisons dangereuses van Choderlos de Laclos. Door de markiezin een leven te gunnen buiten de bladzijden van Laclos' roman, verleent ze haar een levensechte status, om haar op het einde van het boek weer te verbannen naar het rijk van de fictie. In de Bentinck-romans doet ze precies het omgekeerde. Daarin presenteert ze geen personages, maar historische figuren. Centraal staat Charlotte-Sophie Bentinck, een rebelse18deeeuwse gravin die geen genoegen neemt met een opgedrongen huwelijk en onomwonden kiest voor haar ware liefde. Deze `documentaire' romans zijn opgevat als collages. Haasse beperkt zich tot het na elkaar monteren en aan elkaar schrijven van authentieke archiefstukken ­ dagboeken, brieven, documenten ­ waardoor de personages voor zichzelf spreken. Alleen waar dat nodig is, vult ze de zwarte gaten die de tijd heeft geslagen op met haar verbeelding. Ze doet dat zo ingenieus dat historische figuren worden omgetoverd tot overtuigende ro- manpersonages. Natuurlijk is die bescheiden opstelling van Haasse bedrieglijk. Zij heeft de documenten immers niet alleen zo geselecteerd en geordend dat het in haar kraam past, ze heeft ze ook vertaald en geredigeerd. Dat houdt een interpretatie in. De hoofdpersonages van haar documentaire romans, zoals Sophie Bentinck en de eigengereide Rudolf Kerckhoven (uit Heren van de thee) zijn dan ook echte Haasse-personages: onafhankelijke geesten die hun eigen weg gaan en daardoor in botsing komen met hun omgeving of de zeden van hun tijd. Het zijn historische personages, maar de dilemma's waarmee ze worstelen zijn van alle tijden. Wat wil ik zelf? Wat willen de anderen? Blijf ik onvoorwaardelijk trouw aan mezelf of conformeer ik me aan de samenleving?Datzijndevragenwaarmeealle personages van Hella Haasse te maken krijgen, over de eeuwen heen. Ze moeten zichzelf leren begrijpen en de samenhang zoeken die onder de werkelijkheid verborgen ligt, waardoor die werkelijkheid oneindig wordt uitgebreid. Hella Haasse lezen is ronddwalen in een wonderlijk doolhof, maar het is aangenaam toeven in haar labyrintische beelden- tuin. je zelf . `Ik weet niet waar het heden ophoudt en het verleden beginť Hella Haasse signeert `Oeroeg' (1948). Letterkundig Museum HELLA S. HAASSE Oeroeg. 96 blz., 16,95 E . De Meester van de Neerdaling. 200 blz., 18,95 E . De scharlaken stad. 288 blz., 19,95 E . Het tuinhuis. 160 blz., 16,95 E . Querido. Volgend voorjaar verschijnen de volgende drie delen. ARNOLD HEUMAKERS e.a. Een nieuwer firmament. Hella S. Haasse in tekst en context. Querido, 224 blz., 19,95 E . In `Het liegend konijn', oktober 2006, werden acht gedichten opgenomen van Hella S. Haasse. x www.hellahaasse.nl www.standaard.be/hellahaasse Als actrice in `Tingeltangeľ, geregisseerd door Wim Sonneveld (1945). Theater Instituut Nederland Rond 1925. rr De familie Haasse rond 1934. rr L5DSLETTERENDe Standaard Vrijdag 29 december 2006 Nelleke Noordervliet: ,,Ik voel me verwant met het werk van Hella Haasse, omdat ik haar en haar werk goed ken. Ik heb me steeds `in gesprek' gevoeld met dat werk. Het bracht me tot instemming of tegenspraak, het inspireerde me tot vragen. Ik bewonder de reikwijdte en de diepgang ervan. Mijn eigen werk is in zoverre door haar benvloed dat zij me het gevoel heeft gegeven ,,te mogen schrijven''. Haar houding strekte me tot voorbeeld. Ze is altijd haar eigen weg gegaan, wars van de waan van de dag, maar tegelijk op haar eigen wijze inspelend op actuele maatschappelijke problemen. Dat heb ik altijd bewonderenswaardig gevonden. Die houding, meer dan de thematiek of de stijl, heeft me benvloed. Haar oeuvre is volgens mij van belang door de menselijke zoektocht naar verborgen verbanden in heden en verleden die van alle tijden is. Haar boeken hebben een geheel eigen karakter en zijn feilloos van andere te onderscheiden. Zoals het werk van Vestdijk en van Her- mans.'' Arthur Japin: ,,De vergelijking tussen Hella S. Haasse en mij is vaak en van begin af aan gemaakt. Zelfs haar dochter heeft het er ooit met me over gehad, hoe zij na te zijn opgegroeid met de boeken van haar moeder eigenlijk geen historische romans van anderen meer kon lezen, maar De zwarte met het witte hart, mijn eerste roman, vormde daarop de grote uitzondering. Hellaenikhebbensameneenpaarkeer opgetreden, iets heerlijks, want een leuker mens om dat mee te doen kan je niet bedenken, en we hebben het er natuurlijk samen over gehad dat we altijd vergeleken werden. Er zijn natuurlijk veel overeenkomsten, zoals de werkwijze en een bepaalde keuze van onderwerpen, Nederlands-Indië bijvoorbeeld (dat in De zwarte met het witte hart een grote rol speelt). We kennen beiden als beloning voor het lange zoeken in archieven dat moment van, zoals zij dat noemt, `de historische erkenning', wanneer je iets vindt dat toebehoort aan de persoon over wie je schrijft. Ik denk zelf dat er twee andere zaken zijn, die buiten ons werk liggen, die ons en onze boeken verbinden. Dat is ten eerste een gedeelde voorliefde voor het werk van de Franse schrijfster Marguerite Yourcenar. Zij is van grote invloed geweest op mijn werk en duidelijk ook op dat van Hella Haasse. Ik vond het geweldig toen Le Monde in een recensie van een van mijn boeken die overeenkomst ook signaleerde. En ten tweede, niet onbelangrijk, zowel Hella als ik zijn begonnen als toneelspelers en cabaretiers. Die toneelachtergrond is voor mij van doorslaggevend belang geweest, zowel in de opbouw van mijn romans, als de keuze van mijn onderwerpen, de dialogen en vooral in de verregaande inleving waaruit de `stem' van de hoofdpersoon geboren wordt. Ik ben blij dat haar volledige werk opnieuw wordt uitgegeven, want er zitten een aantal meesterwerken tussen, zoals Oeroeg en Het woud der verwachting. (vdbv) Andere auteurs over Haasse Nelleke Noordervliet en Arthur Japin hebben allebei succesvolle historische romans op hun naam. Werden zij benvloed door Hella Haasse?