Hoe begin ik aan een scriptie? 1 VOORAF SCRIPTIESEMINAAR – OVERZICHT 1. Hoe begin ik aan een scriptie? 2. Hoe is een scriptie opgebouwd? 3. Hoe verwerk ik literatuur in een scriptie? 4. Hoe verwijs ik naar bronnen in een scriptie? 5. Hoe schrijf ik een scriptie? AANBEVOLEN LITERATUUR – ACADEMISCH SCHRIJVEN In dit boek geeft de bekende Italiaanse schrijver en academicus enkele bruikbare tips:  Umberto Eco, Hoe schrijf ik een scriptie, vertaald en bewerkt door Yond Boeke en Patty Krone, Amsterdam, 200311 (eerste druk: 1985). Oorspronkelijke titel: Come si fa una tesi di laurea (1977) Praktische informatie en voorbeelden vind je onder andere in deze boeken:  Warna Oosterbaan, Een leesbare scriptie, Amsterdam/Rotterdam, 2004.  Lieven De Wachter en Carolien Van Soom, Academisch schrijven. Een praktische gids, Den Haag, 20102. Overal gelden andere richtlijnen. Een voorbeeld is de gids De schrijfregels die bestemd is voor studenten Nederlandse taal en cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Online raadpleegbaar op: www.ru.nl/publish/pages/551855/schrijfregels-versie20101.pdf EVALUATIE – Opdrachten  Aanwezigheid en medewerking  Tussentijdse opdrachten  Eindopdracht: inleiding scriptie HOE BEGIN IK AAN EEN SCRIPTIE? INLEIDING 1. WAAROM SCHRIJF IK EEN SCRIPTIE?  “je kunt een respectabele scriptie schrijven ondanks het feit dat je je niet in een ideale situatie bevindt;”  “juist het schrijven van je scriptie kan (ook als de rest van je universitaire „loopbaan‟ teleurstellend of frustrerend is geweest) de gelegenheid zijn om het positieve en opbouwende aspect van het studeren te hervinden. En daarmee bedoel ik dan niet zozeer het vergaren van kennis, als wel het kritisch uitwerken van ideeën, het verwerven van een zekere vaardigheid in het onderkennen van problemen (iets wat in het hele verdere leven van pas komt); het volgens een bepaalde methode benaderen van die problemen en het uiteenzetten ervan volgens bepaalde communicatietechnieken.” (Eco 2003: 12-13, mijn onderstrepingen, sr)  Je scriptie is een “visitekaartje”! (Oosterbaan 2004: 70) Hoe begin ik aan een scriptie? 2  “[…] een scriptie schrijven is leuk, en de scriptie is net een koe die je helemaal kunt uitmelken.” (Eco 2003:261)  “Je moet de scriptie zien als een uitdaging. De uitdager ben je zelf: je hebt jezelf aan het begin een vraag gesteld waarop je het antwoord nog niet wist.” (ibidem) 2. WAT IS EEN SCRIPTIE? BA- en MA-scriptie vs. Proefschrift Een “compilatie” (Eco 2003: 17) Vernieuwend onderzoek Maar een originele invalshoek! “dingen aan het licht brengen, die nog niet gezegd zijn” (Eco 2003: 47) 3. WELK ONDERWERP KIES IK?  “Het onderwerp moet aan de belangstelling van de kandidaat beantwoorden”  “De te raadplegen bronnen moeten te vinden zijn” (!!!)  “De te raadplegen bronnen moeten hanteerbaar zijn” (bijv. talenkennis)  “De kandidaat moet genoeg ervaringen hebben om de methodologische opzet van het onderzoek aan te kunnen.” (Eco 2003: 22-23) 4. WELKE PROBLEEMSTELLING KIES IK? Onderwerp versus probleemstelling (vraagstelling, onderzoeksvraag) Wat wil je precies over je onderwerp te weten komen? (vgl. Oosterbaan 2004: 12) “Onthoud […] dit grondprincipe: hoe meer je het gebied inperkt, des te beter je werkt en des te zekerder je van je zaak bent. […] Een scriptie kan beter op een artikel lijken dan op een geschiedenisboek of encyclopedie.” (Eco 2003: 29) 5. WELKE THEORIE KIES IK? “[…] er wordt niet van je verwacht dat je met een nieuwe theorie komt aanzetten. Wél dat je laat zien dat je theorieën kunt gebruiken.” (Oosterbaan 2004: 30) “In een theoretisch hoofdstuk geef je een korte samenvatting van de theorie die je wilt gebruiken. Beschrijf zo precies mogelijk welke elementen van die theorie voor jou van belang zijn. Bij de beschrijvende hoofdstukken moet je de begrippen die je hebt uitgelegd zoveel mogelijk laten terugkomen.” (Oosterbaan 2004: 31) 6. HOE WORDT EEN SCRIPTIE BEOORDEELD? Inhoud  De vraagstelling wordt duidelijk geformuleerd.  De vraagstelling wordt systematisch beantwoord.  De omgang met literatuur en bronnen is wetenschappelijk. Taal  Er staan geen taal- en spellingsfouten in de scriptie.  Er wordt een gepast stijlregister gehanteerd.  Er wordt een vlotte, leesbare stijl gebruikt. Formele aspecten  De lay-out is overzichtelijk.  De bronvermelding is volledig en consequent.  Etc. Hoe begin ik aan een scriptie? 3 7. HOE BEGIN IK MET EEN SCRIPTIE? - OPDRACHT Maak een werkplan! (vgl. Eco 2003:135 en Oosterbaan 2004:18-22)  titel (=> ondertitel = kernachtig geformuleerde onderzoeksvraag)  inhoudsopgave (=> structuur)  inleiding (=> je zegt wat je vraagstelling is en hoe je die stap voor stap gaat beantwoorden)  “de inleiding en de inhoudsopgave [zullen] voortdurend herschreven […] worden naarmate het werk vordert. Zo gaat dat.” (Eco 2003:138)  “[…] je kunt hem [de inhoudsopgave, sr] gemakkelijker veranderen, als je iets hebt om te veranderen.” (Eco 2003:134) EEN ONDERZOEKSVRAAG FORMULEREN 8. OEFENING 1 Bron: Lieven De Wachter en Carolien Van Soom, Academisch schrijven. Een praktische gids, Den Haag, 2010, p. 52. 9. OEFENING 2 In de titel wordt de onderzoeksvraag kort en bondig geformuleerd. Wat vind je van onderstaande titels? (A) Ligt er een goede onderzoeksvraag aan ten grondslag? Waarom wel/niet? (B) Indien niet: kan je zelf een onderzoeksvraag binnen het onderwerp bedenken?  Jongerentaal in Nederland  De verschillen tussen Geert Wilders en Pim Fortuyn  De journalistieke receptie van Gerard Reve´s poëzie in Nederland  Het belang van Provo  Rogier Van Der Weyden en de Vlaamse Primitieven  De invloed van het Engels op het Nederlands  Postmoderne kenmerken in de roman In Nederland van Cees Nooteboom Hoe begin ik aan een scriptie? 4 10. DISCUSSIE  Heb je eerder al een scriptie geschreven? Waarover?  Heb je al een onderwerp in gedachten? Waarom vind je dit onderwerp interessant? Waarom kan het ook voor andere neerlandici interessant zijn?  Heb je ook al een onderzoeksvraag voor ogen? OP ZOEK NAAR BRONNEN 11. DISCUSSIE  Waar kan je literatuur over jouw onderwerp vinden?  Hoe ga jij over het algemeen op zoek naar literatuur?  Is internet een betrouwbare bron?  Kan je een vertaling als bron gebruiken? Tip: “Bezwijk niet voor de verleiding om dat allemaal [alles wat je tijdens het hele proces leest] in je scriptie op te nemen. Het is net als in een restaurant: de gasten hoeven ook niet te weten wat zich in de keuken afspeelt.” (Oosterbaan 2004: 34-35)  Ken je BNTL?  Ken je DBNL? 12. BNTL  Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap  Bereikbaar op www.bntl.nl  “bevat Nederlandse, Vlaamse en buitenlandse titels van publicaties over Nederlandse taal- en letterkunde uit de periode 1940 tot heden (dus geen primaire literatuur), waar mogelijk met een link naar de digitale volledige teksten” Bron: http://www.bntl.nl/bntl/?wicket:bookmarkablePage=:nl.bntl.view.AdvancedSearch / http://www.bntl.nl/bntl/?wicket:bookmarkablePage=:nl.bntl.view.Help Zoekopdrachten: 1. Hoeveel speciale tijdschriftafleveringen over Paul Van Ostaijen vind je? 2. Hoeveel pagina‟s telt het boek Van Ostaijen tot heden (2001) van Geert Buelens? En hoeveel recensies vind je van dit boek? 3. Hoeveel publicaties van Jacomine Nortier staan er in BNTL? 4. Hoeveel boeken met het woord “woordvolgorde” in de titel vind je? Hoe begin ik aan een scriptie? 5 5. Hoeveel tijdschriftartikelen over woordvolgorde staan er in BNTL? 6. Hoeveel artikelen uit boeken gaan over migrantenliteratuur? 7. Hoeveel publicaties van Robert Vuijsje vind je in BNTL? 8. Hoeveel tijdschriftartikelen uit 2009 verschenen in verband met Robert Vuijsje? Eén artikel is in pdf beschikbaar: welk? 9. In de oudst geregistreerde publicatie over aanspreekvormen staat een spellingsfout in de titel. Welke? Waar verscheen de recentste publicatie over aanspreekvormen? 13. DBNL  Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren  Bereikbaar op: www.dbnl.org  “een website over de Nederlandse literatuur, taal en cultuurgeschiedenis” Zoekopdrachten: 1. Is de dichtbundel Bezette Stad van Paul van Ostaijen integraal beschikbaar in de DBNL? Zo ja, werd de originele bundel gedigitaliseerd of niet? 2. Hoeveel secundaire bronnen in verband met Bezette Stad vind je in de DBNL? 3. Vind je in de DBNL een naslagwerk over Esperanto? 4. Wie zijn de redacteurs van Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek? Wat vind je in dit lexicon? 5. Zoek naar auteurs uit de Gouden Eeuw. Hoeveel auteurs uit die periode (die opgenomen zijn in de DBNL) hebben een achternaam die begint met de letter “q”? 6. Wie verzorgde de editie van Visioenen van Hadewijch, beschikbaar in de DBNL? 7. Hoeveel eenentwintigste-eeuwse romans kan je in de DBNL lezen? 8. Hoeveel werken (boeken) van Cor van Bree worden er in DBNL vermeld? Hoeveel kan je er raadplegen?