deel 2 Oefeningei Opdracht 12 Verenigd Koninkrijk 3,5% Frankrijk5,0% Duitsland4.2% Uitgaven per leerling Veranderingen in de uitgaven per leerling in primair en secundair onderwijs tussen 1970 en 1994 (gecorrigeerd voor inflatie) in %. Uitgaven aan onderwijs Als % van het bruto binnenlands product 1998 1995 Verenigd Koninkrijk 4,92 5,06 Belgie 4.97 niet beschikbaar Frankrijk 6,24 6,32 Duitsland 5,55 5,76 Nederland 4,61 4,69 I Welke van de volgende woorden zouden gebruikt kunnen worden bij de beschrijving van bovenstaande figuren? Onderstreep de juiste woorden. rangschikking • schaal • rapporteren • afbeelding • Stabilisator • bijgaand • corresponderen • achterstand • synthetisch • cirkeldiagram • effectief • ruis • samenvattend • demonstreren J Vul de onderstreepte woorden op de juiste plaats in. ♦ Let op: soms verändert de vorm en/of de spelling! De statistieken in (1)................................. tabe! bevestigen het beeld dat Nederland op het gebied van onderwijs matig presteert. De Nederlandse uitgaven (als percentage van het bruto binnenlands product) aan onderwijs zijn lager dan in de ons omringende landen. Op dit gebied hebben we dus te maken met een (2).......................................In de (3).....,................................ van Europese landen komt 00k het Verenigd Koninkrijk er siecht vanaf. De (4)................. geeft tevens aan dat het budget voor onderwijs de laatste tijd in alle landen is teruggelopen. Dat het onderwijs in Nederland tekortschiet, (5)...........................00k een veelzeggend nieuw fenomeen: het onderwijstoerisme. Het ontbreken van goed Nederlands onderwijs noopt veel ouders aan de grens met Belgie ertoe hun kinderen naar een Vlaamse school te sturen. In het (6).................................... is 00k te zien dat de läge percentages over de uitgaven per leerling in het basis- en voortgezet onderwijs (7)...................... met de eerder gedane constatering. Onderzoeksbureau Nyfer (8)................ dat tussen 1970 en 1994 de uitgaven per leerling praktisch ongewijzigd bleven en niet toenamen. Met dit schamele resultaat bezette ons land de laatste plaats op de Europese ranglijst. (9) -.........•.................kunnen we stellen dat 00k de enorme inhaalslag die het tweede paarse kabinet heeft ingezet, te weinig (10)...................................... is geweest. Wil Nederland wat onderwijs betreft tot de top horen, dan zullen er op grote (11)........... ..... verande- ringen doorgevoerd moeten worden. 135 Oefeningen deel 2 Opdracht 9 Welke van de volgende woorden zouden gebruikt kunnen worden bij de beschrijving van bovenstaande figuur? Onderstreep de juiste woorden. stabiel • decimaal • illustreren • spectaculair • discontinu • oplopen • formule • loodrecht • periodě • circulair • bovenstaand • aantal • fluctueren U Vul de onderstreepte woorden op de juiste plaats in. ♦ Let op: soms verändert de vorm en/of de spelling! (1)........................................grafiek (2).................................de ontwikkeling van de geregistreerde criminaliteit in Nederland in de (3)..................................... tussen i960 en 2000. Zowel het (4).....................................opgemaakte processen-verbaal als het aantal misdrijven dat werd opgehelderd, zijn afgebeeld. Wat opvalt is dat het aantal opgehelderde zaken relatief (5)..........................................is gebleven, terwijl het aantal opgemaakte processen verbaal vanaf begin jaren zeventig in snel tempo is (6)................................... Deze sterk stijgende lijn zet zieh voort tot halverwege de jaren tachtig. Daarna (7)....................................het aantal enigszins. De conclusie die uit deze grafiek kan worden getrokken is dat het aantal misdrijven dat nooit wordt opgehelderd in de tweede helft van de twintigste eeuw (8).......................................is gestegen. Dit heeft bij veel mensen geleid tot een versterkt gevoel van onveiligheid en een gebrek aan vertrouwen in de politiemacht. e,*ops'<* V Ir i4 132 Oefeningen deell Opdracht 21 I Zet de adjectieven/adverbia op de juiste plaats in de vaste combinaties. Verander indien nodig de vorm. haaks • aselect • gepaard • doorslaggovond • naadloos • afgerond • baanbrekend • onomstotelijk • afwijzend • beproefd • gebaat Voorbeeld: van