Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 1 ‘Polenproblematiek’ Het beeld van de Midden- en Oost-Europese arbeidsmigrant in Nederlandse nieuwsmedia en het politieke discours (2000-2011) Jo Sterckx, Adam Mickiewicz Universiteit, Poznań, Polen In the Netherlands, approximately 200.000 Central and Eastern Europeans are registered, and the Polish community (±136.000 people) has become a considerable and recognizable minority. Over the last ten years, the Polish plumber has personified the conceived threat to Western European job markets, public health sectors and social security systems as a result of the eastward EU enlargements in 2004 and 2007. This article analyzes the hetero-image of Central and Eastern European (CEE) labor migrants in Dutch news media texts and political discourse between 2000 and 2011. The labor migration has led to the creation of several Dutch neologisms. In addition to old national stereotypes (e.g. backwardness), new images (e.g. strong personal ambition) gained prominence. CEE labor migrants have been represented either as a resource for Dutch society (by NRC Handelsblad), as socioeconomic victims (by Trouw) or as the cause of social inconveniences (a.o. by Algemeen Dagblad and de Volkskrant). It is also found that war rhetoric has slipped into the Dutch political discourse on CEE labor migrants, who were occasionally considered and presented as a threat to Dutch society by parties on both sides of the political spectrum. 1. Onderzoeksopzet In de eerste editie van Popolsku: źródło informacji dla Polaków w krajach Beneluksu, een tweewekelijkse krant gericht op Polen in de Benelux, vroeg Johan Vlemmix, de maker van de carnavalshit Een bussie vol met Polen, verontschuldigingen aan de Poolse gemeenschappen in de Lage Landen. Het kolderieke liedje geeft bepaalde Nederlandse stereotypen over Poolse arbeidsmigranten accuraat weer: hun omvangrijke aanwezigheid, lage economische waarde, gulzig drinkgedrag en onderontwikkeling. De videoclip toont clichématige wodkadrinkende en ongemanierde arbeiders in blauwe overalls die de gemiddelde Poolse arbeidsmigrant moeten verbeelden (Nourhussen 2008)1 . 1 “'s Morgens, 's middags, 's avonds laat, rijdt bij ons in de straat, een bussie vol met Polen. Kijk ze daar nou toch eens gaan, waar komen ze vandaan, waar zitten ze verscholen? Op het land of in de bouw, ze kijken niet zo nauw, ze komen met z’n allen. Voor een paar tientjes en een blikkie bier, komen ze helpen daarvoor zijn ze hier! Ze hebben bij ons in de buurt, Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 2 In Nederland is de Poolse gemeenschap de afgelopen tien jaar een aanzienlijke en onmiskenbare minderheid geworden; van de circa 200.000 in Nederland geregistreerde Midden- en Oost-Europeanen oftewel MOE-landers zijn er plusminus 136.000 afkomstig uit Polen. Desondanks is het reële aantal Polen in Nederland moeilijk te meten wegens niet-geregistreerde en tijdelijke verblijven (Wobma & Van der Vliet 2011). Het is dan ook een relevante vraag welk(e) heterobeeld(en) of stereotypen over Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten in de Nederlandse nieuwsmedia en het politieke discours bestaan2 . Er wordt eveneens nagegaan of het onderzoekscorpus gekenmerkt is door een ‘euro-oriëntalistisch discours’, i.e. een intra-Europese tegenstelling tussen West- en Oost-Europa door het gebruik van stereotypen (Van Heuckelom 2009a: 132). Dit onderzoek heeft als uitgangspunt dat het algemene beeld niet positief is aangezien direct voor en na de vijfde EU-uitbreiding in 2004 de Poolse loodgieter de verpersoonlijking was van de door West-Europese nieuwsmedia en politici voorgestelde bedreiging voor de nationale arbeidsmarkt, gezondheidszorg en sociale zekerheid als gevolg van de oostwaartse EU-uitbreiding en westwaartse arbeidsmigratie3 . Deze studie heeft niet als doelstelling om een moraliserend oordeel te vellen over la culture regardante (Nederland) of een willoos slachtoffer te maken van la culture regardée (Midden- en Oost-Europa). 2. Neologismen in Nederlandse nieuwsmedia als gevolg van de arbeidsmigratie Onderzoek naar de stereotypering van Midden- en Oost-Europa in de hedendaagse West-Europese nieuwsmedia wordt op internationaal vlak uitgevoerd. Britse nieuwsmedia hebben in hun beeld van de Baltische staten tussen 2004 en 2007 zowel het communistische label als de associatie met alweer een huis gehuurd, gezellig met zijn allen. En is dan 's avonds het werk gedaan, dan gaat de polkamuziek keihard aan!” (Vlemmix 2007). 2 In de imagologie duidt een heterobeeld op een beeld in natie/cultuur X dat natie/cultuur Y karakteriseert. In dit onderzoek gaat het dus om het heterobeeld van Midden- en OostEuropa in de Nederlandse cultuur (naar Leerssen & Beller 2007: 27). Voor dit onderzoek werd er gezocht naar teksten gepubliceerd tussen 2000 en 2011 in Nederlandse dagbladen, tijdschriften en nieuwswebsites: NRC Handelsblad, de Volkskrant, Trouw, Algemeen Dagblad, De Telegraaf, Elsevier, Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer, Spitsnieuws, De Pers en de Dagelijkse Standaard. Niet opgenomen in het corpus zijn berichten op internetfora of online geplaatste reacties op nieuwsartikelen. 3 De EU-uitbreiding in 2004 betrof de toetreding van Estland, Grieks-Cyprus, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. In 2007 traden Bulgarije en Roemenië toe. Het begrip 'Poolse loodgieter' kreeg internationale bekendheid in april 2005 toen de toenmalige EU-Commissaris voor de Interne markt, de Douane Unie en Belastingen, Frits Bolkestein, tijdens een persconferentie verklaarde dat “de aanwezigheid van Poolse loodgieters gewenst is aangezien het erg moeilijk is een elektricien of loodgieter te vinden in de Noord-Franse regio waar ik woon” (Thibaudat 2005). Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 3 onderontwikkeling en inferioriteit in stand gehouden door middel van termen als “ex-sovjet” en “ex-communistisch”. Na 2004 werd de Britse beeldvorming van Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten gekenmerkt door oorlogsretoriek zoals “het leger”, “de horden”, “de bendes” en “de bestorming” (Mockutė 2008 en Morosanu 2007: 6-8). Vlaamse nieuwsmedia hebben koude-oorlogsretoriek gehanteerd door het gebruik van de beladen en in feite anachronistische term “Oostblok”. Bovendien gebruiken de Vlaamse en Franstalig Belgische media negatieve kwalificaties zoals “de migrantenproblematiek” en “de stroom asielzoekers” (Saeys – Lits 2007: 14 en Van Heuckelom 2009b: 131-139). Nederlandse mediateksten kennen homogeniserende, negatieve neologismen die Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten problematiseren, zoals “het Polenprobleem” (Nota 2008), “de Polenproblematiek” (de Bot 2008) en “de Probleem-Pool” (Halkes 2007). Er wordt gebruik gemaakt van negatief geladen begrippen zoals “een vloedgolf” en “oprukken” (van Meteren 2003), “verdrijven” (Rengers 2005) en “overspoelen” (Kuiper 2010). In De Telegraaf, het dagblad met de grootste betaalde oplage in Nederland, worden spanningen tussen autochtonen en Poolse arbeidsmigranten, die “gewoon anders zijn, dat is cultureel bepaald”, letterlijk als een “Koude Oorlog” gekarakteriseerd (Colijn & Sanders 2009). Koude-oorlogsretoriek is eveneens zichtbaar in “de Oostblokjunk” (Nijman 2011). De westwaartse arbeidsmigratie wordt in feite gerelateerd aan de pre-1989 notie van Oost-Europa, zoals in “OostEuropeanenbeleid”, en negeert dusdoende de hedendaagse, Midden-Europese definitie van het gros van de in 2004 en 2007 toegetreden EU-lidstaten (Spits 2010). Hoewel de arbeidsmigrantenpopulatie heterogeen qua afkomst is, duiden bepaalde neologismen op een generalisatie die een arbeidsmigrant gelijkstelt aan een Pool; aanwijzingen hiervoor zijn de sectorale informatie verschaffende termen “fabrieks-Pool”, “vlees-Pool” en “pluk-Pool” (Rengers 2007). De arbeidsmigratie heeft eveneens geleid tot neologismen in het jargon van overheidsinstellingen en werkgevers- en werknemersorganisaties. Zo beschrijft een “Polen-CAO” de tewerkstellingsvoorwaarden voor tijdelijke arbeidsmigranten (Hendriks 2009). Tijdens een “Polentop” bespreekt de overheid (“het Polendebat”) zowel de tewerkstelling- en huisvestingsomstandigheden van arbeidsmigranten als de maatregelen in de strijd tegen de naar verluidt toegenomen maatschappelijke overlast na de openstelling van de EU-grenzen voor werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten op 1 mei 2007 (Stoker 2007). Een “Polenquotum” duidt op een evenredig aandeel van nieuwe arbeidsmigranten in bijvoorbeeld de verspreide huisvesting (van Haastrecht 2007). Een werkgever kan een “Polenboete” krijgen als gevolg van de tewerkstelling van illegale werknemers (AD 2008c) en voor nieuwe arbeidsmigranten worden er “Polendorpen” gebouwd met “Polenhotels”, i.e. voornamelijk voormalige kantoorgebouwen getransformeerd tot opvangpanden (AD 2008a). Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 4 3. De arbeidsmigrant als vloek of zegen voor de arbeidsmarkt Nieuwsmedia zijn medebepalend element in het politieke spel. Zo werd in het Verenigd Koninkrijk de relatief succesvolle Poolse integratie en solide werkethiek geprezen maar ook kritiek geleverd op de arbeidsmarktopenstelling voor Middenen Oost-Europeanen. Deze kritiek was echter gericht op de toenmalige Labourregering die verantwoordelijk werd geacht voor de ontoereikende voorbereiding op de migratiestijging en is ten dele te verklaren door conventionele anti-immigratie- en eurosceptische standpunten in de Britse media (Fomina & Frelak 2008: 75). Enerzijds hebben Britse mediateksten morele paniek over Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten gecreëerd; met name populaire en conservatieve bladen (bv. The Sun en The Daily Telegraph) hebben de arbeidsmigrant voorgesteld als een bedreiging voor de sociale zekerheid, het onderwijs en de arbeidsmarkt (Gabrielatos & Baker 2008: 33 en Khosravinik 2009). Anderzijds hebben centrum- en progressieve kranten (bv. The Times en The Guardian) arbeidsmigranten erkend als ambitieuze en nuttige individuen (Fleming 2005: 19-27). Binnen de Nederlandse economie wordt de Midden- en Oost-Europeaan beschouwd als voordelig, zelfs noodzakelijk, aangezien er wegens de vergrijzing nood is aan extra arbeidskrachten en deze arbeidsmigranten bereid zijn om de vacatures in te vullen waarvoor Nederlandse werklozen niet gemotiveerd zijn; NRC Handelsblad pleit onomwonden voor een vrije toelating van gemotiveerde en bekwame Midden- en Oost-Europese werknemers (NRC 2006). Het onafhankelijke, eerder links-liberale weekblad De Groene Amsterdammer stelt in een reportage over Poolse migranten in het oosten van Duitsland “dat in plaats van bang te zijn en te klagen over de Polen, de Oost-Duitsers er beter aan zouden doen de kansen te benutten die de komst van de Polen met zich meebrengt” (Kuiper 2007). Het Nederlandse slachtofferbeeld, i.e. victimisering, komt op de voorgrond vanwege de tewerkstelling van Midden- en Oost-Europeanen ten nadele van de Nederlandse werknemers en wegens de productieverhuizing naar Midden- en Oost-Europa (Westerlaken 2005)4 . In de eerder centrumlinkse, progressieve de Volkskrant wordt een gezicht gegeven aan de benadeelde Nederlandse werknemer: ‘Dit was mijn kentekenplaat’, wijst Henk. In zijn stem klinkt enige nostalgie door. Op een stok pronkt een geel-met-zwarte Nederlandse nummerplaat. Met een zwaai draait hij het bord om, om aan de andere kant een wit-met-zwarte Poolse nummerplaat te tonen. “En dit is het nummerbord waar mijn truck nu mee rijdt” (Doorduyn 2006). Niet alleen autochtone maar ook allochtone werknemers zijn het slachtoffer; Haagse Turken zijn getroffen door “brodeloosheid” door de komst van 4 Om verwarring te voorkomen wordt hier de term ‘victimisering’ gebruikt en niet de juridische en medische term ‘victimisatie’. Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 5 “spotgoedkope Poolse werknemers” en keuren het Poolse EU-lidmaatschap af (Mulder 2004). Bovendien zijn de Midden- en Oost-Europeanen niet bevorderlijk voor de allochtone gemeenschappen aangezien “ze in de buurtwinkels vrijwel niets uitgeven” (Cohen & Donkers 2006). Er is ook een slachtofferbeeld van de arbeidsmigranten; de uitgebuite Polen zijn in “mensonterende omstandigheden” gehuisvest en ondergaan “een moderne vorm van slavernij” (Trouw 2002 en Keuning 2007). Het dagblad Trouw, met een christelijke achtergrond, besteedt aandacht aan het ontwrichte gezinsleven in Polen als gevolg van de arbeidsmigratie; de dupe zijn de door de “vaak alcoholistische achtergebleven vaders” opgevoede kinderen van geëmigreerde moeders (van Meteren 2006). Het centrumlinkse opinieweekblad Vrij Nederland (VN) brengt het verhaal van twee hoopopgeleide, ingeburgerde Poolse vrouwen die in Nederland niet aan de slag mogen als lerares Duits, een knelpuntberoep, vanwege de arbeidsmarkttoets, die trouwens tegelijkertijd door VN wordt bekritiseerd (Sysling 2005). 4. Onderontwikkeling en maatschappelijke overlast Een conventioneel West-Europees stereotype of heterobeeld van Midden- en Oost-Europa betreft onderontwikkeling. Zo wordt de beeldvorming in Duitse nieuwsmedia bepaald door twee ‘cultureel geïdealiseerde cognitieve modellen’, i.e. de oude tegenover de sinds 2004 of 2007 nieuwe EU-lidstaten. In de beeldvorming van deze landen staan drie frames centraal: rationaliteit tegenover irrationaliteit, macht tegenover onmacht en beschaving tegenover onderontwikkeling. Macht, rationaliteit en beschaving worden toegeschreven aan de oude EU-lidstaten die het onderontwikkelde, onmachtige en irrationele Midden- en Oost-Europa domineren (Hudabiunigg 2004: 369-384). Roemenen en Bulgaren worden door Britse nieuwsmedia beschouwd als “barbaars”, “onbetrouwbaar” en “storend voor de beschaafde Britse samenleving” en zijn gekenmerkt door criminaliteit, geweld en een verdachte moraal (Morosanu 2007: 6-8). Het beeld van onderontwikkeling en overlast is hoofdzakelijk in de Volkskrant aanwezig. De Pool als oorzaak van overlast komt met name tot uiting in berichten over slechte huisvesting, hygiënegebrek, lawaai en overmatig alcoholgebruik. Bovendien hebben Poolse werknemers nood aan bewustmaking, zelfs (her)opvoeding (van Haastrecht 2007 en Kuiper 2010). In Polen, waar je in tegenstelling tot Nederland “niet snel een bekeuring krijgt als je zonder licht fietst”, is op cultureel vlak “weinig te beleven” en zijn werknemers tevreden met “een vooroorlogs loontje”. Het Nederlandse zelfbeeld berust hier op soliditeit en culturele ontwikkeling (van Alphen 2007, Chaudron 2005 en Kagie 2008). Daarnaast heeft de Pool een reputatie van onverantwoord rijgedrag en onbetaalde verkeersboetes, hetgeen niet strookt met het Nederlandse zelfbeeld van betrouwbaarheid en transparantie (AD 2007c). Polen hebben een slechte Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 6 reputatie inzake professionele bekwaamheid: zo verguist de Nederlandse vakman het werk van de ondegelijke Poolse loodgieter, die elke klus “verkloot” en “slordig metselt” (Stoker 2006)5 . In het Algemeen Dagblad (AD), de op één na populairste betaalde krant in Nederland, vinden we een negatief beeld van de seksuele overlast veroorzakende arbeidsmigrant die ver van huis is zodat Nederlandse vrouwen een makkelijk slachtoffer kunnen zijn van bespieding en rokkenjagerij (AD 2006 en AD 2008b). In Trouw wordt de Poolse man beschreven als een gewelddadige alcoholicus die vrouw en kinderen in de steek laat (Gunst 2007). Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten moeten via een dvd ingelicht worden over Nederlandse gewoontes zoals nuchterheid op de werkvloer en individueel winkelen aangezien “tien of twintig Polen die samen de Aldi binnengaan intimiderend kan werken voor andere bezoekers” (de Graaf 2007). “Samentroepende” Polen concurreren met “gewone” zwervers voor een slaapplaats in een opvangcentrum (De Witt 2008). De stevig drinkende Pool is een gevaar op de werkvloer en in het verkeer dat volgens het Nederlands zelfbeeld niet geconfronteerd wordt met alcomobilisme (AD 2007a). Ook in allochtone gemeenschappen bestaat er een beeld van de Polen als oorzaak van overlast, aangezien ze “met z’n zessen op één kamer wonen, fietsen en auto’s stelen, onze banen inpikken en in het weekeinde harde muziek draaien en veel bier drinken” (Groen 2010). 5. De Pool als praktiserende katholiek en ambitieus individu In het liberale NRC Handelsblad en in Visie, het radio- en tv-magazine van de Evangelische Omroep, zijn Polen per definitie praktiserende katholieken en worden de onfortuinlijke kerkleegloop in Nederland en het voorbeeldige, massale kerkbezoek in Polen benadrukt (Postma 2002 en Nota 2008). Uit een Visieinterview met een in Nederland verblijvende Poolse katholiek moet blijken dat katholieke arbeidsmigranten het goede voorbeeld geven: Aan tafel droomt de geblokte Krzysztof, die zijn moeder erg zegt te missen, van een mooie toekomst. “Ik wil met 25.000 euro op de bank Nederland weer verlaten. In Polen koop ik dan mijn eigen huis en wil ik een eigen bedrijf beginnen. Het liefst neem ik dan ook gehandicapte werknemers in dienst, zodat ik hen een betere toekomst kan geven. Waarom? Omdat ik gelovig ben en een goed mens wil zijn, die niet alleen op geld is belust” (Nota 2008). 5 Deze passage is mede gebaseerd op teksten afkomstig uit Trouw (1), Elsevier (1), NRC Handelsblad (1) en De Telegraaf (1). De Pool werd door het gratis dagblad Spits, overigens zonder duidelijke aanwijzingen, ‘de nieuwe Marokkaan’ genoemd, met een aantal negatieve associaties tot gevolg, aangezien het beeld van de Marokkaan niet over de gehele lijn positief is (cf. ‘kut-Marokkaan’) (Geerdink 2011). Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 7 Bovendien wordt volgens Trouw de katholieke kerk in Nederland versterkt door de oprechte en authentieke aard van het geloof van de Poolse arbeidsmigranten (van Dijk 2006). Nadat het katholieke beeld na 2005 wegebt, treedt het opnieuw op de voorgrond door het rouwproces van de Poolse gemeenschap in Nederland na de vliegtuigcrash op 10 april 2010 in het Russische Smolensk (Marlet 2010)6 . De Volkskrant beklemtoont de gebrekkige Nederlandse uitspraak van een Poolse leerling-priester en creëert al dan niet bewust een enigermate dommig beeld van de Poolse katholiek: “Rafal ies mooie man en iedereen wil met hem zingen. Als hij de afwas doet, als hij televisie kijkt, of vlak na de mis; altijd komt er wel een priesterstudent aan zijn schouders hangen die in het accent van de Nederlands-Tsjechische televisiemaker Martin Simek zegt: ‘Rafal ies mooie man’. Op zijn Nederlands is weinig aan te merken, zoals elke ochtend blijkt als hij voorgaat in de mis. Al is de Heer wel eens de Geer, de hemel de gemel, en zijn er in de liturgie veelvoorkomende ongelukkiger woorden. ‘Wat doe jij, wat doe jij’, zegt Rafal, op een manier die zowel een uitroepteken als een vraagteken rechtvaardigt. Rafal stapt op Victor af. ‘Zeg’, zegt hij, ‘jij wielt zeker met mij ziengen hè?’” (de Hoog 2005). Tijdens onlusten in augustus 2011 in de Londense voorstad Croydon sprong de 32-jarige Poolse Monika Konczyk uit haar brandende flatgebouw. In de conservatief gezinde The Daily Telegraph werd Konczyk geportretteerd als een ambitieuze en voorbeeldig geïntegreerde migrant, in tegenstelling tot de werkloze en tot de sociale onderklasse behorende autochtone en allochtone onruststokers. Het beeld van de Midden- en Oost-Europese arbeidsmigrant was positiever dan dat van de luie, asociale en van de sociale zekerheid profiterende Britse sociale onderklasse en niet-Europese migrantengemeenschappen (Holehouse 2011). In NRC Handelsblad, openlijk voorstander van de liberalisering van de Europese markt, EU-uitbreidingen en vrije toegang van EUarbeidsmigranten, staat het beeld van de hardwerkende en productieve Poolse arbeidsmigrant tegenover de van de welvaartsstaat afhankelijke, klagende, en aan ziekteverzuim verslaafde Nederlandse werknemer (of werkloze), die niet (meer) bereid is om in zijn of haar ogen slecht betaalde en onaangename betrekkingen uit te oefenen. Daarenboven tonen de Midden- en OostEuropeanen een vlotte integratie, in tegenstelling tot vorige generaties arbeidsmigranten (Weede 2005, Hunin 2006 en Müller 2007). Jonge Midden- en Oost-Europeanen worden in Trouw gedefinieerd als “MTV-Polen”, die opgegroeid zijn met de muziekzender Music Television, en flexibel, kosmopolitisch en beter geïntegreerd zijn dan oudere migranten, onder andere vanwege hun bereidwilligheid om Nederlands te leren (van Haastrecht 2009). 6 Bij deze vliegramp kwamen 96 inzittenden om het leven, waaronder het merendeel hoge overheidsfunctionarissen betrof, inclusief de toenmalige Poolse president Lech Kaczyński. Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 8 6. De Pool als speelbal in de Nederlandse politieke arena Tijdens de federale verkiezingscampagne in 1981 in België maakte de Vlaamsnationalistische partij Vlaams Blok gebruik van de slogan “400.000 werklozen, waarom dan gastarbeiders?” (Vandezande 2002). In 1992 hanteerde het Front National de protectionistische slagzin “Franse productie door de Fransen zelf” (“Produisons Français avec des Français”) (de Granvil 2008). Ook volgens de Nationaldemokratische Partei Deutschlands moeten Duitsers als eerste in aanmerking komen voor een betrekking (“Arbeit zuerst für Deutsche!”) (NPD 2009). In het discours van verschillende West-Europese extreemrechtse partijen werden arbeidsmigranten voorgesteld als een bedreiging voor de positie van de autochtonen op de arbeidsmarkt. In Gastarbeid en Kapitaal, gepubliceerd door de Socialistische Partij (SP) in 1983, stond dat “ofwel de buitenlanders na verloop van tijd de Nederlandse nationaliteit aannemen, ofwel zij op een gegeven moment naar hun vaderland terugkeren”. Bovendien zouden “die buitenlanders welke Nederlander willen worden, ook speciale kursussen moeten krijgen, waarbij voorrang zal moeten hebben de Nederlandse taal en vervolgens Nederlandse zeden en gewoonten” (SP 1983). In Nederland is met andere woorden ook links voorstander geweest van een veeleisend en streng integratiebeleid voor arbeidsimmigranten7 . Na de uitgesproken Nederlandse steun voor de EU-uitbreiding en de Poolse EUtoetreding gedurende de jaren 1990, groeide vanaf 2000 de ongerustheid hieromtrent. In juni 2001 behoorde Den Haag nog tot de meest liberale stemmen binnen de EU inzake de implementatie van de vier vrijheden van de gezamenlijke markt: het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Naast het Verenigd Koninkrijk en Zweden was ook Nederland tegenstander van overgangsmaatregelen inzake het vrij verkeer van werknemers. De Sociaal-Economische Raad (SER) voorspelde immers geen grote migratiegolf of zware gevolgen voor de lonen en werkloosheid in Nederland. Vanaf 2002 groeide de Nederlandse bezorgdheid over de gevolgen van de EU-uitbreiding voor de interne markt. Een diepgaande verandering in de Nederlandse politieke wereld, met name de opkomst van een nieuwe, rechtse politieke beweging (Lijst Pim Fortuyn, LPF), maakte een eind aan de paarse coalitie, die sinds 1994 bestond uit de liberale Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), de sociaaldemocratische Partij voor de Arbeid (PvdA) en de links-liberale Democraten 66 (D66). Terwijl de LPF pleitbezorger was van 7 Hier kan verwezen worden naar Winnaars en verliezers. Een nuchtere balans van vijfhonderd jaar immigratie (2011) van Jan en Leo Lucassen, waarin o.a. de wisselende standpunten met betrekking tot het immigratie- en integratiedebat worden beschreven. Terwijl (centrum-)rechtse partijen vandaag de dag de nationale identiteit verdedigen en zich verzetten tegen multiculturalisme en massa-immigratie, was in de jaren 1970 en 1980 de VVD de grootste voorstander van arbeidsimmigratie, en verdedigde de toenmalige Katholieke Volkspartij (KVP) het toestaan van huwelijksimmigratie. Politiek links, met name. de PvdA en de vakbonden, nam daarentegen een terughoudender positie in. Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 9 hervormingen in de publieke sector en een restrictief asielbeleid – geheel in de lijn van het groeiende publieke onbehagen over de multiculturele samenleving en de openbare dienstverlening – eiste ook de oppositiepartij ChristenDemocratisch Appèl (CDA) de aanpassing van immigranten aan de Nederlandse cultuur (Szytniewski & Segers 2011: 271-274, 280-281). Het relatief voorspelbare en negatieve discours over arbeidsmigratie uit Middenen Oost-Europa van een populistische partij als de Partij voor de Vrijheid (PVV) komt hier niet uitgebreid aan bod. Interessanter en opvallender is het discours van VVD, CDA, PvdA en SP. Eind 2003 stond het CDA- en VVD-verzet tegen de toelating van Midden- en Oost-Europeanen tot de Nederlandse arbeidsmarkt, haaks op de positie van het kabinet-Balkenende8 . Toenmalig minister van Financiën Gerrit Zalm (VVD) verklaarde niet “overspoeld” te willen worden door Poolse werknemers (Peeperkorn 2003 en NRC 2003). Omwille van oneerlijke concurrentie of ontwrichting van de arbeidsmarkt was volgens de SP begin 2004 de nieuwe arbeidsmigratie een bedreiging voor de onderkant van de samenleving en de allochtone gemeenschappen (Marijnissen & Ulenbelt 2005). Het VVD-discours daarentegen beschouwde de arbeidsmigranten als een noodzaak met het oog op openstaande betrekkingen “waarvoor een Nederlander nauwelijks te porren is” (Roubos & Scheepens-van den Boom 2005)9 . In 2006 bestond er vanuit de hoek van de werknemersorganisaties een zekere vorm van inlevingsvermogen. Jij, Jerzy, gepubliceerd door de grootste Nederlandse vakbond FNV, richtte de aandacht op de uitbuiting van Midden- en Oost-Europese werknemers. De titel was geïnspireerd op het boek Ik (Ali) (Ganz Unten, 1985) van de journalist Günter Wallraff die twee jaar lang in Duitsland undercover werkte als Turkse gastarbeider en de uitbuiting en discriminatie van buitenlandse werknemers aan de kaak stelde (Hupkes 2006). Anderzijds sprak de toenmalige oppositiepartij SP van een “vloedgolf” van Midden- en OostEuropeanen en beschouwde de Nederlanders als slachtoffers ten gevolge van het vrije verkeer van werknemers (Marijnissen & de Wit 2006). PvdA-wethouder Marnix Norder uit “Polengemeente” Den Haag, die zelfs de oorlogsmetafoor “Poolse invasie” gebruikte, legde de verantwoordelijkheid voor groeiende maatschappelijke overlast bij Midden- en Oost-Europeanen (Norder & Meijer 2006). Door VVD en D66 werd de arbeidsmigratie echter als voordelig beschouwd voor de Nederlandse economie (NOVA 2006). In maart 2007 stuurden de wethouders van de G4 een brandbrief naar de Tweede Kamer met een oproep om de grenzen dicht te houden voor Midden- en 8 Het kabinet-Balkenende II bestond uit CDA, VVD en D66 en regeerde van 27 mei 2003 tot 30 juni 2006. D66 trok zich uit de coalitie terug naar aanleiding van de crisis over het functioneren van de toenmalige minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, Rita Verdonk (VVD). 9 VVD en D66 waren de enige politieke partijen die in 2006 voorstander waren van de grensopenstelling voor Midden- en Oost-Europeanen (Kuin 2006). Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 10 Oost-Europeanen10 . In een NOVA-reportage daaromtrent stelt PvdA-raadslid Duco Hoogland uit Rotterdam (“Warschau aan de Maas”) dat arbeidsmigranten wel slachtoffers zijn van huisjesmelkerij en “moderne slavernij”, maar ook problemen veroorzaken: “’s Avonds wordt er enorm veel gedronken. De overlast kan iedereen zelf bedenken: drank, geluid, feestjes, etc.” De geïnterviewde gaat verder met een persoonlijk verhaal over een lichte aanrijding met een auto met een Poolse kentekenplaat: “Stel dat zo’n auto niet verzekerd is, wordt de schade niet gedekt en dat is een groot probleem”. Bovengenoemde Norder ziet de Midden- en Oost-Europeanen als bedreiging voor de leefbaarheid in de buurt: “Twaalf Polen die een biertje drinken, lol maken en een feestje bouwen, als je daarnaast woont, dan stuur je je dochter niet meer op straat om te spelen, want je hebt niet het gevoel dat je kind niet veilig (sic) in en uit het portiek kan komen”. De oorzaak van deze soort overlast en overtredingen wordt uitsluitend gelegd bij Poolse arbeidsmigranten (NOVA 2007). Vanaf eind 2010 sloop er oorlogsretoriek in het discours over de arbeidsmigratie uit Midden- en Oost-Europa en trad het beeld van de “Polenproblematiek” manifest op de voorgrond. De PvdA beschreef de arbeidsmigratie als “een tsunami van Polen” en bepleitte een gespierder “Oost-Europeanenbeleid” (Zuidervaart 2010 en Vos 2011)11 . De SP omschreef het Noord-Brabantse Zundert als een oorlogszone die het slachtoffer was van “een rauwe invasie van Polen” waartegen “hulptroepen” soelaas moesten bieden (Pijnappels 2011). Tegelijkertijd kunnen centrumlinkse partijen op veel steun rekenen bij migrantengemeenschappen. Zo heeft onderzoek aangetoond dat SMATallochtonen overwegend stemmen voor centrumlinkse partijen zoals de PvdA (84%), GroenLinks (7%) en de SP (5%) (UvA Persvoorlichting 2006)12 . Er bestaat ook een beeld van de ‘Probleem-Pool’, maar niet overheersend, bij bepaalde allochtone partijen. Zo beweerde Hasan Küçük (Islam Democraten) in september 2010 in een brief aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad dat “het voor parkeercontroleurs lastig is om geparkeerde busjes met slapende Moelanders te bekeuren” en stelt de vraag “of parkeercontroleurs niet durven te bekeuren bij dergelijke situaties en of ze met verbaal geweld te maken krijgen en worden bedreigd” (Küçük 2010). In februari 2012 ten slotte lanceerde de PVV een website (Meldpunt Midden en Oost Europeanen) waarop klachten over overlast door Midden- en Oost-Europeanen gemeld kunnen worden, met een 10 De G4 bestaat uit de vier grootste gemeenten in Nederland: Den Haag, Utrecht, Amsterdam en Rotterdam. 11 Met deze uitspraak werd verwezen naar de uitlating van PVV-voorzitter Geert Wilders die in 2006 vreesde voor een “tsunami van islamisering”. In februari 2011 pleitte de PVV voor de repatriatie van werkloze arbeidsmigranten (Vos 2011). 12 SMAT-allochtonen: Surinamers, Marokkanen, Antillianen en Turken. Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 11 wildgroei aan satirische protestwebsites als gevolg13 . De website veroorzaakte internationaal protest, o.a. van Europees Commissaris Neelie Kroes (VVD) en van Midden- en Oost-Europese regeringen en ambassades in Nederland. 7. Conclusie Na de vijfde EU-uitbreiding hebben centrumlinkse (i.e. PvdA en SP) en in mindere mate centrumrechtse partijen (i.e. VVD en CDA) de arbeidsmigratie van Midden- en Oost-Europa naar Nederland als een sociale en economische bedreiging beschouwd en wordt hun discours daaromtrent bij tijden occasioneel gekenmerkt door oorlogsretoriek. NRC Handelsblad stelt deze arbeidsmigratie voor als een kans voor de Nederlandse economie en samenleving en uit tegelijkertijd kritiek op bepaalde aspecten van de welvaartsstaat en het sociale zekerheidssysteem (bv. inzake de toekenning van uitkeringen en de aanpak van de werkloosheid). De hardwerkende en moedige migrant uit Midden- en Oost-Europa wordt geplaatst tegenover de verwende, ondankbare en gemakzuchtige Nederlandse werknemer of werkloze. Er is ook sprake van een nieuw type migrant: veeleer jong, hoogopgeleid en vrouwelijk. Trouw en Visie benadrukken de rooms-katholieke achtergrond van deze ambitieuze modelmigranten. Victimisering van de Nederlanders (in AD, de Volkskrant, Trouw en De Telegraaf) focust voornamelijk op het banenverlies bij Nederlandse werknemers als gevolg van productieverplaatsing of de goedkope salarissen van arbeidsmigranten. Trouw hangt een slachtofferbeeld op van de arbeidsmigrant: er wordt aandacht besteed aan gebroken gezinnen door de migratie naar WestEuropa en de ongunstige woon- en werkomstandigheden. Het beeld in het AD en de Volkskrant van de Midden- en Oost-Europeaan wordt deels gevormd door onderontwikkeling (chaos, gebrek aan professionaliteit) en overlast (lawaai, alcoholisme, gevaarlijk rijgedrag). Er zijn tot slot enkele kleine overeenkomsten tussen conventionele WestEuropese heterobeelden van Polen en het hedendaagse Polenbild in de Nederlandse nieuwsmedia en het politieke discours. De Pool als slachtoffer van sociale en economische uitbuiting en de complicaties van migratie vertoont raakpunten met het beeld van de Poolse slachtoffernatie na de Duitse- en Sovjetbezettingen in de 20ste eeuw. De Pool in Nederland – gelieerd aan geluidsoverlast, alcoholmisbruik en zwartwerk – heeft, zoals de Poolse politieke elite in de 18de eeuw, enigszins een reputatie van onbetrouwbaarheid en oncontroleerbaarheid. In het hedendaagse Nederlandse heterobeeld van de Pool 13 Zo lanceerde de hiphopartiest en Pool van het Jaar in 2011, Mr. Polska, een website waarop bezoekers positieve ervaringen met Oost-Europeanen kunnen melden. Verder zagen o.a. ook satirische meldpunten voor Belgen en voor Limburgers het licht (van Lier 2012). Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 12 ontbreekt het 19de eeuwse romantische en messianistische passie- en eergevoel (Leerssen & Beller 2007: 217-218). Bibliografie – primaire literatuur AD (2006), ‘Recreatie tussen de overalls’. In: Algemeen Dagblad 18/06/2006. AD (2007a), ‘“Drinken? Ja, we lusten wel een biertje”’. In: Algemeen Dagblad 16/04/2007. AD (2007b), ‘Op slot voor Oost-Europeanen’. In: Algemeen Dagblad 06/11/2007. AD (2007c), ‘Wielklem tegen Polen’. In: Algemeen Dagblad 05/12/2007. AD (2008a), ‘Rots-Vast wilde eigenlijk “Polen-dorp” voor EU-arbeiders’. In: Algemeen Dagblad 11/03/2008. AD (2008b), ‘“Ze gaan toch op zoek naar een rok”’. In: Algemeen Dagblad 09/05/2008. AD (2008c), ‘Fieret krijgt Polenboete alsnog terug’. In: Algemeen Dagblad 30/10/2008. AD (2011), ‘Zuipende Polen op “zwarte lijst” bij uitzendbureaus’. In: Algemeen Dagblad 01/02/2011. Bol, B. van der (2007), ‘Polen willen werk en eigen kerk’. In: NRC Handelsblad 01/05/2007. Bot, M. L. de (2008), ‘Wees gastvrij voor Polen’. In: de Volkskrant 19/06/2008. Chaudron, J. (2005), ‘“In Polen draait alles om carrière maken”’. In: Trouw 29/06/2005. Cohen, M. & S. Donkers (2006), ‘Operatie-Transvaal. Pioniers in een probleembuurt’. In: Vrij Nederland 11/02/2006. Colijn, J. & C. Sanders (2009), ‘Veldslag om “Klein Warschau”’. In: De Telegraaf 12/06/2009. Dijk, M. van (2006), ‘“Mensen genoeg, maar de kerk blijft dicht”’. In: Trouw 03/11/2006 Doorduyn, Y. (2006), ‘Sneller, sneller, tempo, tempo, weg, weg’. In: de Volkskrant 13/04/2006. Geerdink, J. (2011), ‘Polen zijn de nieuwe Marokkanen’. In: Spits 26/04/2011. Graaf, P. de (2007), ‘Hollandse mores-DVD voor Pool’. In: de Volkskrant 16/10/2007. Groen, J. (2010), ‘Turkse Nederlanders wijzen andere migranten af’. In: de Volkskrant 25/03/2010. Gunst, F. (2007), ‘Poolse zoekt hier werk en man’. In: Trouw 24/11/2007. Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 13 Haastrecht, R. van (2007), ‘Poolse golf vraagt om duidelijke afspraken’. In: Trouw 12/12/2007. Haastrecht, R. van (2009), ‘“MTV-Polen” willen graag Nederlands leren’. In: Trouw 20/07/2009. Halkes, J. (2007), ‘Rotterdam houdt top over probleem-Polen’. In: Metro 06/11/2007. Hendriks, J. (2009), ‘Bondsfusie streep door Polen-cao’. In: De Telegraaf 03/02/2009. Hoog, M. de (2005), ‘Simeks’. In: de Volkskrant 13/05/2005. Hunin, J. (2006), ‘Vijftien uur werken per dag, zonder te klagen’. In: NRC Handelsblad 26/07/2006. Kagie, R. (2008), ‘Wegwezen en inpakken’. In: Vrij Nederland 27/12/2008. Keuning, W. (2007), ‘Steeds meer “moderne” slavernij in Nederland’. In: de Volkskrant 04/09/2007. Kuin, I. (2006), ‘Wees niet bang voor de Polen’. In: Trouw 13/04/2006. Kuiper, J. (2007), ‘Help, de Polen komen!’. In: De Groene Amsterdammer 14/12/2007. Kuiper, J. (2010), ‘Acht Roemenen op een kamer’. In: De Groene Amsterdammer 28/10/2010. Lier, H. van (2012), ‘Meldpunthumor: Meldpunten voor Limburgers, Belgen en gezellige Polen’. In: de Volkskrant 09/02/2012. Marijnissen, J. & P. Ulenbelt (2005), ‘Voor Polen dreigt uitbuit-CAO’. In: NRC Handelsblad 23/08/2005. Marijnissen, J. & J. de Wit (2006), ‘Help, daar komen de Polen’. In: NRC Handelsblad 31/01/2006. Marlet, G. (2010), ‘Polen in Nederland delen verdriet met elkaar’. In: Trouw 12/04/2010. Meteren, W. van (2003), ‘De open grens en oprukkende Polen’. In: Trouw 22/11/2003. Meteren, W. van (2006), ‘Het Poolse gezinsleven lijdt schade’. In: Trouw 18/08/2006. Mulder, E. (2004), ‘De Polen verpesten het voor de Haagse Turken’. In: Trouw 05/10/2004. Müller, J. (2007), ‘Vakbekwaam en werklustig: wie wil de Pool niet?’. In: NRC Handelsblad 11/12/2007. Nijman, B. (2011), ‘Alarm om Oostblokjunk’. In: Spits 31/01/2011. Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 14 Norder, M. & D. Meijer (2006), ‘Werken en wonen van Polen belast regio Den Haag’. In: de Volkskrant 17/03/2006. NRC (2003), ‘Zalm tegen goedkope Polen’. In: NRC Handelsblad 18/11/2003. NRC (2006), ‘Laat de Polen komen’. In: NRC Handelsblad 09/02/2006. Peeperkorn, M. (2003), ‘Rem op arbeiders nieuwe EU-landen’. In: de Volkskrant 17/11/2003. Pijnappels, R. (2011), ‘SP-Kamerlid: “Zundert kan tsunami van Polen niet aan”’. In: BN DeStem 11/02/2011. Postma, R. (2002), ‘Zusters met een streepje minder’. In: NRC Handelsblad 16/03/2002. Rengers, M. (2005), ‘Na de klus-Pool nu de verzekerings-Tsjech’. In: de Volkskrant 01/11/2005. Rengers, M. (2007), ‘Polen kijken meewarig naar bankpersoneel’. In: de Volkskrant 05/05/2007. Roubos, G. & M. Scheepens-van den Boom (2005), ‘Jan Marijnissen moet echt eens leren rekenen’. In: NRC Handelsblad 25/08/2005. Spits (2010), ‘PvdA’er: “Immigratiebeleid halfzacht”’. In: Spits 10/12/2010. Stoker, E. (2006), ‘Schuine muren, lekkende pijpen en kapotte afvoerputjes’. In: de Volkskrant 06/04/2006. Stoker, E. (2007), ‘Polentop: malafide uitzendbureaus in de ban’. In: de Volkskrant 12/12/2007. Sysling, F. (2005), ‘Dolende Polen’. In: Vrij Nederland 02/09/2005. Trouw (2002), ‘Belabberde camping voor Poolse arbeiders ontruimd’. In: Trouw 31/08/2002. Alphen, F. van (2007), ‘Groenrode fietsen voor Poolse werknemers’. In: de Volkskrant 18/09/2007. Vos, R. (2011), ‘PVV: “Zet werkloze Oost-Europeanen uit”’. In: Spits 02/02/2011. Weede, F. (2005), ‘Superforenzen’. In: NRC Handelsblad 05/03/2005. Westerlaken, N. (2005), ‘Dzien dobry’. In: de Volkskrant 28/09/2005. Witt, R. De (2008), ‘Nieuwe EU-burgers massaal naar daklozenopvang’. In: Elsevier 19/05/2008. Zuidervaart, B. (2010), ‘Zelfs mislukte Polen blijven gewoon in Nederland’. In: Trouw 01/11/2010. Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 15 Secundaire literatuur Fleming, M. (2005), ‘The use of stereotypes in the British media during the period of European Union expansion in 2004: The representation of post-communist states’. In: Sprawy Narodowościowe 26. 19-27. Fomina, J. & J. Frelak (2008), Next stopski London. Public perceptions of labor migration within the EU. The case of Polish labor migrants in the British press. Warschau: Fundacja Instytut Spraw Publicznych. Gabrielatos, C. & P. Baker (2008), ‘Fleeing, sneaking, flooding: a corpus analysis of discursive constructions of refugees and asylum seekers in the UK press, 1996-2005’. In: Journal of English Linguistics 36. 5-38. Heuckelom, K. Van (2009a), ‘Borat is een Pool. Euro-Oriëntalisme in de Vlaamse media’. In: Streven Februari 2009. 132-139. Heuckelom, K. Van (2009b), ‘Zij kwamen uit het Oosten’. In: De Leeswolf 9. 686- 688. Holehouse, M. (2011), ‘UK riots: England is sick, says woman who jumped from blazing building’. In: The Telegraph 13/08/2011. Hudabiunigg, I. (2004), ‘The otherness of Eastern Europe’. In: Journal of Multilingual and Multicultural Development 25 (5-6). 369-388. Khosravinik, M. (2009), ‘The representation of refugees, asylum seekers and immigrants in British newspapers’. In: Discourse Society 20. 477-498. Leerssen, J. & M. Beller (red.) (2007), Imagology: the cultural Construction and literary representation of national characters. Amsterdam: Rodopi. Lucassen, J. & L. Lucassen (2011), Winnaars en verliezers. Een nuchtere balans van vijfhonderd jaar immigratie. Amsterdam: Bert Bakker. Mockutė, M. (2008), ‘The images of the Baltic States in the international media upon accession to NATO and the EU’. In: Lithuanian Foreign Policy Review 21. 10-37. Nourhussen, S. (2008), ‘Een positief weekblad voor Polen in Nederland’. In: Trouw 21/02/2008. Szytniewski, B. & M. Segers (2011), ‘The Netherlands and Poland’s accession to the European Union’. In: D. Hellema e.a. (red.), Poland and the Netherlands: A case study of European Relations. Dordrecht: Republic of Letters Publishing. 259-282. Internetbronnen Granvil, O. de (2008), Fraternité avec les travailleurs français de Molex. Geraadpleegd op 15 mei 2011 van: http://www.nationspresse.info/?p=21680 Küçük, H. (2010), Onderwerp: Polen bekeuren is lastig. Geraadpleegd op 24 april 2011 van: http://zbs.denhaag.nl/risdoc/2010/RIS175580A.PDF Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 16 Morosanu, L. (2007), Back to Europe? Framing Romania’s accession to the European Union in the United Kingdom. Geraadpleegd op 8 september 2010 van: http://www.migrationonline.cz Nota, M. (2008), Polen over “ons” Polen-probleem. Geraadpleegd op 8 oktober 2011 van: http://www.eo.nl NOVA (2006), Nederlandse Omroep Stichting-VARA-Nederlandse Programma Stichting 12/04/2006. Geraadpleegd op 29/02/2012 van http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1127880 NOVA (2007), Nederlandse Omroep Stichting-VARA-Nederlandse Programma Stichting 26/03/2007. Geraadpleegd op 02/03/2012 van http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1146929 NPD (2009), Arbeit zuerst für Deutsche! Geraadpleegd op 24 augustus 2011 van: http://www.npd-niedersachsen.de/index.php/menue/56/PDF-Archiv Saeys, F. & M. Lits (2007), De berichtgeving over allochtone minderheden in de Belgische media. Geraadpleegd op 21 januari 2011 van: http://www.psw.ugent.be/cms_global/uploads/publicaties/comwet/samenvattingsr apport.pdf SP (1983), Gastarbeid en kapitaal. Geraadpleegd op 24 augustus 2011 van: http://archief.devrijegedachte.nl/constandse/dossier/gastnawo2 SP (2011), Roemer: “Reguleer de instroom van werknemers uit Oost-Europa”. Geraadpleegd op 11 juli 2011 van: http://www.sp.nl/werk/nieuwsberichten/8695/110216- roemer_reguleer_instroom_van_werknemers_uit_oost_europa Thibaudat, J-P. (2005), Le plombier polonais, fossoyeur du oui. Geraadpleegd op 16 juli 2011 van: http://www.liberation.fr/evenement/0101532374-le-plombier- polonais-fossoyeur-du-oui UvA Persvoorlichting (2006), IMES onderzoekt stemgedrag allochtonen: 80% kiest PvdA. Geraadpleegd op 14 mei 2011 van: http://www.science.uva.nl/actueel/nieuws.cfm/60DE766E-B3BE-472D- 89229110020D2564 Vandezande, M. (2002), Rechts-radicalisme tussen Noordzee en Leiestreek. Een analyse van het Vlaams Blok in West-Vlaanderen. Geraadpleegd op 17 juni 2011 van http://www.ethesis.net/vlaams_blok/vlaams_blok_deel_1_1.htm Vlemmix, J. (2007), Een bussie vol met Polen. Geraadpleegd op 17 maart 2011 van: http://www.songteksten.nl/songteksten/79524/johan-vlemmix/een-bussie- vol-met-polen.htm Wobma, E. & R. van der Vliet (2011), Aantal Midden- en Oost-Europeanen in vijf jaar tijd verdubbeld. Geraadpleegd op 10 september 2011 van: Comparatieve neerlandistiek Tijdschrift van de Vereniging voor Neerlandistiek in Centraal-Europa 17 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/dossiers/eu/publicaties/archief/2011/2011- 3442-wm