Les 1: Waar spreekt men Nederlands? vlaanderen.gif 1. De uitspraak – výslovnost Vocalen: samohlásky a- krátké: dak, kat, man, plan, wachten dlouhé: taal, gaan, talen, tafel, haar, praat, praten e- krátké: hek, ver, met, mens, mes, zes dlouhé: heet, feest, lees, lezen, heten, één, eet, twee, zeven redukované (sjwa): maken, gemaakt, zomer, lente, tafel i- krátké: ik, kind, midden, vind, zitten dlouhé: mier, bier, hier, vier, tien, iets, papier o- krátké: sok, kort, bos, bollen, pot dlouhé: boos, hoor, horen, ook, poot, rook u- krátké: bus, zus, muts, gelukkig, dus dlouhé: muur, uur, uren, buur, buren, duur y- [j]: yoga, yoghurt, yen [i]: ypsilon, gymnasium eu- keuze, leuk, geur, Breughel oe- toen, moeten, voet, hoed, schoen, boer, boek, zoek Tweeklanken: dvojhlásky ei/ij- ei, zei, Leiden, meisje, eisen, ijs, rijk, kijken, IJsland, IJsselmeer suffix: - lijk: moeilijk, vrolijk, eerlijk, heerlijk au- au, gauw, blauw, auto, auteur ou- kous, gebouw, mevrouw, koud, oud, Gouda ui- uit, tuin, huis, muis, buiten, gebruiken, uil, huil, kuil, ruilen, luister aai- saai, aaien, draaien, kraai, haai, lawaai ooi- mooi, dooi, prooi, kooi, zooitje oei- boei, bloei, bloeien, moeilijk eeuw- eeuw, leeuw, meeuw, schreeuw, zeeuw ieuw- nieuw, nieuwe, nieuweling Medeklinkers: souhlásky c- [s] citroen, cimbaal, cilinder [k] cactus, complicatie g- [x] gas, groot, zeggen, van Gogh, Gouda, grappig, gorgelen, geven, België [ž] genie, etalage t- [t] tien, trommel, tellen, staan [s] politie, portie v- [f] veel, Venlo, vader, vragen, geloven, Volendam w [v/w]: water, weer, wol, winter, eeuw, uw, ruw sj [š] Tsjechisch, meisje, huisje, poosje tj [ť] een beetje, potje, pootje, hondje nj [ň] oranje, kanjer sch [sx] school, schip, schrijven, schilderij, Scheveningen - isch [i:s] Tsjechisch, kritisch, sporadisch ng [ŋ] bang, hang, ding, lieveling, koning, koningin, ring nk [ŋk] bank, pink, drank Oefening: Ken jij deze steden en landen? Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag of ´s-Gravenhage, Haarlem, Naarden, Hilversum, Arnhem, Groningen, Friesland, IJmuiden, Vlissingen, Eindhoven, Brabant, Limburg, België, Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven, Zuid-Holland, Sluis, Luik, Turnhout, Venlo, Tsjechië of Tsjechische Republiek, Slowakije, Oostenrijk, Duitsland, Hongarije, Zwitserland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Europa, V.S. of Amerika, Brussel, Maastricht, Zeeland, Zeebrugge, Texel, IJsselmeer, Almelo, Hengelo, Almere, Apeldoorn, Amersfoort, Roosendaal, Nieuwegein, Gouda, Veenendaal, Ede, De Glind