5 oktober 2016 Fonetiek bestudeert de waarneembare manifestatie van de taal in relatie tot de verborgen structuur van het abstracte taalsysteem Fonologie bestudeert het abstracte taalsysteem en de rol en de plaats van de spraakklanken erin Concreet x abstract Spraak x taal Parole x langue Klank x betekenisonderscheiding (het) Foneem x (de) allofoon Foneem: kleinste klankeenheid die de betekenis kan onderscheiden: /e/, /l/ Allofoon: een concrete uitspraakvariant van een foneem: [ei] [e], [l] [ł] Minimaal paar: als twee woorden in één klank verschillen en als er betekenisverschil voorkomt, hebben we met een foneem te maken. A. neusholte (nasus = neus) B. mondholte (ora = mond) C. keelholte (farynx) D. slokdarm (oesofagus) E. luchtpijp (trachea) a. lip (labium) b. tanden (dentes) c. tandkas (alveolus) d. harde gehemelte (palatum) e. zachte gehemelte (velum) f. huig (uvula) g. strotklep (epiglottis) h. strottehoofd (larynx) i. stemspleet (glottis) k. tongpunt (apex = punt) l. tongrug (dorsum = rug) 1. Wat is fonetiek en wat is fonologie, wat is het verschil tussen deze twee disciplines? 2. Wat zijn de basiseenheden waarmee elk van de disciplines werkt? 3. Hoe ziet het communicatieproces eruit? 4. Wat zijn de onderdelen van de mondholte? 5. Wat zijn de onderdelen van de keelholte? Lees het hoofdstuk Klankkenmerken op basis van articulatie van Anneke Neijt: Universele fonologie, 1991. Pgs: 36 – 40, d.w.z.: De spraakorganen t/m De wijze van articulatie Contact 2- werkboek 1C/33/3,4 Optioneel lezen: Skarnitzl, R. et.al.: Zvuková báze řečové komunikace, fonetický a fonologický popis řeči. Praha: Karolinum: 2016 Hoofdstuk 1.2: Vztah fonetiky a fonologie Hoofdstuk 2: Řečová produkce Ritme en begrip In het informele taalgebruik kun je niet altijd aan de woorden horen wat de betekenis is. Je moet de betekenis “voelen” Luister naar de voorbeelden: cd 1 - 8 Dat meen je niet! Nou, lekker verhaal! Bahlen, joh! En, heeft Piet de baan? Ja, hoor! Piet heeft de baan. Ja, hoor!