190 WILKEN ENCSELBRECHT ASPliCTUALlTEl en het préteritum duidde de situaties in het verleden aan. De mogelijkhcid ommct een presens een toekomstige gebeurtenis aan te geven, is het Nederlands eigen gebleven, denk maar aan zinnetjes als: Morgen schrijfik moeder een brief. Dat lijkt sterk op de situatie die in het Tsjechisch nog steeds bestaat. Hoewcl de perifrastische mogelijkhcid ook aanwezig is, gebruikt het Tsjechisch in het algemeen cen perfectiefwerkwoord in de presensvorm om een toekomstige gebeurtenis uit te drukken: Zitra napíšu dopis mamince. De notie voltooidheid werd in het Oud-Ncdcrlands met het voorvocgsel gi-uitgcdrukt. Gesag kon dus ik heb gezien betekenen. Perifrastische, omschrijvende werkwoordspatronen van het type hebhen of zijn met een participium praeteritum, komen in het Nederlands voor het perfectum cn het plusquamperfectum al in de Oudnederlandse periodě op, in de loop van de negende eeuw.16 Tezelfdertijd komt ook het verschil in de vorming van voltooidc tijden tussen transitieve en intransi-tieve werkwoorden op, ook al een verschijnsel dat in West-Slavischc talen niet bestaat. De standaarduitleg is dat het zinnetje ik heb het huis gekocht oorspronkelijk ik bezit het huis in gekochte Staat betekende, en dat het subject ik pas later werd verbunden met de partieipiumvorm gekocht. Ook de vorming van een toeko-mende tijd met Sutten dateert al uit het Oud-Nederlands, zij het pas legen het eind van die periodě, de elfde eeuw. Met de vorming van de perifrastische toekomende tijd in de loop van de der-tiende eeuw cn de uitkristallisering van de passiefvormen tussen de dertiende en de zestiende eeuw is het Nederlandse tijdsystcem voltooid. Dit systeem is strikt gemodellecrd naar het voorbeeld van het klassieke Latijn met zijn duidelijkc in-deling in dric onvoliooide tijden - praesens, imperfectum en ftiturum - en drie voltooide tijden - perfectum, plusquamperfectum en futurum exaetum. Op het eerste gezicht gaat het om een systeem, waarin het tijdsverloop van belang is en de aspectucle notie ondergeschikt is. Ik kom hier nog op terug. d.w.z. de si1 sehe inhoud inherent ein« notie "beein< Vergelij: Terminatíef dal jsem ■ i mu korunu a 4 dám mu *| korunu Duratief dával jsem mu korunu dávám mu il korunu \ budu mu il dát korunu i Net zoali vormen voor lende aspecte bestaat er oo ding. Deze v gelmatig her handeling se< Tsjechische tijdopvatting Zoals gezegd werkt het Tsjechisch met een ander systeem. Het belangrijkste verbale verschil is een aspectueel verschil van terminativiteit (dokonavosi) cn durati-viteit (nedokonavost). Onder terminativiteit wordt een begrcnsde situatie verstaan, 16 De classicus Hermann Franke! dateert in zijn Grammatik und Sprachwandel (München: Beck, 1974), pp. 169-172, het opkomen van de perifrastische tijden in de periodě van de volksver-huizing, d.w.z. in de vijfdc tot de achtste eeuw na Christus. 17 M. van der Wal en C. van Bree, Geschiedenes van het Nederlands (Utrecht: Het Spectrum, 19942), pp. 152-153. Itcrativitť werkwoorden 18 Schema 19 Vgl. Not 2002:188-189.