CERTIFICAAT NEDERLANDS als VREEMDE TAAL Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs Deel B: Schriftelijk gedeelte Voorbeeldexamen 2 Naam: Voornaam: Beginletter andere voornamen: Geboortedatum: Naam van de instelling waar het examen plaatsheeft: Naam van het land waar het examen plaatsheeft: Duur van dit gedeelte: 115 minuten profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 2 Deel b — Voorbeeldexamen 2 Je studeert sinds kort algemene cultuurwetenschappen aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Je wilt wat meer weten over een aantal praktische zaken. Daarom lees je over deze onderwerpen in de onderwijsgids van je studierichting. ~ Lees eerst de 10 meerkeuzevragen hieronder en op de volgende pagina. ~ Lees de tekst uit de onderwijsgids op pagina's 5-7. ~ Omcirkel bij iedere meerkeuzevraag het goede antwoord. Let op! Er is telkens maar een goed antwoord. 10 meerkeuzevragen 1 Hoe kun je een afspraak maken met de studieadviseur? A bij de studieadviseur zelf B via het onderwijssecretariaat C via het studentenmentoraat D via het tutoraat 2 Van wie kun je als eerstejaarsstudent (propedeuse) begeleiding krijgen bij je studie, als je dat wilt? A een docent B een ouderejaarsstudent C een studieadviseur D een tutor 3 Kun je een verplichte module ook in het buitenland volgen? A Ja, maar dan moet de examencommissie wel eerst toestemming geven. B Ja, maar dat kan alleen in het tweede bachelorjaar van je studie. C Nee, dat kan niet want modules in het buitenland zijn nooit gelijkwaardig. D Nee, de examencommissie wil dat je verplichte vakken inhaalt als je terug bent. 4 Je wilt een keuzevak gaan volgen bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Aan wie moet je toestemming vragen? A de examencommissie B het onderwijssecretariaat C de opleidingscommissie D een professor van de opleiding Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 3 Deel b — Voorbeeldexamen 2 5 Je wilt precies weten hoeveel geld je kwijt zult zijn aan studiekosten. Hoe kom je dat te weten? A Je moet alle kosten voor de verplichte vakken optellen. B Dat kan niet: niet alle studiematerialen en aanschafkosten staan in de gids. C In de onderwijsgids staat dat de studiekosten 750 euro bedragen, inclusief de excursie. D Je moet de aanschafkosten van boeken en readers per module optellen. 6 Op welke twee manieren kun je actuele college- en tentamenroosters vinden? A via Blackboard en via de mailbox van je UvA Studentenmail B via Blackboard en via het Studieweb C via het onderwijssecretariaat en via de facultaire website D via het onderwijssecretariaat en via de mailbox van je UvA Studentenmail 7 Via welk kanaal krijg je te horen dat een college niet doorgaat? A via Blackboard B via het Studiecentrum C via het Studieweb D via UvA Studentenmail 8 Het college 'Volkscultuur in Nederland' is verplaatst naar een andere zaal. Op welke drie plekken kun je vinden waar het college nu plaatsvindt? A de facultaire website; Blackboard; het Studieweb B de facultaire website; de UvA Studentenmail; het Studieweb C het onderwijssecretariaat; de facultaire website; de UvA Studentenmail D het onderwijssecretariaat; het Studieweb; Blackboard 9 Hoe krijg je een wachtwoord bij je UvAnetID? A Dat moet je aanvragen bij een van de studiecentra. B Dat moet je aanvragen bij het onderwijssecretariaat. C Dat wordt je toegestuurd via je Hotmail- of Yahoo-adres. D Dat wordt per post naar je huisadres gestuurd. 10 Waar vind je het onderwijsmateriaal dat bij een vak hoort? A bij een van de studiecentra B Dat krijg je via je UvA Studentenmail. C via Blackboard D op Studieweb Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 4 Deel b — Voorbeeldexamen 2 Onderwijsgids Algemene informatie Kunst- en Cultuurwetenschappen 1. Onderwijssecretariaat Studenten van de opleidingen Algemene cultuurwetenschappen, Boekwetenschap, Kunstgeschiedenis, Muziekwetenschap en Theaterwetenschap kunnen met vragen over het onderwijs en aanverwante zaken terecht bij het onderwijssecretariaat Oude Turfmarkt 141, Kl 15 (in de zomermaanden tijdelijk gehuisvest in de Nieuwe Doelenstraat 16, begane grond, K12). Voor meer informatie: zie de Algemene informatie van de faculteit, hoofdstuk2. 2. Studieadviseurs en studiebegeleiding 2.1. Studieadviseurs Er zijn twee studieadviseurs bij het onderwijsinstituut Kunst- en cultuurwetenschappen: mw drs. M. de Groot (Algemene cultuurwetenschappen, Kunstgeschiedenis en Theaterwetenschap) en mw drs. W. Dropvat (Boekwetenschap en Muziekwetenschap). Studenten met vragen en problemen over de studie, de studieplanning, de studievoortgang, vrijstellingen of stages, die niet door het onderwijssecretariaat kunnen worden beantwoord, kunnen via datzelfde secretariaat een afspraak maken. 2.2. Studiebegeleiding Aan propedeusestudenten wordt een studentenmentoraat aangeboden, dat wordt verzorgd door ouderej aarsstudenten. In het eerste semester zijn er wekelijkse of tweewekelijkse bijeenkomsten van de propedeusestudenten met hun studentmentor. Het rooster van de mentoraatbijeenkomsten wordt aan het begin van het studiejaar per opleiding bekend gemaakt op het elektronisch prikbord (http://www.hum.uva.nl/roosters). Voor de ouderejaarsstudenten is er een tutoraat. Het tutoraat wordt verzorgd door docenten van de opleiding; zij helpen bij het maken van (studie)keuzes, met problemen, maar leiten er ook op dat de student zo efficient mogelijk studeert. Indien nodig verwijst de tutor door naar de studieadviseur. De vorm van het tutoraat verschilt per opleiding. 2.3. Studieplanning Aangezien modules in de meeste gevallen eenmaal per jaar worden aangeboden, is gedurende de bacheloropleiding een tijdige planning van de minor of van een eventueel verblijf in het buitenland onontbeerlijk. Starten met de minor in het tweede bachelorjaar kan veel problemen voorkomen. Een afwijking van het studieprogramma door een verblijf in het buitenland kan ongewenste studievertraging tot gevolg hebben, omdat verplichte modules gemist worden. In dat geval kunnen, na goedkeuring van de examencommissie, gelijkwaardige modules in het buitenland gevolgd worden. 3. Overgangsregelingen Voor Studenten die niet zijn overgestapt naar de bachelor-/masterstructuur en die als doctorandus willen afstuderen, geldt dat zij modules volgen uit het nieuwe onderwijsaanbod. Voor hen geldt de opbouw van het programma zoals dat tot 2005/2006 werd aangeboden, volgens de overgangsregeling die met elke student individueel is afgesproken. Studenten die niet hebben meegedaan aan deze overgangsgesprekken kunnen een afspraak maken via het onderwijssecretariaat, om alsnog een overgangsprogramma op te stellen. 4. Opleidingscommissies Elke opleiding heeft een opleidingscommissie (OC), waar aangelegenheden besproken worden die het onderwijs betreffen. Zij is samengesteld uit leden van de wetenschappelijke staf en studentvertegenwoordigers, die jaarlijks gekozen worden. De OC adviseert de directeur van het onderwijsinstituut. De voorzitters van de OC's zijn: Algemene cultuurwetenschappen - drs. D. Elshout; Kunstgeschiedenis - prof.dr. M. Bock; Muziekwetenschap - dr. W. van der Meer. Informatie over taken en bevoegdheden van de OC, zie de Algemene informatie van de faculteit, hoofdstuk 11. Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 5 Deel b — Voorbeeldexamen 2 5. Examencommissie De examencommissie van het onderwijsinstituut is belast met de regeling van de examens. Zij bestaat uit: dr. J. de Vries (voorzitter), prof.dr. M. Bock, prof.dr. P. den Boer, prof.dr. R. de Groot, prof.dr. R. Erenstein en prof. dr. E. Ketelaar, prof.dr. F. van Vree. De opleidingscoördinator van het onderwijsinstituut, mw. P. Voogt, treedt op als ambtelijk secretaris. De bevoegdheid tot het goedkeuren van de keuze- en vrije onderdelen buiten de Faculteit der Geesteswetenschappen berust bij de examencommissie van de opleiding. De student moet deze goedkeuring aanvragen door middel van een speciaal formulier, dat verkrijgbaar is bij het onderwijssecretariaat. Als een student wil afwijken van zijn studieprogramma dient daartoe een met redenen omkleed schriftelijk verzoek, vergezeld van relevante bewijsstukken, te worden gericht aan de voorzitter van de examencommissie Kunst- en cultuurwetenschappen, t.a.v. het secretariaat, Oude Turfmarkt 141, 1012 GC Amsterdam. 6. Studiekosten Bij elke modulebeschrijving Staat zoveel mogelijk aangegeven welke studieboeken en readers gebruikt gaan worden. Aanschafkosten staan vermeld voor zover die gegevens beschikbaar zijn. Heiaas waren niet alle gegevens beschikbaar voor het drukken van deze gids. Om een indicatie van de totale kosten per jaar te krijgen is het aan te raden alle bedragen van de verplichte onderdelen voor beide Semesters op te teilen. Studenten Kunstgeschiedenis en Algemene cultuurwetenschappen moeten daarbij rekening houden met de kosten van de verplichte excursie in het tweede BA-jaar. De kosten daarvan kunnen oplopen tot circa € 750,-. 7. UvA digitaal 7.1. Roosters digitaal Actuele collegeroosters en tentamenroosters zijn niet alleen bij het onderwijssecretariaat te raadplegen, maar zijn ook te vinden op de facultaire Website. Het is van belang om kort voor aanvang van een College- of tentamenperiode de elektronische roosters te raadplegen voor last minute-informatie. Zie: www.hum.uva.nl/roosters. 7.2. UvAnetlD en wachtwoord In de communicatie tussen de universiteit en de Studenten zijn de elektronische diensten Studieweb, UvA Studentenmail en Blackboard van essentieel belang. Om gebruik te kunnen maken van deze diensten is een UvAnetlD met bijbehorend wachtwoord nodig. Het UvAnetlD en het bijbehorende wachtwoord worden enige tijd na aanmelding als UvA-student per brief thuisgestuurd. De toegang tot de elektronische diensten wordt geblokkeerd als er meer dan tien keer een poging wordt gedaan met een verkeerd wachtwoord in te loggen. Studenten van wie de toegang is geblokkeerd kunnen op vertoon van een geldig legitimatiebewijs bij het onderwijssecretariaat vragen om deblokkering. Studenten die hun wachtwoord vergeten zijn, kunnen op vertoon van een geldige collegekaart en een geldig legitimatiebewijs een nieuw wachtwoord aanvragen bij één van de studiecentra: P.C. Hoofthuis (Spuistraat 134), Binnengasthuisterrein (Turfdraagsterpad 9), Bushuis (Kloveniersburgwal 48) of Roeterseiland (Roetersstraat 11). Zie: www.ic.uva.nl/student. 7.3. Studieweb Studieweb is een voor alle Studenten noodzakelijke internettoegang tot het studentenadministratiesysteem. Studieweb wordt niet alleen gebruikt voor de aanmelding voor Colleges en tentamens, maar de dienst biedt ook inzage in geregistreerde gegevens als tentamenuitslagen. Daarnaast kan Studieweb worden gebruikt om adreswijzigingen door te geven. Studieweb is toegankelijk met het UvAnetlD en het bijbehorende wachtwoord via http://studieweb. student.uva.nl. 7.4. UvA Studentenmail ledere student van de Universteit van Amsterdam krijgt na inschrijving een UvA-studenten-mailadres. De UvA en de faculteiten sturen Studenten in toenemende mate op hun persoonlijke situatie toegespitste informatie op dit mailadres. Het is van belang om deze mail enkele malen per week te controleren omdat juist spoedeisende informatie (zoals bijv. een vervallen College of een gewijzigde locatie van een bijeenkomst of tentamen) via de mail wordt meegedeeld. Het is mogelijk om de UvA-mail automatisch te laten doorsturen naar een ander mailadres, bijv. een Hotmail- of Yahoo-adres. Zie voor nadere informatie over UvA-Studentenmail: www.ic.uva.nl. Inloggen kan via http://webmail.student, uva. nl. Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 6 Deel b — Voorbeeldexamen 2 7.5. Blackboard Blackboard biedt docenten de mogelijkheid via de computer hun onderwijsmateriaal online te zetten, zodat Studenten daar toegang toe hebben via internet. Berichten en documenten kunnen worden uitgewisseld tussen docent en student en tussen Studenten onderling. Studenten hebben toegang tot Blackboard door middel van het UvAnetID en wachtwoord. De docent bepaalt welke Studenten toegang hebben tot een Blackboardcursus. Zie voor nadere informatie over Blackboard: www.ic.uva.nl. Inloggen kan via http://blackboard.ic.uva.nl. Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 7 Deel b — Voorbeeldexamen 2 Langer leven Je studeert verpleegkunde aan de Hogeschool in Hasselt. Voor het vak gezondheidsleer heb je de opdracht gekregen om voor het volgende werkcollege een samenvatting te schrijven van een artikel over een recent onderzoek. ~ Lees de opdracht in je syllabus hieronder. ~ Lees het artikel op pagina's 9 en 10. ~ Je mag in de tekst schrijven. ~ Maak een samenvatting van het artikel op pagina's 10 en 11. ~ Gebruik de opdracht in de syllabus om je samenvatting te schrijven. Let op! ~ Schrijf in volledige zinnen. ~ Schrijf in je eigen woorden. Je mag geen volledige zinnen kopiéren. ~ Gebruik minimaal 200 woorden. Alles wat je buiten het zwart omlijnde kader schrijf t, wordt niet beoordeeld. Opdracht syllabus Schrijf voor het volgende college een beknopte samenvatting van het artikel "Leven we langer door veel beweging en groenvoer?'. Wat aan bod moet komen: ~ Is er eensgezindheid over de invloed van levensstijl op onze levensduur? ~ Welk gezond advies is wetenschappelijk bewezen? ~ Welke gezonde adviezen zijn nog niet wetenschappelijk bewezen? ~ Wie/welke onderzoeken pleiten in het voordeel van deze gezonde adviezen? (Geef telkens de conclusie) ~ Wie/welke onderzoeken pleiten in het nadeel van deze gezonde adviezen? (Geef telkens de conclusie) ~ Welke moeilijkheden ondervindt het onderzoek naar het effect van gezonde adviezen? Geef er drie. ~ Slotconclusie Denk eraan dat je samenvatting begrepen moet kunnen worden door iemand die het oorspronkelijke artikel niet gelezen heef t. Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 8 Deel b — Voorbeeldexamen 2 Artikel Leven we langer door veel beweging en groenvoer? Elke dag tweehonderd gram groenten en twee stuks fruit, voldoende vezels, regelmatig vis, niet te veel verzadigd vet, en uiteraard lekker bewegen. Gezondheidsvoorlichters hebben hun boodschap er de afgelopen jaren in gehamerd. Volg je deze raad niet op, dan word je ongezond en ga je eerder dood. Zeggen ze... Maar dat is lang niet zo zeker. Achter de schermen wordt hardop getwijfeld aan de wetenschappelijke fundering van al die 'gezonde' adviezen. Waar sommigen overtuigd zijn van het nut van een bewuste leefstijl, spreken anderen van een hype: een collectieve waan die zal overwaaien. Daan Kromhout, directeur voeding en consumentenveiligheidbij hetNederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), behoort tot de eerste categorie. Hij is er heilig van overtuigd dat we met de leefstijl onze levensduur kunnen be'invloeden. "Als mensen levenslang alles fout doen", schat hij, "gaan ze zo'n twintig jaar eerder dood." Met alles fout doen bedoelt de hoogleraar: roken, ongezond eten, geen of juist te veel alcohol drinken en te weinig bewegen. Over de invloed van het roken is iedereen het eens: dat kost tien jaar. De vermaarde Britse epidemioloog sir Richard Doli heeft dat onlangs nog aangetoond. Vijftig jaar lang volgde hij rokende en niet-rokende artsen; aan het eind van de rit bleken de rokers gemiddeld tien jaar korter te hebben geleefd. Maar dan de voeding, alcohol en beweging. Voor de invloed daarvan zijn de bewijzen veel minder overtuigend. Zouden die paar gewoontes samen werkelijk nog eens tien jaar kunnen uitmaken? Volgens Kromhout wel. "Oost-Finnen leven niet voor niets zeven ä acht jaar korter dan inwoners van Kreta", redeneert hij. "Ze krijgen zes keer zoveel hartinfarcten. Dat is rechtstreeks te wijten aan hun beroerde leefstijl." De Oost-Finnen eten veel boter, zijn spaarzaam met groenten en fruit en roken veel - het tegenovergestelde van de Kretenzers met hun mediterrane dieet. Maar valt dit verschil in sterfte werkelijk te verklaren uit de voeding? Echt bewijs is daar niet voor, hooguit een aanwijzing. Zo hadden de Oost-Finnen een torenhoog cholesterol, waar het hart en de vaten zwaar onder lijden. Maar voor hetzelfde geld wordt de extra sterfte in Finland niet veroorzaakt door de voeding, maar door een gebrek aan zon — of door overmatig saunabezoek. Veelzeggender dan zo'n internationale vergelijking is een onlangs gepubliceerd Europees onderzoek waar ook Kromhout aan heeft meegewerkt. Hieruit blijkt dat zeventigplussers langer leven naarmate ze zieh beter houden aan vier bekende regeltjes: niet-roken, een matig alcoholgebruik, een mediterraanachtige voeding en voldoende beweging. Elke afzonderlijke regel vermindert de kans om binnen tien jaar te overlijden met 20 tot 40 procent. Het meeste nut ondervinden ouderen die alle vier de leefadviezen in acht nemen. "Ikben zelfverbaasd over deze uitkomst", zegt Kromhout. "Tot voor kort dacht ik namelijk dat het voor ouderen niet meer zoveel uitmaakte of ze volgens de richtlijnen leefden. Maar kennelijk wel. En ze hoeven echt niet als een Spanjaard te eten. Gewoon wat meer groenten, fruit en vis, en wat minder verzadigd vet. Het bewegen hoeft ook helemaal niet intensief; dertig minuten per dag is voldoende. Als je ziet dat deze simpele veranderingen bij zeventigplussers al zulke grote effecten geven, dan kun je wel nagaan wat er gebeurt als je de adviezen van jongs af aan opvolgt." Rudi Westendorp, epidemioloog en hoogleraar ouderengeneeskunde in het Leids Universitair Medisch Centrum, gaat niet mee in dit jubelverhaal. Volgens hem is er sprake van een 'hype', overgekomen uit Amerika. "Goede voeding möet gezond zijn. Een andere boodschap gaat er niet meer in. Veel groen moeten we eten, maar waar is het bewijs dat je daar werkelijk langer door leeft?" Volgens Westendorp heerst er een vertekend beeld doordat gunstige effecten van voeding met veel bombarie gepubliceerd worden, terwijl negatieve uitkomsten onderbelicht blijven. Maar als een negatief onderzoek eenmaal de vakbladen haalt, is het ook meteen raak. Zo versehenen vorige maand de resultaten van een langlopend onderzoek naar de voedingsgewoontes van honderdduizend verplegers. Uitkomst: anders dan vaak wordt beweerd, bieden groenten en fruit geen enkele bescherming tegen kanker. De invloed van voeding op het ontstaan van kanker is lange tijd overschat, beaamt Kromhout. "Vroeger dachten we dat een derde van alle kankers aan de voeding te wijten was. De laatste jaren wordt duidelijk dat kanker toch vooral een kwestie is van genen en roken." Desondanks blijft verkeerde voeding volgens Kromhout een factor van belang, alleen al omdat het tot zwaarlijvigheid kan leiden. Dat verhoogt de kans Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 9 Deel b — Voorbeeldexamen 2 op suikerziekte en hart- en vaatziekten, en daarmee ook de kans op een vroegere dood. Wie zijn leven lang te zwaar is, zo blijkt uit Rotterdams onderzoek, bekort zijn bestaan met zeven jaar. De eilende is dat het veel tijd kost om dit soort langetermijneffecten in beeld te brengen. Wetenschappers moeten hun proefpersonen er minstens 30 ä 40 jaar voor volgen. "Zulk onderzoek wordt wel gedaan", zegt Kromhout, "maar in feite Staat dit vakgebied nog in de kinderschoenen." Al worden de proefpersonen tientallen jaren gevolgd, Westendorp laat zieh er niet zomaar door overtuigen. Zijn bezwaar tegen dit soort onderzoek naar voedingsgewoonten is dat er allerlei vertekeningen in sluipen. Mensen die uit zichzelf mediterraan eten, zijn vermoedelijk heel andere personen dan degenen die er qua leefstijl met de pet naar gooien. Ze vermijden risico's, doen vaker mee aan screeningsonderzoek naar hoge bloeddruk en kanker of houden zieh strikter aan medische behandelingen. Hoe vis je daar in vredesnaam het effect van de voeding tussenuit? Om echt te bewijzen dat ons eetpatroon belangrijk is voor een lang leven zullen wetenschappers volgens Westendorp een ander type onderzoek moeten doen: een zogeheten interventiestudie. Daarbij worden twee groepen mensen geselecteerd die qua kenmerken en achtergrond zoveel mogelijk op elkaar lijken. Vervolgens Bron: Trouw, 4 februari 2005 door Sander Becker Samenvatting krijgen de deelnemers uit de ene groep een mediterraan dieet opgelegd, de anderen niet. Na tien of twintig jaar kun je dan zien of er verschillen in de gezondheid optreden. Ook Kromhout ziet interventiestudies als een ideaal, maar dan wel van een onbereikbaar soort. Want hoe krijg je een grote groep mensen zo gek dat ze tien of twintig jaar op een bepaalde manier eten of een voorgeschreven aantal glazen alcohol nuttigen? En is het niet ronduit onethisch om mensen zolang niet te laten bewegen, alleen in het kader van een onderzoek? Daarmee tekent zieh een patstelling af: wat volgens de een onmisbaar is om het nut van een gezonde leefstijl te controleren, is volgens de ander onuitvoerbaar. Westendorp is zieh van het probleem bewust, maar houdt vast aan zijn uitgangspunt. Zolang er geen interventiestudies zijn gedaan, blijft hij seeptisch tegen de veel-groen-doctrines aankijken. Uiteindelijk, relativeert hij, is heel oud worden toch vooral een kwestie van de juiste genen en een dosis geluk. En daarmee sluit hij zieh aan bij de oudste mens ter wereld, de 114-jarige Nederlandse vrouw Hennie van Andel-Schipper. Tijdens haar verjaardag op 29 juni vorig jaar kreeg zij de vraag voorgelegd wat het geheim is van zo'n lang leven. Haar antwoord was kort en onweerlegbaar: "Ademen." Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 10 Deel b — Voorbeeldexamen 2 ^rofiel taalvaardigheid hoger onderwijs 11 Deel b — Voorbeeldexamen 2 Politieke spelletjes Je studeert politicologie aan de Universiteit van Nijmegen. Voor het vak hedendaagse debatten moet je je mening schrijven over een Stelling. Je reactie op de Stelling zal uiteindelijk, na bespreking in het werkcollege, gepubliceerd worden in het officiéle blad van de Nijmeegse studievereniging politicologie. ~ Lees de drie politieke Stellingen hieronder. ~ Kies de Stelling waarop je wil reageren. ~ Formuleer je mening (= betoog) voor deze Stelling op de volgende pagina: ~ Introduceer het onderwerp van je tekst; ~ geef je standpunt (voor, tegen of genuanceerd); ~ onderbouw je standpunt met drie verschwende, geldige argumenten, ~ formuleer een conclusie. Let op! ~ Schrijf volledige zinnen. ~ Gebruik minimaal 150 woorden. Alles wat je buiten het zwartomlijnde kader schrijf t, wordt niet beoordeeld. Steillingen voor het vak hedendaagse debatten Politieke Stellingen Dit is het forum van de Nijmeegse studievereniging politicologie. Ook deze maand hebben we weer drie interessante politieke Stellingen ter discussie. Als je wilt reageren op een van deze Stellingen, schrijf dan een reactie van maximaal 1 A4-tje. 1 Opiniepeilingen Opiniepeilingen moeten verboden worden in het jaar dat er verkiezingen gehouden worden. Opiniepeilingen kunnen de verkiezingen te veel beinvloeden. Daarom moeten ze verboden worden in het jaar dat er verkiezingen gehouden worden. 2 Verplicht stemmen Stemmen moet verplicht worden. In Belgie bestaat een opkomstplicht bij verkiezingen. Maar in Nederland is stemmen niet verplicht. Nadat deze plicht in Nederland aan het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw is afgeschaft, is de opkomst voor de verkiezingen steeds meer omlaag gegaan. Daarom zou het stemrecht vervangen moeten worden door een stemplicht: iedereen moet verplicht zijn stem uitbrengen tijdens verkiezingen. 3 Gratis openbaar vervoer Openbaar vervoer moet gratis worden voor jongeren en ouderen. In Nederland krijgen jongeren en ouderen wel korting in het openbaar vervoer, maar reizen is nog steeds duur. In Belgie is het reizen per bus gratis voor vijfenzestigplussers en in sommige Studentensteden ook voor Studenten. Het openbaar vervoer moet voor jongeren én ouderen helemaal gratis worden. Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs 12 Deel b — Voorbeeldexamen 2 Je betoog ^rofiel taalvaardigheid hoger onderwijs 13 Deel b — Voorbeeldexamen 2