Hoe verwerk ik literatuur in mijn scriptie? 1 HOE VERWERK IK LITERATUUR IN MIJN SCRIPTIE? 1. LITERATUUR VERWERKEN – DRIE MANIEREN Je kan op drie manieren literatuur verwerken in je eigen tekst (Steehouder 1999: 308-311): (1) Weergeven. Je kan informatie die je hebt gevonden weergeven op een samenvattende of een parafraserende manier. Je zegt in je eigen woorden waar het om gaat. (2) Citeren. Je haalt de woorden van iemand anders letterlijk aan. (3) Verwijzen: Je verwijst naar een bepaalde publicatie, zonder dat je de inhoud ervan weergeeft. Hieronder staan drie tekstjes. Wordt de andere bron (1) weergegeven, (2) geciteerd of wordt ernaar (3) verwezen? VOORBEELD A Zowel de grenzen tussen kinderen en volwassenen als de grenzen tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen ‘zijn niet meer zo absoluut als dertig, veertig jaar geleden’ (De Vries 2001: 50). VOORBEELD B Uit tekstanalyses van Givón (1983) is gebleken dat er een iconisch verband bestaat tussen de voorspelbaarheid en toegankelijkheid van nominale constituenten en hun fonologische omvang (het code-quantity principle). VOORBEELD C Dankzij de corpusstudies van onder meer De Meersman (1980, 1983, 1988), De Schutter (1988, 1995, 2003) en Burridge (1993) hebben we op dit moment een gedetailleerd zicht op de woordvolgorde in de zin vanaf de dertiende eeuw tot en met de zeventiende eeuw. 2. WANNEER CITEER JE? – OEFENING Een tekst met veel citaten is lastig om te lezen. Citaten doorbreken immers jouw eigen schrijfstijl. Daarom is het aangewezen om zuinig te zijn met citaten, en alleen te citeren als het écht nodig is. (vgl. Oosterbaan 2004: 62) In de onderstaande passages worden uitspraken van andere auteurs letterlijk aangehaald. In welke gevallen zijn de citaten volgens jou (niet) gerechtvaardigd en waarom (niet)? VOORBEELD A 'Het leren of verwerven van een tweede taal is een complex gebeuren', beweert Jacomine Nortier (2009: 73): 'Verschillende aspecten spelen daarbij een rol en de geleerden zijn het er nog lang niet over eens wat daarbij het belangrijkste is.' VOORBEELD B Jos Joosten (2005: 81) definieert literaire kritiek als 'de verzameling teksten waarin, zonder opgelegd eindoordeel, subjectief, publiekelijk en op schrift - of anderszins geboekstaafd en publiek raadpleegbaar - recent verschenen publicaties becommentarieerd zijn die in aanmerking komen voor het predikaat ‘literair’.' VOORBEELD C Wat betekent het om als allochtoon te leven in de Nederlandse samenleving? Op die vraag wordt in de roman Alleen maar nette mensen ingegaan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het hoofdstukje "Davids dagboek" dat begint met de volgende zin: 'De mensen die ze allochtonen noemen, denken de hele dag na over wat het betekent om te horen bij de mensen die ze allochtonen noemen.' (Vuijsje 2010: 8) VOORBEELD D 'De laatste jaren is het aantal online-oefeningen voor Nederlands als vreemde en tweede taal sterk toegenomen', constateren Neukäter en Eschmann (2004). 3. CITATEN IN- EN UITLEIDEN – VOORBEELD Plak citaten nooit zonder uitleg tussen je eigen zinnen. Citeren doe je nooit zomaar! Kijk bijvoorbeeld naar het volgende fragment. Hoe integreert de auteur het citaat in zijn tekst? Hoe verwerk ik literatuur in mijn scriptie? 2 Bron: Geert Buelens, Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie, Antwerpen, 2001, p. 540. 4. ENKELE CITEERCONVENTIES – OEFENING 1 A. Mag je in een Nederlandse tekst een anderstalig citaat opnemen? VOORBEELD In Representations of the intellectual omschrijft Edward W. Said (1966: 11) de intellectueel als 'an individual endowed with a faculty for representing, embodying, articulating a message, a view, an attitude, philosophy or opinion to, as well as for, a public'. B. In welke volgorde staan leestekens, aanhalingstekens en voetnoten? Welke zinnen zijn juist? // Gebruik je enkele of dubbele aanhalingstekens? Zin 1 = Marco Goud schrijft: 'Onder 'publieke poëzie' versta ik teksten die geschreven zijn in opdracht.'3 Zin 2 = Marco Goud schrijft: 'onder 'publieke poëzie' versta ik teksten die geschreven zijn in opdracht'3. Zin 3 = Volgens Goud is publieke poëzie 'openbaar' en 'geschreven in opdracht.'3 Zin 4 = Volgens Goud is publieke poëzie 'openbaar' en 'geschreven in opdracht'.3 Zin 5 = 'Indien ik dicht', schrijft Van Ostaijen, 'dan is het omdat ik erop vertrouw absoluut niets te zeggen te hebben'.5 Zin 6 = 'Indien ik dicht,' schrijft Van Ostaijen, 'dan is het omdat ik erop vertrouw absoluut niets te zeggen te hebben'.5 C. Wanneer gebruik je vierkante haken? VOORBEELD Er wordt aangenomen dat omslagillustraties ‘[o]ver het algemeen […] wel in een of andere betrekking [staan] tot de inhoud of tot de titel, al hoeft die betrekking niet diepgaand te zijn’ (Van Deel 1992: 59). D. Wat betekent 'sic' tussen haakjes? VOORBEELD Jan Fictief (2001) noemt Multatuli 'de grootste Nederlandsse (sic) schrijver ooit'. E. Wat betekenen 'mijn cursivering' en 'sr' in onderstaand citaat? VOORBEELD Marco Goud (2007) definieert dit verschijnsel als volgt: Onder ‘publieke poëzie’ versta ik teksten die geschreven zijn in opdracht – voor een specifieke locatie of gelegenheid – en die gepubliceerd zijn in de openbare ruimte: geschilderd op muren, gehakt in steen, gegoten of gegraveerd in metaal, aangebracht op een glazen wand, enzovoort. (mijn cursivering, sr) Hoe verwerk ik literatuur in mijn scriptie? 3 F. Waarom ontbreken de aanhalingstekens in bovenstaand voorbeeld? G. Zet je citaten beter cursief of niet? Waarom? Tip: op de website taaladvies.net vind je veel informatie over het gebruik van leestekens, aanhalingstekens, vierkante haken, enz. 5. GEÏNTEGREERDE CITATEN – VOORBEELDEN NIET ZO (het citaat past niet goed in de inleidende zin): Holleman (1997, p. 12) verstaat onder presentatie ‘Presentatie is de manier waarop de leerstof via een bepaald medium onder de aandacht wordt gebracht.’ MAAR WEL (het citaat past wel goed in de inleidende zin): Holleman (1997, p. 12) schrijft: ‘Presentatie is de manier waarop de leerstof via een bepaald medium onder de aandacht wordt gebracht.’ OF ZO: ‘Presentatie is de manier waarop de leerstof via een bepaald medium onder de aandacht wordt gebracht’, aldus de definitie van Holleman (1997, p. 12). OF ZO (met weglating van Presentatie is uit het citaat): Holleman (1997, p. 12) verstaat onder presentatie: ‘*…+ de manier waarop de leerstof via een bepaald medium onder de aandacht wordt gebracht.’ Bron: Haeseryn e.a., De schrijfregels, Nijmegen, 2010, p. 53-54 (mijn opmaak, sr). Geraadpleegd op 30:06:2011 via www.ru.nl/publish/pages/551855/schrijfregels-versie20101.pdf 6. GEÏNTEGREERDE CITATEN – OEFENING De zin waarmee je een citaat introduceert moet één geheel vormen met het citaat. (Steehouder 1999: 310) Dat wil zeggen dat je soms de woordvolgorde moet veranderen of iets moet weglaten. Wijzigingen moet je altijd aangeven met vierkante haken. In het kadertje staat een citaat uit een proefschrift. In de oefening wordt dit oorspronkelijke citaat niet in zijn geheel maar zin voor zin aangehaald en geïntegreerd in de eigen tekst. Vul de tekst aan op de stippellijntjes. Denk aan inversie en de werkwoordvolgorde in de bijzin! OORSPRONKELIJK CITAAT 'Er is inmiddels in de reflectie op literatuur het een en ander veranderd: de autonomie van het literaire werk is niet meer heilig. Zo bestaat er opeens toch weer enorme aandacht voor de biografie, ook binnen de academische wereld. Het idee dat highbrow professionalisme van de tekstanalyse wél, en de populairdere biografie niét intellectueel verantwoord is, lijkt nu wel te zijn losgelaten.' Bron: Thomas Vaessens, Circus Dubio & Schroom, Amsterdam/Antwerpen, 1998, p. 49. OEFENING  Volgens Vaessens (1998: 49) '............................................ inmiddels in de reflectie op literatuur een en ander ............................................ '.  Hij stelt: '............................................ autonomie van het literaire werk ............................................' (ibidem).  Vaessens (ibidem) wijst er bijvoorbeeld op dat '............................................ opeens toch weer enorme aandacht voor de biografie ............................................, ook binnen de academische wereld '.  Hij voegt er nog aan toe dat '............................................ dat highbrow professionalisme van de tekstanalyse wél, en de populairdere biografie niét intellectueel verantwoord is, ........................................................................................' (ibidem). Hoe verwerk ik literatuur in mijn scriptie? 4 7. CITEERWERKWOORDEN – VOORBEELDEN / OEFENING Om een citaat (of een parafrase!) in te leiden, kan je gebruik maken van 'citeerwerkwoorden' (Steehouder 1999 :312), zoals het werkwoord stellen in de tweede zin van de vorige oefening. Hieronder staan er nog een paar op een rijtje. (overgenomen van Steehouder 1999: 312) (a) Ken je ze allemaal? (b) Kan je nog een paar voorbeelden noemen? Schrijf ze op. (c) Omcirkel de citeerwerkwoorden in de vorige oefening. VOORBEELDEN VAN CITEERWERKWOORDEN behandelen betogen betwijfelen beweren inventariseren melden noemen stellen suggereren tegenwerpen ter sprake brengen vermoeden weergeven zeggen zich afvragen .................................. .................................. .................................. ................................. .................................. 8. TALIGE MIDDELEN – WEERGEVEN, CITEREN EN VERWIJZEN – OEFENING Niet alleen citeerwerkwoorden, maar ook bijvoorbeeld preposities als volgens kunnen de mening of een uitspraak van een andere auteur inleiden. Zie bijvoorbeeld de eerste zin van oefening 6. Vul de volgende zinnen aan en kies uit: volgens – aldus – navolging – noemen – menen  UvA-hoogleraar Michiel van Kempen .................................. Surinaamsche mengelpoëzy (1804) 'een belangrijk boek binnen de planterspoëzie die Suriname heeft voortgebracht'.  .................................. Van Kempen is Surinaamsche mengelpoëzy een belangrijk boek.  'Surinaamsche mengelpoëzy (1804) is een belangrijk boek binnen de Surinaamse planterspoëzie', .................................. Michiel van Kempen.  In .................................. van Michiel van Kempen .................................. Ron de Bouw dat Surinaamsche mengelpoëzy een belangrijk boek is. 9. LEREN PARAFRASEREN – OEFENING 1 Zoals we hebben gezien, is het raadzaam om zuinig te zijn met citaten. Je kan de uitspraken van andere auteurs in veel gevallen beter parafraseren. Als je dat doet, vergroot je immers de leesbaarheid van je eigen tekst. Hieronder vind je een fragment uit een artikel dat in het populair-wetenschappelijke tijdschrift Onze taal verscheen. Wat vind je van de parafrases hieronder? Welke geeft volgens jou de inhoud van de oorspronkelijke tekst het beste weer? Waarom? Hoe verwerk ik literatuur in mijn scriptie? 5 OORSPRONKELIJKE TEKST Bron: Reinier Salverda, 'Meer talen, meer toekomst'. In: Onze taal, 2008, jg. 77, nr. 2/3, p. 61. PARAFRASE A Volgens Reinier Salverda (2008: 61) worden de capaciteiten van twee- en meertaligen in Nederland onterecht maar nauwelijks benut. Taalbeleidmensen hebben alleen aandacht voor taalachterstand, terwijl tweetaligen die zowel het Nederlands als hun moedertaal goed beheersen een enorm sociaal, cultureel en economisch kapitaal vormen. PARAFRASE B Reinier Salverda (2008: 61) wijst erop dat meertaligheid in Nederland wordt geassocieerd met 'taalachterstand'. Het taalbeleid is daar volgens hem te veel op afgestemd. Hij vindt dat beleidmakers meer oog zouden moeten hebben voor wat twee- en meertaligen ons te bieden hebben. PARAFRASE C Reinier Salverda (2008: 61) toont aan dat niet de taal maar het taalvermogen aangeboren is. Het is dankzij dit taalvermogen dat wij meerdere talen kunnen verwerven. 10. LEREN PARAFRASEREN – OEFENING 2 De parafrase hieronder is niet helemaal geslaagd. Waarom niet? Bedenk zelf een betere parafrase. OORSPRONKELIJKE TEKST 'De filosoof Heidegger keerde de stelling van Kierkegaard om: niet het Niets báárt de angst, maar de angst ópenbaart het Niets. Dit is misschien als volgt te concretiseren: de crisis van de jaren ‘30, in die tijd kwam Hitler aan de macht, zorgde voor angst voor de toekomst. Deze angst, die in grote delen van de wereld heerste, openbaarde in Duitsland het nationaal socialisme met Hitler als dirigent.' PARAFRASE Hoe verwerk ik literatuur in mijn scriptie? 6 11. LEREN PARAFRASEREN – OEFENING 3 (A+B) Hieronder staan twee fragmenten uit artikelen die oorspronkelijk in het populairwetenschappelijke tijdschrift Onze taal verschenen. Stel dat jij twee verschillende wetenschappelijke werkstukken schrijft over (A) Nederlandse uitleenwoorden en (B) de invloed van tweetalig onderwijs op de Nederlandse taalvaardigheid. Wat is volgens jou dan de belangrijkste informatie? Probeer die informatie weer te geven door middel van een parafrase/samenvatting in maximaal vier zinnen. Gebruik je eigen woorden. Leid de parafrase/samenvatting in met een citeerwerkwoord. Vergeet de bronvermelding niet! (A) Bron: Nicole van der Sijs, 'De meest uitgeleende Nederlandse woorden'. In: Onze taal, 2010, jg. 79, nr. 11, p. 320. Hoe verwerk ik literatuur in mijn scriptie? 7 (B) Bron: Maaike Govers, ''Wij misbegrijpen elkaar'. De invloed van tweetalig onderwijs op de Nederlandse taalvaardigheid'. In: Onze taal, 2009, jg. 78, nr. 1, p. 9.