De voorspellende waarde van psychologische testen De meetbare mens Wie heeft ze nog nooit ingevuld, de testjes in tijdschriften die antwoord geven op prangende vragen als: Welke partner past bij mij? Hoe bereik ik mijn ambities? Wat is de waarde van die testjes en van psychologische testen in het algemeen? ~. - -vi/ 'Bij het meten van denken kom je snel uit Ben je een boef of een slimmerik: welk gezicht spreekt je het meeste aan? op het meten van intelligente. Intelligen- De man in het midden van deze Szondy-test is Rendel de Jong. tietesten waren er al vanaf het eind van de negentiende eeuw. Ook in de huidige tijd leveren intelligentietesten, in diverse vormen, een belangrijke bijdrage in de voorspelling van werkprestaties, juist in de hogere functies. Daarnaast zijn er voor het meten van andere kenmerken, zoals per-soonlijkheid en temperament, instrumenten ontwikkeldjAan het woord is Rendel de Sng^roeias- en organisatiepsycholoog aan de Universiteit Utrecht. Zijn faculteit Sociale Wetenschappen organiseert dit voorjaar met het Universiteitsmuseum een tentoonstelling over persoonlijkheid. De bezoeker kan zieh daar onderwerpen aan diverse testen. Achterhaalde methodes Testen die nu hilarisch aandoen, werden vroeger serieus ingezet voor diagnose- en selectiedoeleinden. Bij de Szondy-test (zie foto) kregen de proefpersonen een album te zien met gezichten van boeven, domme mensen en slimme mensen; zij moesten aangeven welk gezicht hen het meeste aansprak. De veronderstelling was dat een boef een boef uitzoekt en een slimmerik een slimmerik. Ook de zogenaamde pro-jectietesten werden veel gebruikt, zoals de inktvlektest van Rorschach. Daarbij moesten de proefpersonen verteilen wat ze in de inktvlek zagen, waarop de therapeut persoonlijke karaktertrekken toekende aan deze interpretatie. Inmiddels is gebieken dat de voorspellende waarde ook van dit soort testen gering is. Er zijn tegenwoordig gestandaardiseerde methoden die verschil-len in persoonlijkheid beter tot hun recht laten komen. Sociale intelligente Intelligentie zoals gemeten met een intel-ligentietest is niet het enige wat telt. Het gaat er ook om hoe je in de sociale omgang bent en of je je kunt inleven in anderen: die eigenschappen die je succes kunnen bepalen in relaties of in een carriere. Bijna iedere hoogopgeleide is wel eens onder- 16 Illuster 46 I Universiteit Utrecht | 03/2007 .os de rebus op en win! luster verloot onder de goede inzenders van deze rebus vijf exemplaren van De Geschiedenis van het Denken van André Klukhuhn. Stuur je inzending voor 16 april naar illuster@uu.nl onder vermelding van 'rebus' Dr. André F.W. Klukhuhn (zie foto) organiseerde als staflid en later directeur van Stud Generale tussen 1973 en 20 naar schatting 2500 lezingen en symposia. Hierdoor ontpopte hij zieh in de loop der jaren als cultuurfilosoof en historicus van ideeěn. In 2003 leidde dit tot zijn boek De Geschiedenis van net Denken. Dit boek geeft een achtig overzicht van pogin-i die de mens in de loop i de geschiedenis heeft on-dernomen om greep te krijgen öp zijn omgeving. i Foto ert rebus: Ype Driessen b=d -s,+es V worpen aan een assessment in de race om een baan. Een dergelijk beoordelingsprogramma onderscheidt zieh van andere selectietesten doordat er altijd een simulatie van de praktijk in zit, zoals een rol-lenspel. Zo'n simulatie heeft echter volgens De Jong lang niet altijd extra voorspellende waarde ten opzichte van de intelligentietest en de persoonlijkheidstest die meestal ook deel uitmaken van het assessment. 'Ook de hedendaagse psychologie worstelt nog steeds met de betrouwbaarheid van testen.' Dit blijkt bijvoorbeeld uit een onderzoek in 1995 waarin 100 managers een ontwikkelingsassessment doorliepen. Ze werden getest op acht competenties, waaronder stressbestendigheid, ambitie, plannen en organiseren. Tien jaar later werd onderzocht of er een samen-hang was tussen enerzijds de assessmentresultaten en anderzijds het bereiken van een senior managementfunctie en het effectief functio-neren in de functie. Het resultaat bleek alleen te correleren met het wel of niet bereiken van die hogere functie. En het hele effect bleek alleen te berusten op een competentie: de ambitie van de proefper-soon. A alleer '1* soon. De Jong: 'Het onderstreept het belang van weten wat je wilt meten. Ook de hedendaagse psychoiogie worstelt nog steeds met de be- trouwbaarheid van testen. Het probleem is dat veel van de beoogde 'brede competenties' erg moeilijk meetbaarte maken zijn, zeker in een simulatie van beperkte duur. Relatief goede resultaten kunnen wel worden bereikt met het meten van speeifieke kennis en vaardig-heid. Kortom, er is nog steeds interessant werk te doen in de ontwik-keling van valide instrumenten voor selectie en loopbaanadvisering.' Populaire testjes Volgens De Jong kunnen de vragenlijstjes in tijdschriften best goed zijn wanneer een aantal cruciale dimensies worden meegenomen. Neem als voorbeeld de vraag welke baan bij iemand past. Houdt deze persoon van regels? Kies dan voor een organisatie waar veel struetuur is en procedures op papier staan. Rendel de Jong: 'Dat zijn natuurlijk conclusies die je op je klompen aanvoelt. De uitdaging in ons vak is nu juist om die verbanden die niet voor de hand liggen te doorgronden en aan te tonen.' [Wilma de Lange] Zin en onzin over onszelf Van 12 juni 2007 tot September 2008 loopt in het Universiteits-museum de tentoonstelling 'Karakter - zin en onzin over onszelf. De tentoonstelling presenteert de huidige kennis over persoonlijk-heid. De tentoonstelling zal onder andere in het teken staan van de zin en onzin over het meten van de persoonlijkheid. Meer in-formatie: www.museum.uu.nl. Illuster 46 | Universiteit Utrecht | 03/2007 17 'De puntjes op de i vergen nog wat tijď ^/£} *y De mistige taal van de formatie De formatietijd vraagt hettegennatuurlijke van Haagse politici. Radiostilte is het devies. De politici mijden de schijnwerpers en negeren camera's en microfoons. De schaarse woorden die vallen, vormen een rijke bron voor taalliefhebbers. KGGS BOOH IT13 II -PARLEMENTAIRJOURNALIST - REDACTEUR ONZE TAAL; BEIDEN OOK DOCENT JÓURNAUSTIEK EN NIEUWEMEDLA, UNIVERSITEIT LEIDEN Wie met zijn rüg naar de vis-kraam op het Haagse Bui-tenhof Staat, het oog schuin omhoog rieht op een raam linksboven de toegangspoort van het Binnenhof, kan zien waar het gebeurt. Daar achter dat raam worden elke keer nadat er ver-kiezingen zijn gehouden weer politieke toverformules bedacht. Het is de piek waar wensen en Verlangens van tafel worden geveegd, compromissen worden gesmeed en carrieres beginnen en eindi-gen. Hier wordt geschaakt op het hoog-ste niveau en een kabinet tot leven gebracht. Ach, hoe vaak hebben politieke Journalisten niet een masterplan bedacht. Richtmicrofoons plaatsen, een super- zoomlens gebruiken en een hoogwerker bestellen. Maar het heeft allemaal geen zin. Vlak voordat de kabinetsformatie in het gebouw van de Eerste Kamer be-gint, wordt de onderhandelingsruimte van onder tot boven gecontroleerd en beveiligd. Het raam laat wel licht maar geen pottenkijkers toe. Uit deze ruimte lekt geen informatie weg. Het enige waarneembare bij het raam was deze zomer de plaatsing van een aircoappa-raat aan de buitenmuur^ ■ EEN VERPULVERD TAFEREEL Radiostilte. Dat is het woord van de kabinetsformatie versie 2010. In een tijd-perk waarin nieuws soms al bekend is nog voordat het heeft plaatsgevonden, speelt zieh in Den Haag een ritueel af uit de vorige eeuw. Of zoals een van de informateurs, Uri Rosenthal, zei: Natuurlijk begrijpen wij uw nieuws-gierigheid om op elk moment het naadje van de kous te willen verneinen. (...) Soms is het zo dat je de zaak dient door meters te maken bui-ten het licht van uw camera's, schijnwerpers. Maar ik zeg u toe, op gepas-te momenten zult u van ons hören. Voorlopig echter houden wij het op radiostilte, tv-stilte, camerastilte en munten wij 00k het woord ont-twitte-ren. Tijdens de verkiezingscampagne werd van elke stap van de lijsttrekkers verslag gedaan. Maar na de verkiezingen was dat dus anders. De "complexe" uitslag zou het moeilijk maken een kabinet sa-men te stellen. De grootste partij, de WD, kreeg, hoewel zij had gewonnen, slechts eenvijfde van de stemmen. De tot dan toe grootste partij, het CDA, ver-loor de helft van haar zetels en kwam op 21. De PW van Wilders ging van 9 zetels naar 24 en de PvdA verloor, maar kreeg slechts een zetel minder dan de WD en kwam uit op 30. Kortom, een '270 ONZE TAAL 2010-10 verbrokkeld politiek speelveld, door in-formateur Rosenthal "een verpulverd ta-fereel" genoemd en dus een lastig gege-ven voor een formatie. Gebruiken politi-ci vöör de verkiezingen grote woorden, na het bekend worden van de stembus-uitslag loopt men in Den Haag op weg naar een nieuw kabinet meestal verbaal op kousenvoeten. Want niemand kan alleen regeren. Informateur Rosenthal verwoordde het zo: "(...) maar na het sluiten van de stembussen moet de Wissel worden genomen van verschillen naar overeenkomsten. Van campagne-mode naar coalitiemode." | ■ LEKKAGE Maar hoe krijg je bijvoorbeeld links en rechts in de 'coalitiemode', als rechts over links zegt: "Als je links het beheer over de Sahara geeft, is binnen de kort-ste keren het zand op" (WD-leider Mark Rütte). Dat Paars-plus (WD, PvdA, D66 en GroenLinks) zo snel mis-lukte, was daarom geen verrassing. Intussen konden zelfs ervaren Bin-nenhof-watchers geen peil trekken op wat er achter de gesloten deuren plaats-vond. De horde politieke Journalisten trok regelmatig als hongerige wolven door de gangen van het parlement op zoek naar een 'brokje' nieuws. "Het eni-ge wat er te melden is, is dat er niets te melden is", zo stuurde menig woord-voerder de horde weer terug naar het redactiehok. 'Lekkage', want zo heet nu eenmaal het dikwijls bewust doorgesij-pelde nieuws, was er zeker in het begin weinig. En als het er was, stond het als eerste op de onderhandelingsagenda en moest er boete worden gedaan door de 'lekkende partij'. Het grootste lek was natuurlijk de brief van co-onderhande-laar Ab Klink van het CDA. In zijn ont-boezemingen aan de fractiegenoten kon heel Nederland lezen hoe weinig ver-trouwen hij had in de onderhandelingen over een kabinet van WD en CDA met 'gedoogsteun' van de PW. Hij schreef dat "een politieke samenwerking met de PW voor ons geen begaanbare weg is en zou moeten zijn". De gevolgen waren enorm: de formatie van een rechtse coa-litie liep stuk, maar werd hervat nadat Klink besloten had op te stappen. Wie het nog niet wist, wist het nu: openheid is in de formatie vaak een handicap. ■ MljNENVELD De brief van Klink maakte ook maar weer eens duidelijk hoe in de politiek elk woord wordt gewogen, en hoe snel de een de ander verkeerd begrijpt. Formeren is een delicaat proces en vereist behoedzaam laveren in een politiek mij-nenveld. Herman Tjeenk Willink, een van de informateurs, verwees naar een uitspraak van een voorganger, Marinus Ruppert: "Je moet voorkomen dat ie-mand gedwongen wordt 'ja' te zeggen, want dan zeggen ze zeker 'nee'." Zelfs de CDA-fractie klaagde op enig moment over de gebrekkige informatie van de eigen onderhandelaar Maxime Verhagen. Die klapte vervolgens een beetje uit de school in de hoop dat het binnenskamers bleef en dat daarmee de informatieonrust gesust was. Maar Verhagen overkwam hetzelfde als later Klink: de volgende dag waren zijn woorden al via de media wereldkundig ge-maakt. De informateurs gaven af en toe wel rechtstreeks iets prijs. Meestal bleef de beeldspraak hangen, maar was er van echte informatie geen sprake. Informateur Ivo Opstelten waagde zieh niet aan voorspellingen over het formatieproces: "Aan de finish wordt de winst-en-verlies-rekening opgemaakt. Als roeier weet ik dat het vaak toch aankomt op het halen van de laatste honderd meter." Zijn woorden bleken al snel profetisch. ■ SUBTAFEL Politieke taal is moeilijk te vertalen. Het gaat dikwijls om dat wat er niet wordt gezegd. Als de gesprekken 'construetief verlopen, is er meestal een hoop heisa aan tafel. En als ze 'er bijna uit zijn' en 'de laatste puntjes op de i nog wat tijd vergen', dan weet je dat het nog een hele klus wordt om de onderhandelaars op één lijn te krijgen. Politieke woor-denboeken zijn er nauwelijks. In een kabinetsformatie worden nieu-we woorden en begrippen uitgevonden of komen oude weer onder het stof van-daan. En zo is het ook nu weer. Dit keer dook opeens het woord hoofdtafel op. Het verwijst naar de tafel waaraan de eerste onderhandelaars - de partij-leiders - overleggen. De hoofdtafel schuift regelmatig onderwerpen door naar de 'subtafeľ. Daar worden kwesties nader uitgewerkt. Aan deze tafel zitten de secondanten, de leden uit het forma-tieteam van een partij. In wielertermen zou je spreken van de 'kopman' en zijn 'meesterknechten'. Zo is er een subtafel 'binnenlandse zaken' of 'buitenlands beleid'. Is een onderwerp afgerond, dan gaat het weer naar de hoofdtafel, waar de kwestie wordt 'afgehamerd' of 'geparkeerd'. Deze onderhandelings-methode is uiteraard niet nieuw, maar de woorden hoofdtafel en subtafel zijn dat wel. Je zou trouwens misschien denken dat een partij die niet mee-regeert maar een kabinet wel gedoogt, zoals de PW, aan een 'bijzettafel' zit. Maar over bijzettafels wordt gek genoeg in de formatie juist weer niet gespro-ken. Sterker nog, Geert Wilders zit als onderhandelaar gewoon aan de hoofdtafel. ■ OVER RECHTS Al direct na de verkiezingen buitelden de Varianten over elkaar heen. De term Paars-plus, waarmee in 2010 dus een coalitie tussen de WD, PvdA, D66 en GroenLinks bedoeld werd, is eerder gebruikt. Wim Kok, oud-PvdA-premier, doelde in 1994 met die term op Paars (de liberalen - blauw - samen met de sociaal-demoeraten - rood) in combina-tie met de christen-demoeraten (CDA). En dan werd er nog gesproken over de 'Roemer-variant', genoemd naar de fractievoorzitter van de SP in de Tweede Kamer, Emile Roemer, die een coalitie bepleitte tussen PvdA, CDA, SP en GroenLinks. En er was het 'centrum-kabinet' of 'middenkabinet'. Of een kabinet 'over rechts'. 'Over rechts'? Hier lijkt de populaire voetbaltaal inspire-rend te zijn geweest: tijdens het wereld-kampioenschap in Zuid-Afrika, dat samenviel met het begin van de formatie, hoorden we vaak genoeg dat een aanval 'over links' of 'over rechts' ging. Waarom dan een kabinet niet? In de-zelfde jolige voetbalsfeer kwam aanvan-kelijk het 'Oranjekabinet' naar voren, een combinatie van WD en PW (en zelfs Trots op Nederland, dat de kies-drempel niet heeft gehaald). Cohen moest van een coalitie van de vijf partijen uit het brede midden niet veel hebben: een 'verlegenheidsoplos-sing' noemde hij dat. En met de nodige jaloezie keek hij naar het CDA, dat eerst niet wilde regeren maar er uiteindelijk toch - met gedoogsteun van de eerder door het CDA verguisde PW - met de ► Als de gesprekken 'construetief verlopen, is er meestal een hoop heisa aan tafel En als ze 'er bijna uit zijn7, wordt het nog een hele klus. ON Z E TAAL 2010-10 271 VVD-fractieleider Mark Rütte na een gesprek met informateur Ivo Opstelten. buit vandoor leek te gaan. Cohen (door Rütte treiterig "de vroedvrouw van de samenwerking CDA-WD-PW" ge-noemd) had de pest in en citeerde mop-perend een tekst uit de Bijbel: "Het is Jakobs stem, maar het zijn Esaus han-den om een bord linzen, om de macht." Waarmee Cohen bedoelde dat het CDA zieh anders voordeed dan het feitelijk is: belust op regeringsmacht. ■ CEDOGEN Het is al enkele keren gevallen: het woord gedoogsteun. Gedogen hoort echt thuis in onze Nederlandse politieke cul-tuur. Het is van alle tijden. Het betekent zoiets als 'niet meedoen, maar er ook niet tegen zijn'. In 1973 speelde het woord een grote rol bij informateur Jaap Burger, die de christelijke partijen wilde betrekken bij het kabinet-Den Uyl. En dit ondanks het feit dat Burger eigenlijk niets van christelijke partijen moest hebben. Hij zei eens: "Afspraken met confessionelen zijn 'scheten in een netje'." Ook onlangs kwam het begrip weer om de hoek kijken, bij de onderhande-lingen om WD, CDA en PW met elkaar te laten samenwerken. Daartoe moest er naast een regeerakkoord ook een 'gedoogakkoord' komen, waarin de aard van de gedoogsteun minutieus vast-gelegd wordt. (Zie ook Jan Kuiten-brouwers column 'Gedoogsteun', in het vorige nummer van Onze Taal.~) ■ LUBBERIAAIMS Voor taalliefhebbers moet het tijdens de formatie af toe moeilijk zijn geweest om de ogen droog te houden. Want er zijn heel vreemde woorden en nog vreemde-re zinnen voorbijgekomen. Een flinke duit in het zakje deed oud-premier Ruud Lubbers, die plots in de rol van in- formateur op het toneel verscheen. Aan hem hebben we het lubberiaans te danken, een onbegrijpelijke taal die velen van de straat hield. "Voor de voet weg moet dit probleemveld worden neer-getunneld in een motie om längs deze weg in lijn met de afspraken met het kabinet al zwaluwstaartend de pijnpunten snelstens en bestens af te concluderen", zo citeerde Trouw Lubbers ooit. In het lubberiaans heeft een woord zö veel betekenissen dat zelfs de bedenker van deze taal soms niet meer weet welke uiüeg precies de bedoelde is. In deze formatie zei hij tijdens een overleg met de Tweede Kamer dat in zijn informatie-poging "geen duisterheden" zaten. De kenners van het lubberiaans veerden onmiddellijk op: er is dus iets wat juist met klopt en heel duister is. En jawel, het duistere kwam enige tijd later. Lubbers was toen geen informateur meer maar weer 'gewoon' CDA-lid. In een uit-voerige brief aan de CDA-leiding - die ook uitlekte - bepleitte Lubbers een 'time-out'. Lubbers vond dat er ook nog eens naar een andere optie gekeken^ moest worden en niet alleen naar een coalitie tussen de WD en het CDA met gedoogsteun van de PW Zijn afkeer van de PW liet hij doorschemeren door aan het eind van zijn brief te schrijven: "Vandaar dat mijn standpunt zieh ont-wikkelde tot 'neen, tenzij'." Waarmee Lubbers zei tegen samenwerking met de PW te zijn, hoewel hij eerder, zo schrijft hij, "ja, mits" dacht. ■ NIET LOS VAN BELEID Memorabele zinnen kwamen verder van informateur Jacques Wallage, die samen met Rosenthal keek naar de Paars-plus-optie. "Het is echt menens deze dagen. In besloten Vierkante meters wordt van alles geleverd en gebakken, maar geen lieverkoekjes", zei Wallage, om aan te geven dat de onderhandelingen niet een-voudig zouden zijn. Maar een eervolle vermelding voor bijzonder taalgebruik gaat vooralsnog toch naar Rosenthal. Hij begon als informateur, direct na de verkiezingen, eerst alleen. Hij gaf aan dat de situatie in het land, vooral ook economisch, ernstig is. Rosenthal benadrukte dat je samenwerking in het kabinet "niet los kunt zien van beleid". Zijn methode was dan ook, zo legde hij tijdens een persconferentie uit, om "evenhanded" te gaan werken. En hij legde het in het Engels uitgespro-ken woord uit:~"Dat wil zeggen: ik werk gewoon de gesprekken een voor een af en in volgorde van grootte van de partijen." Vervolgens beloofde Rosenthal daadkracht: "Wij werken om vooral met elkaar noten te kraken." "Formeren is faseren", zei informateur Tjeenk Willink. Formeren gaat stap voor stap en dat kost tijd, zeker bij deze formatie, die niet de kortste zal worden. De woorden waarmee die begeleid wordt, wijzen daar ook al op, en dan hebben we ze nog niet eens allemaal genoemd. Want we hebben nog de 'vrije kwesties', de 'loyalisten', de 'dissidenten', de WD-piketpalen', 'wel bewegen' en 'niet bewegen' - al met al een flinke lijst met ter-men en begrippen. Maar de mooiste uit-spraak is wel die van Job Cohen, die op een onbewaakt ogenblik zei: "De formatie is pas klaar als-ie klaar is." ■ De iaatste hand aan ditartikel werd gelegd vlak nadat Ivo Opstelten voor de tweede maal was benoemd als formateur. (advertentie) 'Ik wilgelezen worden!' lFV9 ^ I Multatuli JJjL^iLäy EIGEN BEHEER Nieuwpoortkade 2a 1055 RX Amsterdam Voor uw uitgave in eigen beheer gelegenheidsuitgave proefschrift dichrbundel verhalen levensbeschrijving roman etc. Wilt u meer weten? 020 60 60 701 of eigenbeheer@euronet.nl website: www.eigenbeheer.nl 272 ONZE TAAL 2010-10 Taaladviesdienst Vraag en antwoord Licht(e) verstandelijke Handicap "^Spreek je van 'kinderen met een licht • verstandelijke handicap' of van 'kinderen met een lichte verstandelijke handicap'? I 'Kinderen met een lichte verstandelijke • handicap' is juist. Lichte is een bijvoeglijk naamwoord bij handicap, of beter gezegd bij de woordgroep verstandelijke handicap. Van die (verstandelijke) handicap wordt gezegd dat hij licht is; licht krijgt een e omdat het voor een de-woord Staat. In 'kinderen met een licht verstandelijke handicap' is licht als bijwoord gebruikt, dat iets zegt over verstandelijk. De handicap zou dan 'in l'rchte mate verstandelijk' zijn en voor de rest van een andere aard, en dat is geen gewone manier van zeggen. Licht is wel juist in zinnen als 'Deze kinderen zijn licht verstandelijk gehandicapt.' Hier wordt bedoeld: ze zijn verstandelijk gehandicapt, in lichte mate. Omdat licht hier iets zegt over een bijvoeglijk naamwoord (namelijk gehandicapt), is het een bijwoord en blijftdeeweg. Halteren "^Laatst zag ik een tijdelijk verkeers- • bord met de tekst "Let op! Bus haiteert op rijbaan." Is halteren een be-staand werkwoord? I Ja, halteren is onder meer opgenomen in • de grote Van Dale (2005), met de om-schrijving "stoppen bij een halte". (Dit halteren rijmt op asfalteren; het moet niet verward worden met halteren in de betekenis 'oefenen met een halter'.) Halteren is alleen geen alledaags woord. Het heeft zelfs iets plechtigs, en kan op zo'n bord wat dikdoenerig aandoen. Wel is halteren specifieker dan stoppen: bij een bord met 'Bus stopt op rijbaan' ontbreekt de in-formatie dat dat stoppen ter hoogte van een halte gebeurt, waarbij passagiers kun-nen in- en uitstappen. Halteren is een kort woord waarin die informatie wel zit, en daarom is het toch wel geschikt voor ver-keersborden. Halteren: een goed Nederlands woord? Frans(e) dichter, Nederiands(e) caba-retier Voor mijn gevoel is 'Arthur Rimbaud • was een Frans dichter' een normale zin, maar 'Theo Maassen is een Nederlands cabaretier' niet: ik zou een e toe-voegen na Nederlands. Is dat verschil te verklaren? |Niet helemaal. Er zijn geen duidelijke re- • gels voor het al dan niet schrijven van de buigings-e na een aardrijkskundig bijvoeglijk naamwoord dat voor een persoonsaan-duiding Staat. In elk geval is zowel een Frans dichter als een Franse d/chferjuist, en zowel een Nederlands cabaretier als een Nederland-se cabaretier. Maar de e kan niet bij alle combinaties van dit type achterwege blijven. Het weg-blijven van de e lijkt vooral voorte komen bij mannelijke, traditionele functies, die vrij algemeen 'erkenď zijn als een vak met een zekere status, in culturele of historische zin bijvoorbeeld. Cevallen als een Deensgravin, een Weenslasseren een Britskeeperzijn vreemd. Als beide vormen mogelijkzijn, is bij de versie mét buigings-e doorgaans geen spra-ke van een bijzondere betekenis; het gaat, in het geval van een Franse dichter, heel neu-traal om een dichter die Frans is. Wie een Frans dichter gebruikt, geeft er een andere betekenisnuance aan - al is die moeilijk te omschrijven. Het heeft er vaak mee te ma-ken dat de dichter als dichter typisch Frans is, dat hij als zodanig de geschiedenis in is gegaan, en/of dat hij behoorttotde 'stro-ming' van Franse dichters. Vooral bij die laatste nuance is de combi-natie op te vatten als een soort eenheid, een categorieaanduiding; daardoorgelden de gewone regels voor het verbuigen van bijvoeglijke naamwoorden minder sterk. Als de categorie waartoe iemand behoort er in de context minder toe doet, en er geen sprake is van een vaste eenheid, is de versie met e gewoner: 'In Parijs zag ik een béeld van een Franse dichter.' Erzitten dus allerlei nuances aan de kwestie. Die gelden bovendien sterker voor Franse dichters dan voor Nederlandse caba-retiers en Weense lassers; dichters hebben nu eenmaal een meer tot de verbeelding sprekende geschiedenis dan cabaretiers of lassers, en vormen veel meer een categorie. Burgemeester/burgermeester ~% Waarom is het burgemeester en niet • burgermeester? Zo iemand is toch de 'meester van de burgers'? I Volgens etymologische naslagwerken is • deze kwestie niet helemaal opgehelderd. Ahmed Aboutaleb: burgemeester of burgermeester? In de schrijfwijze burgemeester wordt in elk geval niet uitgegaan van het woord burger maar van bürg, een verouderde vorm van burcht in de betekenis 'stad' of 'wijk'. De e na bürg staat er om de uitspraak te verge-makkelijken. Maar daarmee is niet alles gezegd. De vrij gangbare schrijfwijze burgermeester \s immers 00k logisch te verklaren ('meester van de burgers') en heeft bijna even oude papieren als burgemeester. Al in de Middel-eeuwen kwamen beide Varianten voor: de oudst bekende vormen zijn borghmeester, burchmeester en borgermeyster, aldus het Etymologisch woordenboek van het Nederlands. Al in het Middelnederlands bestanden er dus twee Varianten, en taalkundig gezien zijn ze even goed te verdedigen. Toch is burgemeester uiteindelijk de juiste vorm geworden, omdat die vakervoorkwam dan burgermeester. Maar dat is dus min of meer een kwestie vantoeval. Hei is beter dat/als er... Wat is juist: 'Het is voor iedereen be- • ter dat er snel een oplossing komť of 'Het is voor iedereen beter als er snel een oplossing komť? I Zowel als als dat is in deze zin mogelijk. • Wie dat gebruikt, lijkt eropte rekenen dat er een oplossing zal komen. De zin met als impliceert vooral een voorwaarde waaraan voldaan moet worden om iets te laten sla-gen. Dar klinkt dus iets stelliger dan als. De strekking van de twee versies is verder gro-tendeels hetzelfde: het is in beide gevallen niet duidelijk óf er een oplossing komt -maar dat zou wel beter zijn. ■ Meer taaladvies? Op onze Website vindt u zo'n 1500 taal-kwesties: www.onzetaal.nl/advies. De Taaladviesdienst is telefonisch bereikbaarop 0900-34545 85 (zie 00k het colofon). ONZE TA AL 2010-10 273