Hoe verwijs ik naar bronnen in mijn scriptie? 1 HOE VERWIJS IK NAAR BRONNEN IN MIJN SCRIPTIE? 1. BRONVERMELDING – DISCUSSIE  Wat is plagiaat?  Wat is het verschil tussen weergeven (samenvatten of parafraseren) en citeren?  Wat gebruik jij zelf: het auteur-jaarsysteem, of het voetnootsysteem? Waarom? VOORBEELD Auteur-jaarsysteem Voetnootsysteem Zowel de grenzen tussen kinderen en volwassenen als de grenzen tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen ‘zijn niet meer zo absoluut als dertig, veertig jaar geleden’. (De Vries 2001:50) Zowel de grenzen tussen kinderen en volwassenen als de grenzen tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen ‘zijn niet meer zo absoluut als dertig, veertig jaar geleden’.6 6 A. de Vries, ‘Het kinderboek in niemandsland. Het verdwijnende kinderboek revisited’. In: Literatuur zonder leeftijd 54 (2001), p. 50. 2. HET AUTEUR-JAARSYSTEEM – BRONVERMELDING IN DE TEKST (A) Hieronder zie je twee willekeurig gekozen fragmenten – uit een artikel over Eerste Wereldoorlogpoëzie (A) en uit een boek over Paul van Ostaijen (B), beide van dezelfde auteur.  Bekijk eerst de bronverwijzingen in fragment A en B. Er zijn enkele verschillen. Welke? Hoe komt dat, denk je? Wat voor conventie gebruik je zelf / zou je zelf gebruiken? FRAGMENT A Bron: Geert Buelens, ’Oranje bloed? Eerste Wereldoorlogpoëzie in vergelijkend perspectief’. In: Internationale Neerlandistiek, jg. 48, jubileumnummer IVN 1970-2000, 2010, p. 49. Hoe verwijs ik naar bronnen in mijn scriptie? 2 FRAGMENT B Bron: Geert Buelens, Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie, Antwerpen, 2001, p. 918. Hoe verwijs ik naar bronnen in mijn scriptie? 3  In fragment B vinden we deze bronverwijzing: [in Roggeman 1975b:10]. Waarom staat daar 'in'? En wat betekent die 'b'?  Wat betekenen de volgende Latijnse woorden in fragment B: supra, sic, idem en ibidem? Wat is het antoniem van supra?  Op welke manier wordt in fragment B verwezen naar eerdere/volgende paragrafen?  Impuls en Als een oude Germaanse eik staan gecursiveerd in fragment B. Waarom?  In fragment B maakt de auteur gebruik van vierkante haken, in A van ronde. Is het de gewoonte om bronverwijzingen tussen vierkante of ronde haken te zetten?  Waarom staat het citaat in fragment A niet tussen aanhalingstekens? 3. HET AUTEUR-JAARSYSTEEM – BRONVERMELDING IN DE TEKST (B) Hieronder zie je nog een aantal voorbeelden van hoe het auteur-jaarsysteem kan worden toegepast. Voorbeelden A en B zijn ontleend aan Buelens (2001: 364-365 en 540), voorbeelden C, D en E aan Steehouder (1999: 314), voorbeeld F aan De Wachter en Van Soom (2010: 59) en voorbeeld G aan Verdaasdonk (2008: 38). VOORBEELD A VOORBEELD B VOORBEELD C VOORBEELD D VOORBEELD E VOORBEELD F Hoe verwijs ik naar bronnen in mijn scriptie? 4 VOORBEELD G Oversteegen (1971: 142vv.) stelt 'de samenhang' van een tekst vast door een interpretatie. Göttner (1973: 12, 29) merkt op dat het interpreteren een specifieke hypothetische ontraadseling is van de algemeen vooronderstelde Sinnzusammenhang van een tekst. […] men mag zich beroepen op 'dat aspect van de subjectiviteit van de auteur dat de inhoud van de tekst bepaalt' (Hirsch 1967: 242).  Wat betekent 'passim' in voorbeeld A?  Vergelijk voorbeelden A, C en G. In alle drie wordt het auteur-jaarsysteem toegepast, maar toch zijn er verschillen. Leg uit.  Stel: in een werk wordt een andere auteur geciteerd. Je vindt dit een interessant citaat, maar je kan de oorspronkelijke publicatie niet achterhalen. Wat doe je dan? In welk voorbeeld zien we dit?  Stel: je wil in je tekst naar twee of meerdere auteurs verwijzen die min of meer hetzelfde hebben gezegd of bewezen. Hoe los je dit op? In welk voorbeeld zien we dit?  Wat doe je als je verwijst naar een publicatie van meerdere auteurs? Bekijk voorbeeld E. Wat betekent de afkorting 'e.a.'? Waarom staat die bij de derde bronverwijzing, maar niet bij de eerste twee?  Waarom wordt in voorbeeld F eerst wel een paginanummer genoemd, en in de tweede verwijzing niet?  Wat betekent 'vv.' in voorbeeld G? 4. HET AUTEUR-JAARSYSTEEM – BRONVERMELDING IN DE TEKST - OEFENING De auteur van de tekstfragmenten hieronder past het auteur-jaarsysteem toe. Wat kan beter? FRAGMENT 1 FRAGMENT 2 5. HET AUTEUR-JAARSYSTEEM – LITERATUUROPGAVE Hieronder staan twee fragmenten uit de literatuuropgave van een boek. Bekijk ze goed en beantwoord de vragen. (A)  Zoek in de onderstaande literatuuropgave een voorbeeld op van (1) een artikel in een dag- of weekblad, (2) een artikel in een (wetenschappelijk) tijdschrift, (3) een boek en (4) een bijdrage in een boek.  Op welke manier wordt naar deze publicaties verwezen? Wat zijn de verschillen? (B)  Op welke manier zijn de bronverwijzingen gerangschikt? Waarom staat de naam "Van Bastelaere" direct na "Antwerpen"?  Wat betekenen de volgende afkortingen: 'red.', 'pp.', 'nr.', 'jrg.' en 'id.'?  Buelens gebruikt hier en daar vierkante haken. Wanneer gebruikt hij die?  Soms is de auteur van een werk onbekend. Wat doe je dan? Hoe lost Buelens dat op? Geef een voorbeeld.  Kijk naar Boon 1953 a, b en c. Hoe bepaal je welke bron a, b of c is? Hoe verwijs ik naar bronnen in mijn scriptie? 5 Bron: Geert Buelens, Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie, Antwerpen, 2001, p. 1223 en p. 1233 Er zijn natuurlijk ook andere manieren waarop een literatuurlijst opgesteld kan worden. Vergelijk bijvoorbeeld deze fragmenten uit literatuurlijsten: Maes, F. (2000). Argumentatieleer. Antwerpen: Universitaire Pers. Maes, F. (2004). Zuiver argumenteren. Antwerpen: Universitaire Pers. Willems, H. (1998a). De Arbo-richtlijnen aan de toets der kritiek onderworpen. Elst: De Wuurde. Willems, H. (1998b). De keuringsarts gemangeld tussen werkgever en werknemer? Elst: De Wuurde. Bron: Haeseryn e.a., De schrijfregels, Nijmegen, 2010, p. 48. Geraadpleegd op 30:06:2011 via www.ru.nl/publish/pages/551855/schrijfregels-versie20101.pdf Bron: Hugo Verdaasdonk, Snijvlakken van de literatuurwetenschap, Nijmegen, 2008, p. 213. Hoe verwijs ik naar bronnen in mijn scriptie? 6 6. VERWIJZEN NAAR INTERNETPUBLICATIES – UITLEG + VOORBEELDEN Bron: Haeseryn e.a., De schrijfregels, Nijmegen, 2010, p. 53-54. Geraadpleegd op 30:06:2011 via www.ru.nl/publish/pages/551855/schrijfregels-versie20101.pdf  Wat doe je met gedigitaliseerde artikelen en boeken – bijvoorbeeld afkomstig uit de DBNL?  Hoe verwijs je naar cd-roms? Hoe kan je naar de cd-rom hieronder verwijzen in je literatuuropgave?  Als je gebruik maakt van Van Dale, zet je dit dan in je bibliografie? Wanneer wel/niet? Hoe verwijs ik naar bronnen in mijn scriptie? 7 7. HET AUTEUR-JAARSYSTEEM – LITERATUUROPGAVE – OEFENING Hieronder staan twee literatuuropgaves. Beide auteurs hebben het auteur-jaarsysteem gebruikt. Wat kan beter? Pas aan. LITERATUUROPGAVE 1 LITERATUUROPGAVE 2 8. HET VOETNOOTSYSTEEM – Bronvermelding onderaan de tekst  De bron kan ook in een voetnoot vermeld worden. Ook bij dit systeem worden uiteenlopende conventies gebruikt. Als voor de eerste keer naar de bron verwezen wordt is de referentie volledig. Toch zijn er enkele verschillen met de referenties in de bibliografie. Welke?  Als je voor de tweede, derde, enz. keer naar een bron verwijst, kan je een verkorte referentie gebruiken. Hoe doe je dat? Kijk naar het voorbeeld op de volgende pagina. Hoe verwijs ik naar bronnen in mijn scriptie? 8 VOORBEELD Bron: Thomas Vaessens en Jos Joosten, Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen, Nijmegen, 2003, p. 252. 9. HET VOETNOOTSYSTEEM – LITERATUUROPGAVE VOORBEELD Bron: Thomas Vaessens, Circus Dubio & Schroom, Amsterdam/Antwerpen, p. 251. Hoe verwijs ik naar bronnen in mijn scriptie? 9 (A)  Zoek een voorbeeld op van (1) een artikel in een dag- of weekblad, (2) een artikel in een (wetenschappelijk) tijdschrift, (3) een boek en (4) een bijdrage in een boek.  Op welke manier wordt naar deze publicaties verwezen? Wat zijn de verschillen? (B)  Wat betekenen de cijfers in de zevende verijwzing: De Revisor 11-4?  Wat betekent de afkorting 'dln.'?  Wat betekent 'e.a., red.'? 10. LITERATUUROPGAVE ALFABETISCH RANGSCHIKKEN– OEFENING Een literatuuropage rangschik je alfabetisch, op de achternaam van de auteur – welk systeem je ook gebruikt. Rangschik de volgende namen alfabetisch, als in een literatuuropgave. A.F.G. Willems Editie Kaat Willemsen Marijke van de Schoor Joop van der Horst Herman De Coninck mr. Eddy Van Vliet Louis Paul Boon, Hugo Claus en Harry Mulisch prof. dr. F. De Vries J.P.G. Schattemans Mevr. An de Wit Redactie: Jaap Verdries Desiderius Erasmus, vertaald door Paula Bloem Willem Kloos. Editie: Charlotte Cat A. Koot en D. Stevin A. Koot A. Koot en L. Van Damme 11. BRONNEN VERMELDEN – HERHALINGSOEFENING (A) Hieronder vind je verwijzingen in voetnoten. Wat kan beter? Pas aan. 1 Vos, Ch.: Het verleden in bewegend beeld: Inleiding in de analyse van films en televisieprogramma´s, Amsterdam 2007. [online] Bereikbaar op