B. foüten tijdens tolken In dit hoofdstuk laten we een overzicht van typische fouten žien die zieh tijdens het proces van aanleren bij Studenten Nederlands aan de Faculteit Geesteswetenschappen te Olomouc voordoen. Naast eigen empirische waarneming die gebaseerd is op een analyse van tolkprestaties van onze Studenten, putten we gedeeltelijk ook uit Makarová (2004). We proberen telkens een voorbeeld ter illustratie van de besproken problematiek te geven. Om het overzicht zo verzichtelijk mogelijk te houden, wordt elk probleem in een apart hoofdstukje besproken. 9.1 Enumeratie Een groot probleem voor de tolk is de enumeratie, d.w.z. de cijfergegevens zoals getallen en jaartallen e.a. die moeilijk worden getolkt omdat ze oncontextueel zijn. In de vertolking Nederlands-Tsjechisch is het aan te raden om de getallen vanachter312 te noteren om zo de mogelijke fouten te voorkomen. Als men simultaan tolkt, kan men in de vertolking de getallen zelfs vanachter zeggen, ook al is het in het Tsjechisch nict de meest elegante manier van uitdrukken. Toch zou men daar de voorkeur aan geven indien men daardoor onjuiste informatie vermijdt. Bijv.: (1) 82 tweeěntachtig (Nederlands) (la) 28 dvacetosm F (Tsjechisch) (lb) 82 osmdesát dva C (Tsjechisch) (lc) 82 dvaaosmdesát C (Tsjechisch) Soms worden er ook fouten gemaakt tussen de getallen twee en vijf wat vaak aan de siechte akoestiek of aan een minder ervaren spreker kan liggen. Er wordt ook wel eens fout gemaakt tussen de telwoorden twee en drie. Als er tijdens een tolkopdracht regelmatig getallen worden vermeld en indien men op voorhand geen stukken en gegevens ter beschikking heeft, kan men zo nodig ook gebruik maken van ioorden die de benadering uitdrukken: bijna, reeds, net, rond, ongeveer, meer dan, minder dan of nmwegen hun Tsjechische equivalentcn313. De benadering valt slechts dan te gebruiken indien de tolk wel heeft meegekregen of de spreker het over tientallen, honderden, duizenden, miljoenen of milliarden had. Bijv.: (2) 253 mensen (Nederlands) (2a) kolem 250 lidí C (Tsjechisch) (2b) přes 250 lidí C (Tsjechisch) (2c) více než 250 lidí C (Tsjechisch) Ook de jaartallen behoren tot een lastig probleem. De tolk moet zieh in de gehoorde tekst kunnen orientcren, en dit ook in relatie tot de jaartallen. Hij zou zieh ervan bewust moeten zijn over 12 Van links naar rechts zoals het voorbeeld (lc) laat zien. 313 Zie de bijlage nr 19. 139 welke periodě (bijv. de 20e eeuw) de spreker het heeft en dan kan hij met deze informatie verder omgaan. Hij hoeft dus bijv. niet telkens weer de eeuw te herhalen314, maar hij kan zieh slechts op het decennium gaan concentreren waardoor hij weer wat tijd kan Winnen. Bijv.: (3) in 1984 (Nederlands) (3a) v roce 1984 (Tsjechisch) (3b) v 80. letech 20. století (Tsjechisch) (3c) v 80. letech (Tsjechisch) (3d) v průběhu 80. let (Tsjechisch) (3e) 80. léta byla ve znamení... (Tsjechisch) (3f) v roce '84 (Tsjechisch) (3g) v 84. roce (Tsjechisch) Ook bij de jaartallen raden wij aan om het getal vanachter te noteren. Als wij ons dus aan het aangegeven voorbeeld zouden houden, dan zouden wij eerst de vier noteren en dan de acht en niet wachten tot de spreker het hele getal al heeft gezegd. 9.2 Opsommingen Een tekst bevat regelmatig ook allerlei opsommingen die niet altijd mögen weggelaten worden. De tolk zou tijdens zijn prestatie de opsomming op zijn minst moeten aanduiden; een meer oplettende luisteraar315 kan de opsomming in de BT voelen omdat de intonatie dan vaak verändert. In hoever de tolk accuraat zal zijn tijdens het vertolken van een opsomming ligt aan het DT-publiek, de aard van tekst, het doel van het tolkopdracht, de instrueties van de opdrachtgever als ook aan de stress, tijdnood en ervaring van de tolk zelf. Weer kan hij zieh daarbij van enkele nuttige woorden bedienen zoals: enzovoorts, en dergelijke(n), eteetera, noem maar op, en we zouden nog meer voorbeelden kunnen noemen, a tak dále, a tak podobně, a mohli bychom (na tomto místě) ještě pokračovat, a mohli bychom jmenovat další e.a. Bijv.: (4) in de dierentuin te Praag kunt u olifanten, leeuwen, luipaarden, jaguars, nijlpaarden, zebra's, giraffes, krokodíl len, slangen en apen bewonderen. (4a) V pražské ZOO můžete obdivovat např. slony, lvy, leopardy, pumy, hrochy, zebry, žirafy, krokodýly, hady a opice. (4b) V pražské ZOO můžete obdivovat např. slony, leopardy, pumy či (Nederlands) C (Tsjechisch) C (Tsjechisch) Natuurlijk enkel en alleen indien de situatie een dergelijke strategie toelaat. 315 Wij hebben het hier niet over zo'n luisteraar die zowel de BT als ook de DT beheerst. 140 hrochy. (4c) V pražské ZOO můžete obdivovat C (Tsjechisch) mimo jiné slony, hrochy nebo třeba krokodýly. 9.3 Eigennamen De tolk wordt geacht aardig iets af te weten van land en vohV16. Daar hören ook de eigennamen bij. Hij moet altijd goed opletten, want als men als tolk fouten maakt in eigennamen kan men een nogal pijnlijke situatie veroorzaken en dit niet alleen voor zichzelf, maar ook voor alle bij de tolkopdracht betrokken partijen. De tolk zou de gewoonten i.v.m. de naamkeuze alsook de mccst voorkomende namen in de bepaalde regio moeten kennen en bij elk bezoek aan het land wiens taal hij beheerst eventuccl nicuwe namen noteren. Bij de voornamen in de BT die in de DT een equivalent317 hebben, wordt men als tolk geacht deze te kennen. Het is ook nuttig om op de hoogte te zijn van de namen van de voornaamste personages en vertegenwoordigcrs van het BT- en het DT-land. Als men tolkt en men niet diegene ziet over wie er wordt gepraat, wacht men als tolk op indicicn die ons verraden of de spreker het over een vrouw of een man heeft.318 De situatie verschilt per taalsysteem waarin de tolk zieh beweegt. In het Tsjechisch als ook in het Nederlands kunnen we in de tussentijd wanneer we nog niet het geslacht van de besproken persoon kennen het woord "gast" of "host" gebruiken. Dit kan de tolk vooral helpen tijdens het tolken vanuit het Nederlands naar het Tsjechisch want Tsjechisch maakt een zeer strik verschil tussen masculina, feminina en neutra, maar in het Nederlands is dit soms niet onmiddellijk evident en men wacht daarom de context af. BijV.: (la) De VleeSSChOUWer C. M De Vleesschouwer Cyriel (lb) De VleeSSChOUWer C. F De VleesschouwerCedlie In het Tsjechisch daarentegen - wordt het geslacht morfologisch aangegeven en vandaar ook onmiddellijk duidelijk. BijV: (lc) De VleeSSChOUWer C. M DeVleesschouwerCyriel (ld) De VleeSSChOUWerOVa C. F De Vleesschouwer Cedlie Wat de voornamen betreff, moct men op de hoede zijn, vooral in het Nederland waar zelfs een typische mannen- of jongensnaam in de diminutieve vorm tot een meisjesnaam kan worden. BijV.: (2a) Piet man.jongen (2b) Pietje man, jongen maar ook meisje of vrouw 316 Vergl. ook met het hfst. 5.16 of bijv. met het hfst. 6.1 of het hfst. 9.7. 317 Zie meer voorbeelden in de bij läge nr 20. 3,g Zie ook het hfst. 6.3.2, punt 14 en punt 18, alsook het hfst. 8.2.2.2. 141 9.4 Aßiortingen We kunnen het verschil maken tussen eigen afkortingen319, tekstuele afkortingen en afkortingen die informatie brengen over realia. Eigen afkortingen zorgen meestal niet voor fouten omdat het iets is wat men zelf heeft bedacht en waaraan men gewend is. Maar indien men raet een andere tolk samenwerkt, is het wel de bedoeling om deze op de hoogte te brengen van eigen afkortingen als men die tijdens het gezamenlijke opdracht wil hanteren. Bijv.: (1) P afkorting voor geld Men verwacht vanzelf dat de tolk de tekstuele afkortingen320 onder de knie zal hebben. De tolk zal de meeste ook wel kennen en indien hij in zijn praktijk op een onbekende afkorting stuit, gaat hij deze vast en zeker noteren en aan zijn glossarium van afkortingen toevoegen. Realia die vaak en graag in afgekorte versie in de teksten voorkomen, zijn daarentegen een echte steen des aanstoots. Hocwel de tolk actualiteit volgt en zieh verder bekwaamt, toch kan hij nooit alles weten en op alles voorbereid zijn. De afkortingen zijn daar het beste voorbeeld van. Men kan op deze plaats aanraden om zelfs notorisch herhaalde en bekende afkortingen te controleren. De tolk moet zowel de afkorting als ook de hele niet afgekorte benaming van een culturele referentie weten te gebruiken indien nodig. Problemen kunnen ontstaan i.v.m. de typische door iedereen bekende afkortingen die in 99% van alle gevallen als afkortingen worden gebruikt en bijna nooit als de oorspronkelijke benaming. Indien men door de aard van het tolkopdracht gedwongen wordt om de hele benaming te noemen, kunnen er fouten worden begaan. Dat het controleren van afkortingen tijdens de voorbereiding uiterst nuttig kan zijn, bewijzen voorbeelden (2), (3) en (4). Bijv.: (2) (3) (3a) (3b) KLM NATO NATO NAVO Koninklijke Luchtvaartmaatschappij North Atlantic Treaty Organization Severoatlantická aliance Noordatlantische verdragsorganisatie (Nederlands) (Engels) (Tsjechisch) (Nederlands) (4) UNESCO (4a) UNESCO (4b) UNESCO United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization Organizace Spojených národů pro výchovu, védu a kulturu Organisatie van Internationale Samenwerking inzake Opvoeding, Wetenschap en Cultuur (Engels) (Tsjechisch) (Nederlands) 319 Zie de bijlage nr 21. 320 In de bijlagc nr 21 zic dc voornaamste voorbeelden van tekstuele afkortingen. Vergl. ook met een ovezicht van afkortingen in Daneš, František, Slovník spisovné češtiny pro školu a veřejnost. S Dodatkem Ministerstva školství, mládeže a tělovýchovy České republiky. Praha: Academia 1998, p. 597-603. 142 Er bestaan ook afkortingen die in verschillende contexten andere realia bedoelen, maar toch zien deze afkorting altijd hetzelfde eruit. Ook hiervoor moet de tolk op de hoede zijn en mag zich daardoor niet laten afleiden. Bijv.: (5a) KB Koninkiijke Bibiiotheek (Nederlands) (5b) KB Kredietbank (Nederlands) (6a) OK naamvandeTsjechische (TsjechíSCh) luchtvaartmaatschappij (6b) OK/O.K. dobře, fajn (intetTiationaal) Een andere vaak voorkomende fout is slechts de fonetische weergave van de afkorting tijdens de tolkprestatie zonder rekening te houden met het fonologische systeem van de DT en zonder de afkorting aan het DT-publiek uit te leggen. Bijv: (7) de RVD Rijksvenzekeringsdienst (Nederlands) Rijksvoorlichtingsdienst Říšská informační služba Een dergelijk eerste 'publíeke optreden' van de boreling is op zijn vroegst woensdagochtend te 321 verwachten, liet de RVD al eerder weten. Als de tolk slechts [rvd] op zijn Nederlands in de Tsjechische tekst plaatst zal het voor verwarring kunnen zorgen. Men zou dc afkorting op zijn Tsjechisch moeten uitspreken en eraan toevoegen wat de betekenis ervan is. Een probleem vormen ook bv. afkortingen van organisaties die in afzonderlijke talen worden vertaald en de afkorting dan van de eigen vertaling wordt afgeleid. (8) UNO United Nations Organization (Engels) (8a) OSN Organizace spojených národů (Tsjechisch) (8b) de VN de Verenigde Naties (Nederlands) (9) WHO World Health Organization (Engels) (9a) SZO Světová zdravotnická organizace (Tsjechisch) (9b) W.G.O.322 Wereld-Gezondheidsorganisatie (Nederlands) (10a) BTW Belastingheffing over de toegevoegde (Nederlands) waarde (10b) DPH daň z přidané hodnoty (Tsjechisch) 321 In http://www.nunl/news.isp?n=1038317&c=10 (11, 4. 2007). In het Nederlands alsook in het Tsjechisch gebruikt men beide Varianten - de oorspronkelijke alsook de vertaling. 143 9.5 .323 Interferentie Dit is een typisch fenomeen voor alle talen. Door historische ontwikkeling van verschillendc taalgroepen maar ook door het onderlinge contact tussen deze bei'nvloedcn de talen elkaar en gaan soms voor een stuk in elkaar over, wat af en toe schijnbaar voor makkelijk cn begrijpelijk communicatieproces zorgt, maar wat meestal tegelijkertijd ook problemen geeft, en lastige of pijnlijke situaties, misverstand of rekking van verhandeling e.a. oplevert. Erik smi domü. Bijv.: (1) (la) (lb) Eric dürft naar huis. Eric mag naar huis. (Tsjechisch) F (Nederlands) C (Nederlands) In het bovengenoemde voorbeeld merkt men een fout op dat veroorzaakt werd door interferentie tussen het Nederlands en het Duits. In beide talen bestaat er het werkwoord "durven" (NL) en "dürfen" (D), maar de betekenis van de Duitsc variant is anders. Terwijl het Nederlandse "durven" beschrijft dat iemand in staat is om iets te wagen, betekent het Duitse "dürfen" hetzelfde als "mögen" in het Nederlands. Grammaticaal gezien is dan ook het Nederlandse "durven" geen modaal werkwoord zoals het wel het geval is bij "dürfen" in het Duits. Dit soort fouten komen voor op alle niveaus van de laal. 9.6 Woorden van vreemde aßiomst ledere taal neemt lexemen over van andere talen. Dit heeft meestal te maken met het feit dat er in de ene taal bepaaldc lexemen voor concrete dingen gemist worden. Het hangt natuurlijk samen met de ontwikkeling van de taal zelf, maar in het bijzonder ook met de ontwikkeling van techniek, wetenschap, etc. Sommige lexemen worden in andere talen overgenomen waarbij slechts hun uitspraak wordt aangepast aan het fonologische systeem en de grammaticale regels van de DT, maar de betekenis blijft in de BT alsook in de andere talen onveranderd. Zeer veel en vaak wordt tegenwoordig uit het Engels overgenomen. Bijv.: (1) to surf on the internet (la) surfen op het internet (lb) serfovat po internetu (Engels) (Nederlands) (Tsjechisch) Er bestaan ook overgenomen lexemen die in sommige talen met slechts kleine aanpassingen voorkomen, maar in andere talen koos men liever voor omschrijving. Bijv.: (2) to google (Engels) Interferentie op lexicaal niveau noemt men "valse vrienden" ("false friends" of "faux amis"). Zie ook Vandeweghe (2005:45-46). In de bijlage nr 22 is er een overzicht van enkele voornaamste valse vrienden te vinden. de 144 (2a) googelen (Nederlands) (2b1) vyhledávat přes Google (Tsjechisch) (2b2) vyhledávat na internetu (Tsjechisch) (2b3) hledat přes vyhledávač Google (Tsjechisch) (2b4) googlovat324 (Tsjechisch) Bij woorden van vreemde hcrkomst hoort de tolk de juiste betekenis na te kijken, zeker als hij het te maken heeft met terminologie omtrent cen door hem te tolken onderwerp. Hier kan ook af en toe gebeuren dat men een bepaald internationalisme tcgenkomt die men als tolk in de BT gagarandeerd kent en actief kan toepassen, maar tijdens de vertolking kicst men spijtig genoeg niet het juiste in de DT gebruikelijke equivalent. Bijv.: (3) de revalidatie (Nederlands) (3a) revalidace (Tsjechisch) (3b) rekonvalescence (Tsjechisch) (3c) rehabilitace (Tsjechisch) (4) reclameren (Nederlands) (4a) reklamovat (Tsjechisch) (4b) odvolat se (Tsjechisch) (4c) stěžovat si (Tsjechisch) (4d) brblat (Tsjechisch) Bij de internationalismen verwacht men vaak dat het begrip in de BT gelijk zal zijn aan dat in de DT wat ook meestal - op enkcle uitzonderingen na - het geval is. Bijv.: (4) matematika (Tsjechisch) (4a) wiskunde (Nederlands) 9.7 Geografische namen AI op meer plaatsen in dit werk werd op het feit attent gemaakt dat een van de voorwaarden om als tolk succesvol te werk gaan, de kcnnis van land en volk is waaronder ook het nodige uit aardrijkskunde. Het bestaat niets ergers dan niet op de hoogte te zijn van de equivalenten van streken, steden, rivieren, gebergtcn, monumenten e.a. in het BT- als ook in het DT-land indien men die als tolk nodig heeft. Het merendeel van het bovengenoemde zal in het Tsjechisch en/of het Nederlands geen echt equivalent hebben en dan past men de in het hoofdstuk 5.16 beschreven methode aan325. Maar een 324 Noch in het woordenboek Slovník nespisovné češtiny (2006), noch in het woordenbook Slovník neologismů (1998, 2004) is dit begrip te vinden. Indien men dit begrip via een zoekmachine op het internet gaat zoeken, krijgt men verscheidenc mogelijkheden - vergl. http:/7search.seznam.cz/?q=googlovat&w=gooalovat&mod=f Í5. 8.2007). 325 Zie hethfst. 5.16. 145 klein en tevens een essentieel stuk van het erfgoed van de regio zal wel zijn equivalent in de DT hebben.326 Bijv.: (1) de Scheide (Nederlands) (la) Scheide F (Tsjechisch) (lb) Šelda C (Tsjechisch) (2) in Leuven (Nederlands) (2a) v Leuvenu F (Tsjechisch) (2b) v Lovani C (Tsjechisch) (3) lk woon in Den Haas. (Nederlands) (3a) Bydlím v Den Haagu. F (Tsjechisch) (3b) Bydlím v Haagu. C (Tsjechisch) 9.8 Begin en einde De tolk moet altijd weten wat er aan het begin en aan het einde van een uitspraak werd gezegd. Beide, begin en einde, zijn vaak gebonden aan vaste formules en gewoonten die per regio kunnen verschillen. De tolk zou zieh altijd wel moeten herinneren of de spreker eerst de coli ega's uit zijn eigen instituut heeft begroet en pas dan het publiek of omgekeerd of hij uitgebreide begroetingen achterwege lict en zieh direct aan het onderwerp wijdde. Ook de aansprekingsformule327 die hij daarbij hanteerde, is van belang want de tolk moet zieh aan het stijlregister van de spreker houden. Bijv.: (la) Ceachte dames en heren! (Nederlands) (lb) Vážené dámy a pánové! (Tsjechisch) (2a) Waarde vrienden! (Nederlands) (2b) Drazí přátelé! (Tsjechisch) (3a) ßesfe collega's! (Nederlands) (3b) Milí kolegové! (Tsjechisch) Als de spreker zieh tijdens zijn begroeting tot verschillende menšen rieht, is de tolk verplicht hetzelfde te doen. Hij kan evcntuccl een te uitgebreide begroeting van alle deelnemers verkortend beěindigen dooř gebruik te maken van de formule hicronder: (4a) [...] en alle aanwezigen! (Nederlands) (4b) [...] a všichni přítomní! (Tsjechisch) 326 Ilieronder volgen slechts enkele voorbeelden uit de praktijk. Voor meer informatie i.v.m. de geografische namen verwijzen we naar Toufarová (2006:367-382), alsook op http://taaladvies.net/taal/aardriikskundige namen/ (19. 9. 2007). Veel nuttige informatie vindt men ook in verscheidene rcisgidsen. 3 7 In de bijlage nr 23 geven we een kort overzicht van mogelijke aansprekingsformules die tijdens tolken nuttig kunnen zijn. 146 De tolk moet ook voldoende aandacht geven aan het einde van elke uitspraak die hij moet tolkcn. Ecn afgcraffcld gctolktc inleiding alsook het einde zullen de luisteraars makkelijk herkennen. De tolk moet naast de inhoud ook door de gepaste intonatie aan te kunnen geven dat hij begint te tolken en dat hij heeft gedaan. 9.9 Onvoldoende kennis van de Bijbel™ De tolk die in combinatie ook het Nederlands heeft, moet ermee rekening houden dat hij soms met teksten of uitspraken wordt geconfronteerd die onder meer ook bijbelkennis vergen. Indien men zieh op het tolkopdracht kan voorbereiden en ook wat materiaal van de opdrachtgever ter beschikking krijgt, is het voor de tolk makkelijker om op te zoeken en na te kijken wat hij niet kent. Indien de spreker onverwacht zijn bijbelkennis naar boven haalt, ligt het enkel en alleen aan het personage van de tolk hoe hij deze situatie beheerst. De recente geschiedenis van de Tsjechische Republiek leidt echter te veel en vaak de aandacht van het godsdienst af, waaronder ook de kennis van de Bijbel wat een minpunt kan betekenen voor de tolk. Dit domein wordt niet slechts vertegenwoordigd door de godsdienst, maar het maakt een vast onderdeel uit van de Europese cultuur en daarom moet de tolk op zijn minst de essentiele feiten kennen. We bieden hier ter illustratie enkele afschrikwekkende voorbeelden: Bijv.: (1) [...] in het Hooglied leest men over [...] (la) [...] ve Vysoké písni se dočítáme o [...] (lb) [...] v Písni písní čteme o [...] (Nederlands) F (Tsjechisch) C (Tsjechisch) (2) Johannes de Doper (2a) Johannes Křtící (2b) Jan Křtitel (Nederlands) F (Tsjechisch) C (Tsjechisch) (3) (3a) (3b) de Kathedraal van Onze Lieve Vrouw katedrála naší milé paní katedrála Panny Marie (Nederlands) F (Tsjechisch) C (Tsjechisch) (4) Onze Lieve Heeŕ 29 (Nederlands) In de bijlage nr 24 is er een overzicht met de namen van alle afzonderlijke dělen waaruit het Oude en het Nieuwe Testament bestaat. 329 Het lieveheersbeestje heeft met de Onze Lieve Heer niets te maken en wordt het in het Tsjechisch als "slunéčko" sedmitečné weergegeven. 147 (4a) (4b) náš milý pán náš Pán F (Tsjechisch) C (Tsjechisch) (5) čtení z první knihy Mojžíšovy (Tsjechisch) (5a) een lezing uit Genesis (5b) een lezing uit het eerste boek van Mozes (5c) lezing uit het boek Genesis F (Nederlands) C (Nederlands) C (Nedelands) (6) INRŕ0 (6a) IESUS NAZARENUS REX IUDAEORUM (Latijn) (6b) Ježíš Nazaretský, král židovský (Tsjechisch) (6c) Jesus van Nazareth, koning der Joden (Nederlands) Voorbeeld 5 geeft duidelijk aan dat bij vertolking naar het Nederlands nauwlettend moet worden toegezien op of het publiek katholiek of protestants is. De laatsten erkennen minder bijbelboeken en gebruiken voor zgn. Boeken van Mozes de originele Latijnse benamingen. 9.10 Homoniemen De tolk moet zich voor gelijkklinkende of bijna homonieme woorden in de BT en de DT behoeden. Vaak zijn het vooral alledaagse woorden of makkelijke woorden die de tolk zonder twijfel kent en ook actief beheerst, maar door de zich voordoende situatie, stress, tijdnood cn dcrgclijkc laat de tolk zich soms vcrlcidcn cn gebruikt hij tijdens het vertolken deze woorden in de DT wat niet altijd correct is. Bij de gelijkklinkende of bijna gelijkluidende woorden is het namelijk meestal zo dat hun fonetische gedaante in de BT alsook in de DT een andere betekenis heeft in beide talen en desbetreffend moet worden weergegeven.3jl Homoniemen Nederlands Tsjechisch woord betekenis woord betekenis stoel židle stůl tafel lokaal třída, místnost lokál kroeg, café latin třída, ulice, bulvár lán veld, bouwland, akker doel cíl, gól důl mijn pak balení pak daarna, dan, oblek later 330 Een voorbeeld van een belangrijke afkorting die tot de algemene kenms hoort en overal ter wereld kan worden gezien. 331 Vergl. methethfst. 9.5. 148 krabička strop oprátka, provaz, oko strop plafond slib bahno, náplav slib belofte slip cíp, šos spodní kalhotky wier čí, koho, jejíž, vír werveling, jejichž draaikolk mořská řasa výr oehoe Tab. 22: Homoniemen 9.11 Verkeerde persoon, geslacht en getal Soms gebeurt het dat de tolk de verkeerde persoon tijdens zijn vertolking hanteert en daardoor vindt een verschuiving plaats wat de inhoud negatief kan bei'nvloeden zoals het volgende voorbeeld schetst: Bijv.: (1) In de praktijk krijgen wij (Nederlands) te maken met [...] (la) V praxi mají co do činění F (Tsjechisch) s[...] (lb) V praxi máme co do činění C (Tsjechisch) s[...] (lc) V praxi se setkáváme s [...] C (Tsjechisch) Met dit aspect gaat ook het gebruik van het betreffende persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord gepaard waardoor het geslacht ook wordt aangegeven. Bijv.: (2) Hij zag haar speien. (Nederlands) (2a) Viděla ho hrát. F (Tsjechisch) (2b) Viděl ji hrát. C (Tsjechisch) (2c) Viděl, jak hraje. C (Tsjechisch) De tolk moet natuurlijk ook in de gaten kunnen houden of de actie zieh in het enkelvoud of meervoud afspeelt. Bijv.: (3) Zij loopt weg. (Nederlands) (3a) Odcházejí. / Jdou pryč. F (Tsjechisch) (3b) Odchází. / Jde pryč. C (Tsjechisch) De in dit onderdeel genoemde fouten zijn echter typisch voor de aspirant-tolken en daarom is het van belang dat de Studenten tijdens de studie en voorbereiding op hun toekomstige beroep onder meer ook daarop attent worden gemaakt. Zie in dit verband ook het hfst. 6.3.2, punt 14 en punt 18, het hfst. 8.2.2.2 of het hfst. 9.3. 149 9.12 Calques of letterlijke vertalingen Vooral tijdens het ST wanneer de tolk de spreker bijna orrmiddellijk volgt, heeft de beginnende tolk wel eens de neiging om de spreker te "kopieren" wat het ontstaan van letterlijke vertalingen ten gevolge heeft. Maar een letterlijke vertaling tijdens ST, zelf tijdens CT kan minder kwaad dan bij vertalen waar het een onvergeeflijke fout is. Tijdens een tolkprestatie kan men de calque accepteren ook al gaat het niet om de meest elegante manier om een taalkundig of terminologisch probleem op te lossen; maar het is beter dan zwijgen. Bijv.: (la) VIVA is een vrouwenblad. (Nederlands) (lb) VIVA je ženský časopis, (lc) VIVA je časopis pro ženy. F (Tsjechisch) C (Tsjechisch) 9.13 Verkleinwoorden De frequentie van het voorkomen van verkleinwoorden in beide talen, Nederlands en Tsjechisch, is nogal verschillend. Terwijl het Nederlands vaak en graag van de verkleinwoorden gebruik maakt om daardoor treffend een zckcrc situatic uit allerlei domeinen van menselijke activitcitcn3"3 te schilderen - zoals gastronomie, kindertaal, informele taal, spelletjes e.a. waarbij het direct laat zien wat voor positieve of negatieve houding de spreker tegenover het ene of de andere domein koestert, gaat het Tsjechisch eerder bescheiden met de verkleinwoorden om. Dat wil zeggen dat men als tolk ook goed moet nadenken indien men in het Tsjechisch volgens het Nederlandse voorbeeld een diminutief gaat plaatsen. Het geldt hier dat soms wat minder beter is. Bijv.: (1) De delegatie kreeg tijdens het bezoek aan de brouwerij een pintje aangeboden. (la) Během návštěvy pivovaru bylo delagaci nabídnuto pivečko/malé pivo. (lb) Během návštěvy pivovaru delegace ochutnala místní pivo. (lc) Během návštěvy pivovaru delegace absolvovala i ochutnávku piva. (Nederlands) F (Tsjechisch) C (Tsjechisch) C (Tsjechisch) 1 Zie ook Toufarová (2006:164-174). 150 9.14 Spellen De tolk moet in beide talen, in de BT als ook de DT foutloos kunnen Spellen. Indien er namen van personen of andere voor een bepaald tolkopdracht essentiěle informatie worden genoemd, moeten deze soms gespeld worden. Door iets te Spellen worden beide partijen als ook de tolk er zeker van dat de informatie juist is en juist wordt begrepen. In verband met het Nederlands moeten de Tsjechische tolken zieh behoeden in het bijzonder voor het duidelijke onderscheid tussen de letters F, V en W. Ook verdubbeling van klinkers en medeklinkers 34 en diftongen "eu", "ui" e.a. moeten correct worden aangegeven. 9.15 Negatie Het is niet voldoende om de negatie in de BT waar te nemen, men moet er ook mee weten om te gaan. Het voornaamste verschil tussen het Nederlands en het Tsjechisch is het aantal ontkenningen per eenheid (zin, zinsdeel). Terwijl er in het Nederlands slechts één negatie in één eenheid kan Staat, is het Tsjechisch daarin guller en kan het de ontkenning zelfs meer keren in een Tsjechische zin plaatsen. In het gesproken Nederlands wordt bijv. de dubbelnegatie vrij frequent gehanteerd. Bijv.: (1) Hij gaat nooit alleen naar de stad. (Nederlands) (la) Nikdy nechodí do města sám. (Tsjechisch) Men moet dus goed luisteren om als tolk te analyseren of een uitspraak positief of negatief wordt bedoeld. Vooral bij aspirant-tolken gebeurt het regelmatig dat zij - ook al hcbben zij de negatie gehoord — de uitspraak positief weergeven. Bijv.: (2) Zij zijn er nog niet. (Nederlands) (2a) Už tady jsou. F (Tsjechisch) (2b) Ještě tady nejsou. C (Tsjechisch) Tijdens tolken past men vrij frequent ook contextgebonden tolken toe, d.w.z. dat de tolk met de context waarin hij zieh beweegt, omgaat en met de informatie werkt en anticipeert en hoeft bijv. niet per se de hier aangehaalde negatie aan te wenden indien hij hetzelfde effect in de BT door andere middelen in de DT kan bereiken. Dan kan hij het bovengenoemde voorbeeld (2) in de DT weergeven als volgt: Bijv.: (2c) Ještě na ně čekáme. C (Tsjechisch) De tolk zou i.v.m. de negatie de regels van klassieke logica moeten aanvaarden volgens die een zin (of een eenheid) met een oneven aantal ontkenningen als negatief wordt bekeken, terwijl een even aantal ontkennigen als positief wordt beoordeeld. Bijv.: (3) Hij is onbeleefd. (Nederlands) (4) Hij is niet onbeleefd. (Nederlands) D.w.z. geminatie. 151 Zoals de voorbeelden (3) en (4) laten zien, moet men ook hct verschil maken tussen de grammaticale en de semantische ontkenning. De zin van het voorbeeld (4) bevat twcc negaties dus grammaticaal gezien is het wel een negatieve zin, maar semantisch gezien worden deze twee negaties tot een positieve uitspraak waarbij de zin in het voorbeeld (3) met zijn ene negatie zowel grammaticaal alsook semantisch negatief blijft.335 9.16 Syntactisch parallelisme Indien de tolk de fout van syntactisch parallelisme maakt, kopieert hij als het ware het voorbeeld uit de BT in de DT. Dit is vooral het geval bij simultaan tolken. Als men met twee aan elkaar verwante talen wordt gcconfronteerd, is die fout missehien niet onmiddelijk evident. Bij talen die sterk van elkaar verschillen, is die fout onmiddellijk waarneembaar. De tolk moet voor zichzelf blij ven herhalen dat zelfs twee met elkaar nauw verwante talen in sommige aspecten verschillen. Daarom is het beter het origineel niet te kopiěren en eerder de gebruikelijke mogelijkheden van de DT te zoeken. Bijv.: (1) Het was voor me onmogelijk. (Nederlands) (la) To bylo pro mě nemožné. F335 (Tsjechisch) (lb) To pro mě nebylo možné. C (Tsjechisch) Een ervaren tolk zou het eerder vertolken door gebruik te maken van een modaal werkwoord: Bijv.: (Id) Nemohl(a) jsem ... (Tsjechisch) Een ander voorbeeld laat zien hoe de tolk zich soms door de syntaxis van de BT laat bei'nvloeden en een onjuiste manier van vertolking kiest. Normaal337 gezien zou de tolk zo'n vertolking niet toepassen. Bijv.: (2) Ik zag de tolk in zijn cabine (Nederlands) zitten te tolken. (2a) Viděl jsem tlumočníka v kabině F338 (Tsjechisch) sedět a tlumočit. (2b) Viděl jsem tlumočníka, jak C (Tsjechisch) v kabině tlumočí. "5 Zie ook het hfst. 9.17. 33 Deze vertolking is niet helemaal onjuist, het is voor hct doelpubliek begrijpelijk en het kan tijdens het tolken wel voorkomen. Maar voorbeeld (lb) voldoet aan de grammaticale regels van het Tsjechisch. 337 Was de tolk niet aan het tolken, maar slechts bijv. met iemand vrij aan het praten of indien de tolk iets schriftelijk zou moeten vertalen, vermeed hij gegarandeerd deze fout. 338 Deze vertolking is niet helemaal onjuist, het is voor het doelpubliek begrijpelijk en hct kan tijdens het tolken wel voorkomen. Maar voorbeeld (2b) voldoet meer aan de grammaticale regels van het Tsjechisch. 152 9.17 Antonieme vertolking Soms is het voor de tolk eenvoudiger of aangenamer om een uitspraak te vertolken door gebruik te maken van het tegenovergestelde.3 effect en de inhoud blij ven behouden. Hij moet zieh natuurlijk daarbij verzekeren dat het Bijv.: (1) ledereen was er al. (la) Každý tam už byl. (lb) Všichni tam už byli. (lc) Všichni už přišli. p340 C c (Nederlands) (Tsjechisch) (Tsjechisch) (Tsjechisch) De antonieme vertolking kan ook worden tocgepast indien men zieh - vooral tijdens het ST -door het gehoorde liet meeslepen en plots is er duidelijk dat men bijv. een negatie e.a. is kwijtgeraakt. Dan kan ons eventueel het goed gebruikte tegenovergestelde nog redden. Bijv.: (2) Maar de meeste menšen plannen hun vakantie niet op zo 'n manier.141 (2b) Většina lidí si takto dovolenou neplánuje. (2c) Většina lidí si dovolenou plánuje jinak. C C (Nederlands) (Tsjechisch) (Tsjechisch) 9.18 Slordig gebruik van de moedertaal In ons geval gaat het dus om het Tsjechisch. Bij de aspirant-tolken kunnen we af en toe wel ook slordige omgang met de eigen moedertaal aantreffen wat mede wordt veroorzaakt door de ontwikkeling van de taal en het makkelijker aanvaarden van wat nog zo'n 15 jaar geleden niet denkbaar was onder het motto dat "alles mag". Dit kan tot een zekere discrepantie tussen het moedertaal- en vreemde-taal-gebruik van de tolk leiden. Het is evident dat de tolk zieh in de vreemde taal zonder aarzelen van de schrijftaal zal bedienen, terwijl hij in de moedertaal te vaak tot de spreektaal overgaat wat meestal als hinderlijk kan worden begrepen. Dit heeft dan waarschijnlijk ook te maken met de situatie op de radio en tv in Tsjechie waar hij regelmatig wordt geconfronteerd met siechte identificatievoorbeelden van de sprekers. Ook op dit aspect moet men voldoende nadruk leggen tijdens het aanleren van tolken in de loop van de Studie. Vergl. met het hfst. 9.15. 3 0 Deze vertolking is niet helemaal onjuist, het is voor het doelpubliek begrijpelijk en het kan tijdens het tolken wel voorkomen. Maar de voorbeelden (lb en lc) voldoen beter aan de grammaticale regels van het Tsjechisch. 341 In: CNaVT Elementaire kennis, 1995, tekst twee Een hotel voor kinderen. 153 9.19 Rectißcatie342 Vaak stelt men bij de Studenten een bijna overdreven streven vast naar het bedenken van de allerbeste vertolking van het gehoorde wat bij hen tot het meervoudige herhalen van een en hetzelfde idee leidt waarbij niets nieuws wordt gezegd en het al een keer gehoorde slechts anders wordt geformuleerd. Door zulke herformuleringen verliest de tolk kostbare tijd die hij anders zou kunnen besteden. De Studenten moeten leren om onmiddellijk een oplossing te kiezen voor een bepaald probleem. Bij ST is dit zeker essentieel; bij CT kan soms een herformulering nuttig zijn, indien de gegeven situatie zoiets überhaupt toelaat. Herformuleringen tijdens het tolken zijn voor het merendeel de invloed van de vcrtaalpraktijk bij de Studenten. Indien men werkelijk een inhoudelijke fout heeft gemaakt, moet men zieh snel en neutraal corrigeren door gebruik te maken van volgende uitdrukkingen: vlastně, tedy, respektive, takříkajíc, spíše, tudíž, eerder, eigenlijk, respectievelijk, zo te zeggen, zodat men kan samenvatten, een conclusie trekken. Soms corrigeert de spreker zieh. Dan - indien nodig - geeft de tolk het aan in de 3e persoon enkelvoud en daarna gaat hij voort met de vertolking. Bijv.: (la) De spreker heeft zieh gecorrigeerd... (Nederlands) (lb) Řečník se opravil... (Tsjechisch) (2a) ...aldus de spreker (Nederlands) (2b) ...tolik řečník (Tsjechisch) (3a) ...zoals de spreker nu beweert I (Nederlands) zegt I aangeeft... (3b) ...jak řečník právě tvrdil / (Tsjechisch) řekl / uvedl Aangezien het tolken mondeling verloopt, mag de tolk nooit vergeten dat te lange en ingewikkelde zinnen door de luisteraar niet makkelijk worden waargenomen. Deze hebben dan vaak versprekingen en overbodigc formele alsook inhoudelijke fouten tot gevolg. Indien men zieh tijdens de tolkprestatie vaker corrigeert, verliest men makkelijker het vertrouwen van het publiek. 9.20 Paradox Tot de grootste fouten überhaupt hoort de paradox of de onlogische uitspraken die meestal veroorzaakt worden door allerlei redenen, zoals weinig ervaring, siechte akoestiek, siechte spreker, weigering van techniek e.a. De tolk moet voortdurend aan de betekenis van het door hem gezegde denken. Indien iemand waarover de spreker het heeft al niet meer leeft, kan deze plotscling niet weer tot leven worden geroepen en dergelijke. Vergl. ook het hfst. 6.3.2, punt 6, punt 7, en punt. 154 9.21 Anticipatie Anticipatie of vooruitlopen bijv. op een zinsdeel of woordsoort of het voltooien van het idee is een vaardigheid die we in de moedertaal al vanaf onze eerste woorden leren. In de vreemde taal moet er voldoende aandacht aan deze problematiek worden besteed. Het hangt dan ook nauw samcn met de kennis van de grarnmatica van de vreemde taal. Door de grammaticale regels te kennen, kan de tolk vaak goed anticiperen. Het is te begrijpen dat daarin ook veel fouten worden gemaakt, in het bijzonder indien men weinig ervaring heeft en het te tolken thema niet voldoende kent. 9.22 Weinig beleefdheid De tolk moet onder alle omstandigheden beleefd blijven. Als hij met een siechte, onervaren of met een niet te bedwingen spreker wordt gcdwongen samen te werken, moet de tolk geduld uitoefenen en vooral beleefd handelen. Indien de spreker geen pauzes maakt om de tolk consecutief zijn werk te laten doen, moet de tolk beleefd weten het woord te nemen. Maar toch mag het niet eruitzien alsof de tolk de spreker in de rede viel. 9.23 Contaminatie 34J Een contaminatie onstaat door het samenvoeging van twee dementen. De tolk kent beide dementen vast wel en tijdens de tolkprestatie zou hij beide wel kunnen toepassen, maar dan apart. In plaats daarvan maakt hij daar een combinatie van die niet correct is. Het combmeren van twee dementen kan op het morfologische, syntactische, lexicale of semantische gebied plaatsvinden. Bijv.: (1) (la) (lb) (2) (2a) (2b) Hij bekritiseert haar elke dag. Hij kritiseert haar elke dag Hij beoordeelt haar elke dag negatief. Přijdu s krátkou. Přijdu s prázdnou. Přijdu zkrátka. F (Nederlands) C (Nederlands) C (Nederlands) F (Tsjechisch) C (Tsjechisch) C (Tsjechisch) 9.24 Complementen Onder complementen vindt men niet alleen begrippen die in de praktijk vaak in paren verschijncn; vaak gaat het ook om antoniemen. De tolk beschikt over een behoorlijke voorraad van dergelijke complementen - men hoort een woord en associéert ermee een ander om een woordpaar te krijgen. Toch kan het gebeuren dat de tolk niet het gezegde, maar het puur geassociéerde woord toepast en soms daardoor een fout maakt. Bijv.: (1) Heeft iemand pen en gom voor me? (Nederlands) Makarová (2004:118) spreekt in dit verband over de zgn. kruiscontaminatie. 155 (la) Nemá někdo tužku a papír? F (Tsjechisch) (lb) Nepůjčil by mi někdo tužku a gumu? C (Tsjechisch) Normaal gezien verbindt men een pen met papier. Ongelukkigerwijs wilde de spreker deze keer geen papier maar gom en de tolk liet zieh spijtig genoeg dooř het gehoorde pen afleiden en paste een siechte associatie toe. Wat de antoniemen betreft, komt men tijdens het leerproces vaak bij de Studenten de fout tegen dat ze de antoniemen dooř elkaar halen hoewel zij deze woorden in een gewone situatie bijv. tijdens een geprek met een moedertaalspreker correct zullen toepassen. Bijv.: (2) Toen ik de Belgische titel (Nederlands) verloor [.. .]w (2a) Když jsem vyhrála belgický titul... (2b) Když jsem přišla o belgický titul... F (Tsjechisch) C (Tsjechisch) Hetzelfde geldt bijv. bij woordparen dálen - stijgen, groot - klein, leven - dood e.a. 9.25 Alliteratie Soms kan er ook een fout ontstaan dooř alliteratie. Dit constateren we weer bij de Studenten die de bepaalde woordenschat nog niet voldoende onder de knie hebben. We vermelden hier een door de Tsjechische Studenten frequent gemaakte fout in het verwisselen van betekenissen van de werkwoorden "verteilen" en "vertalen". Bijv.: (1) Ik zal het sprookje vertalen. (Nederlands) (la) Budu vyprávět pohádku. F (Tsjechisch) (lb) Přeložím pohádku. C (Tsjechisch) 9.26 Assimilatie De Studenten of aspirant-tolken, in bijzondere gevallen zelfs ervaren tolken kunnen onder bepaalde omstandigheden ook fouten maken die door assimilatie worden veroorzaakt. Men hoort iets, denkt dat het iederdaad hetgenene is wat de spreker zei, maar achteraf blijkt het dat de tolk door assimilatie een andere informatie heeft doorgegeven dan gewenst. Bijv.: (1) [...] wat er gedaan moet d« zegtde spreker (Nederlands) worden (la) [...] water gedaan moet detoikdenkt wo rd e n djt gehoord te hebben (Nederlands) In: CNaVT 1995, Elementaire kennis, tekst een Leven met een bekende sportman. 156 9.27 Collocaties Collocaties hören in elke taal tot het gebied dat de tolk of taalkundige levenslang zal bezighouden. Het is tevens een van de moeilijkste zaken in het aanleren van een taal; het zijn juist de collocaties waaraan men merkt of iemand de taal beheerst of niet. Onder collocaties begrijpt men dus twee of mcer meestal met elkaar te verbinden woorden of zelfstandige lexemen. Dit is iets wat de tolk van buiten moet leren en waaraan hij altijd zijn tijd zorgvuldig moet besteden. Een hulpzaam middel buiten alles wat er al Staat vermeld in het hoofdstuk 7.2 kan de tolk zcer nuttige informatie bijv. in Woordkompas^45 vinden Bijv.: Tsjechische collocaties: (1) trnout strachy (2) vášnivá/ohnivá diskuze (3) mravenčí práce (4) pokusný králík (5) na titulní straně Nederlandse collocaties: (1) vette krantenkoppen (2) vers in het geheugen hebben (3) een ongeschreven wet (4) aardse vreugden (5) galgenhumor 9.28 Prosodie, intonatie en accent Bij dc Tsjechische Studenten moet men ook specifiek op de plaats van herkomst leiten want deze beínvloedt in sommige gevallen hun taalvaardigheid en meestal gaat het dan om een negatieve beinvloeding. Net zoals men in het Nederlandstalige gebied direct kan horcn of de spreker uit Vlaanderen, d.w.z. uit het zuiden komt of uit Nederland, d.i. uit het noorden, krijgcn we dergelijke verdeling ook in Tsjechiě. Men onderscheidt hier drie grondgebieden - Bohemen, Moraviě en Sileziě. De Tsjechen (de Bohemiérs, uit Bohemen) hanteren het standaard-Tsjechisch, maar hebben vaak de neiging tot het overgaan naar de niet beschaafd spreektaal. Maar het Tsjechische accent wordt aanvaard als een standaardmodel voor het hele land. De Moraviers daarentegen spreken vaak op het eerste gezicht beschaafder, maar hun taalgebruik is vaker regionaal gekleurd vooral op lexicaal, fonetisch en gedeeltelijk ook op morfologisch niveau. Hetzelfde geldt dan ook voor Sileziers. m Ree, Siel van der, Woordkompas. Nederlands als VT en T2. Katem I (A/D), Voorburg: SSALTO 2001. Ree, Siel van der, Woordkompas. Nederlands als VT en T2. Katem 2 (E/K), Voorburg: SSALTO 2006. Ree , Siel van der, Woordkompas. Nederlands als VT en T2. Katem 3 (L/P), Voorburg: SSALTO 2006. in angst zitten een feile discussie monnikenwerk proefkonijn op de voorpagina palcové titulky mit v živé paměti nepsaný zákon pozemské radosti šibeniční' humor 157 Bij sommige Studenten constateren wij een zeer monotone manier van spreken die benadrukt wordt door het feit dat ze geen duidelijk punt zetten aan het eind van de zin zodat het publiek het gevoel krijgt dat de hele mededeling uit een enkele, extra lange samengestelde zin bestaat, De tolk zou daardoor zijn publiek snel kunnen afschrikken en verliezen of in verwarring brengen. Soms gaat de eentonigheid gepaard met een sterk accent in de moederlaal dat de Student meestal ook naar de vreemde taal meeneemt. Indien het accent te zwaar is, kan het voor het uitoefenen van het tolkeberoep hinderlijk zijn. Gelukkigerwijs lcvcn wij in de internetera en dus kunnen onze Studenten dag cn nacht naar buitenlandse, d.w.z. ook naar Nederlandse en Vlaamse omroep luisteren waardoor bij hen de kans stijgt dat het Slavische accent in hun Nederlands de aftocht zal blazen. 9.29 Pauzen Indien dus een monotone vertolking bij Studenten voorkomt, kan deze opgelost worden door de juiste toevoeging van pauzes in de vertolking. De Studenten moeten leren omgaan met hun stem. Elke uitspraak bevat namelijk een belangrijke informatie die beklemtoond moet worden. Om het beste resultaat te bereiken, is het aan tc raden om voor het woord dat benadrukt moet worden een micropauze te maken en pas dan op het woord zelf nadruk te leggen. Bijv.: (1) Wij moeten zeker komen. (Nederlands) (la) [pauze] Wij moeten zeker komen. wie (lb) Wij [pauze] moeten zeker komen. plicht (lc) Wij moeten [pauze] zeker komen. bevestiging (ld) Wij moeten zeker [pauze] komen. wat Ook verandering van de spreektempo kan soms tot beter accentueren van ideeen leiden. Het is vaak zo dat men de passage waar wij de klemtoon op willen leggen. trager uitspreken, soms zelfs met een extra nadruk op de juiste articulatie. Een andere mogelijkheid van beklemtonen van het wezenlijke van een mededeling is de herhaling346 daarvan. Maar herhalen mag bij de tolk nooit de enige middel zijn waardoor hij nadruk legt op bepaalde zinsdelen want dan zou zijn prestatie te onnatuurlijk lijken. 9.30 Masculina versus neutra en vice versa Over het algemeen geldt het dat de Bohemers, d.w.z. de uit Bohemen afkomstige Tsjechen, zeer moeten letten op beschaafd gebruik van hun moedertaal. Een vaak gehoorde fout die door hen wordt gemaakt, zijn foutieve verbuigingsvormen bij zelfstandige en bijvoegelijke naamwoorden. Dit is tegenwoordig zodanig verspreid over heel Bohemen dat men slechts met zeer veel mocitc daartegen kan ingaan. Ook de officiele institutics cn media zoals radio, televisie, autoriteiten en dergelijke laten zieh daardoor vaak bemvloeden. Maar het hoort defmitief thuis tot de tolkvoorbereiding, want ook al weet iedere Student dat hij beschaafd Tsjechisch tijdens de tolkprestatie moet hanteren, toch worden Zie ook het hfst. 5.7. 158 daarin regelmatig fouten gemaakt. (1) Mijn buur heeft een mooie (Nederlands) nieuwe auto. (la) Soused má krásný nový auto. F (Tsjechisch) (lb) Soused má krásné nové auto. C (Tsjechisch) (2) Ik houd van zulke vrolijke menšen. (Nederlands) (2a) Takoví veselí lidi mám rád. F (Tsjechisch) (2b) Takové veselé lidi mám rád. C (Tsjechisch) Het foutieve gebruik van de uitgangen bestaat in verwisselen van het geslacht en het daarmee verbonden verwisselen van uitgangen. In het voorbeeld (1) is het woord auto onzijdig, maar in de spreektaal krijgt het daarmee verbonden bijvoegelijk naamwoord de uitgang gebruikt voor masculina. In Moraviě treffen wij het tegenovergestelde aan. In plaats van de juiste uitgang voor de masculina aan te wenden, zullen sommige Moraviěrs liever de uitgang voor de neutra gebruiken (voorbeeld 3). Beide voorbeelden uit beide kanten van het land worden eerder als störend aangevoeld en een tolk zou dczc moeten vermijden. Bijv.: (3) Onze opa is toch zo gelukkig! (Nederlands) (3a) Náš dědeček, ten je takové F (Tsjechisch) šťastné! (3b) Náš dědeček, ten je tak C (Tsjechisch) šťastný! 9.31 Hier en naar hier - richtingaanduiding Een vaak gcconstateerde fout die vooral bij de Studenten uit Moraviě voorkomt, is het verwisselen van het bijwoord "tady347" en het pronomen "sem348", eventueel "tam349". Tussen de genoemde woorden bestaat een duidelijk verschil, namelijk "tady" heeft iets te maken met een plaats, men bevindt zieh al op de plaats; daarentegen "sem" geeft aan dat men nog op weg is naar een bepaalde plaats. Men heeft in dit geval iets te maken met een beweging (eventueel richting). Vaak kan men bij de Studenten het volgende hořen: Bijv.: (4) Kom hier! (Nederlands) (4a) Přijď tady! F (Tsjechisch) (4b) Přijď sem! C (Tsjechisch) (4c) Pojď sem! C (Tsjechisch) j47 D.w.z. her. j48 D.w.z. naar her. 349 D.w.z. daar of naar daar. 159 9.32 Automatismen Een zeer belangrijk onderdeel in de opleiding en tevens een verschijnsel waarin de Studenten fouten maken, vormen de automatismen of de zgn. geprefabriceerde producten350 waaronder men uitdrukkingen, woordverbindingen of formules begrijpt die altijd in elke contcxt onvcranderlijk blijven en als zodanig zijn ze tijdens het proces van aanleren ervoor geschikt om in het geheugen van de tolk te worden opgcslagen. Indien dit lukt, beschikt de tolk over een gevarieerde woordenschat waarop hij ten allen tijde beroep kan doen en die - als het goed is - bij hem boven komt. Bij elke tolk zal het soort automatismen wel anders zijn, maar er bestaan bepaalde domeinen die waarschijnlijk bij de meesten wel zullen worden vertegenwoordigd: dagen van de week, maanden van het jaar, aansprekingsformules, beroepen en functies, kleuren, getallen e.a. Daarnaast hören tot de automatismen ook vaste formules die de communicatie tussen twee partijcn in kaart brengen. In de tabel331 hieronder volgen enkele voornaamstc voorbeelden: SlTUATIE vaste formules Tsjechisch Nederlands het geven van het woord Máte slovo. Je to na vás. Prosím. Jak sc na to díváte vy? u bent nu aan het woord. Het woord is aan u. U hebt het woord. Het is aan u. Ga je gang. Hoe ziet u het? openingsformules Rád bych vás přivítal na dnešní konferenci. Zahajuji tímto 15. kolo soutěže o Zlatý pohár. Tímto považuji tuto výstavu za zahájenou. Ik heet u van harte welkom op onze huidige conferentie. Hiermee verklaar ik de 15e rondě van de wedstrijd "De gouden beker" voor geopend. Hiermee houd ik deze tentoonstelling voor geopend. afsluitingsformules Tolik úvodem. Tímto ukončuji naše dnešní zasedání. To je hezká věta na závěr. Tot zo ver de inleiding. Hiermee verklaar ik onze huidige zitting voor gesloten. Dit is een mooie zin om mijn verhaal ermee tc bceindigen. reageren op iemands anders reactie in de loop van een discussie Bereme na vědomí/v potaz. Wij nemen er nota van. Wij nemen daar kennis van. Wij nemen dit in overweging/beraad. positieve en negatieve antwoorden Je to tak? Ano, to souhlasí. Ano i ne. Tak jako tak Ať tak či tak Is het zo? Ja, dat klopt. Aan de ene kant wel, aan de andere kant niet. In ieder geval, hoe dan ook Zo of zo, op deze manier of op die manier Tab. 23: Voorbeelden van enkele situatiegebonden automatismen 350 Zie Janovcová(1982). 351 In de tabel zijn slechts enkele voorbeelden ter illustratie aangehaald. Daarbij geven wij voor beide talen enkele voorbeelden waarbij deze in beide talen niet telkens hoeven overeen te komen. Vergl. ook met de bijlage m 5. 160 9.33 Redundantie Elke toekomstige tolk en zijn communicatieve vaardigheden worden door zijn geboortestreek en de woon- en verblijfplaats gedetermineerd. De spreektaal kent ontelbare Varianten en bevat onder meer vaak ook veel woordballast, d.w.z. woorden met redundante informatie wiens weglaten de semantische inhoud van de mededeling niet zal veranderen. Het zijn woorden die door de spreker vaak ongegrond worden gebmikt. Voor de spreker zelf worden ze soms tot een hulpmiddel waardoor hij zijn onzekerheid of verlegenheid probeert te overwinnen. Indien iemand een redundant woord te vaak aanhaalt, wordt dit door zijn omgeving zeer snel waargenomen en als een siechte gewoonte beoordeeld. De tolk moet zieh absoluut voor het ongegronde en te frequente gebruik van zulke woorden behoeden. Maar soms kunnen deze woorden de tolk ook helpen indien hij een te trage spreker tolkt en de tekst moet watteren zonder de inhoud van de mededeling te veranderen. Maar ook hier geldt dat de tolk de situatie goed moet beoordelen vooraleer hij naar de redundante woorden, d.i. de woordballast grijpt. Zoals gezegd voelen deze woorden bij het DT-publiek soms als een zekere onzekerheid van de spreker aan. Woordballast Tsjechisch jako, tedy, tak, takže, vlastně, takže, prostě Nederlands zo, zoals, dus Tab. 24: Voorbccldcn van woorden met redundante informatie In verband met de woordballast zijn we tijdens de Colleges tolken al vcrschillende keren op interferentie tussen Nederlands en Duits gestuit. De Studenten die beide genoemde talen beheersen, beginnen vaak hun tolkbeurt naar het voorbeeld van het Duits met het woord "so" (het Nederlandse "zo") en ook in de samengestelde zinnen waar in het Nederlands "dus" wordt geplaatst, zullen zij in de begmfase het Duitse "so" hanteren. Bijv.: (1) Prší, tak raději zůstanu doma. (Tsjechisch) (la) Het regent, zo ik blijf liever thuis. F (Nederlands) (lb) Het regent, dus ik blijf liever thuis. C (Nederlands) Wij zien dat het verkeerde gebruik van het Nederlandse "zo" ook fouten in de woordvolgorde tot gevolg heeft. 9.34 Een extra uitleg In de BT verschijnen er altijd bepaalde informatie die bij het DT-publiek een naderc uitleg vorderen want anders wordt de informatie niet goed begrepen en een succesvolle communicatie tussen de beide partijen komt niet tot stand. Dit is een verder aspect van tolken dat bij de Studenten voor Problemen kan zorgen. Ook al probeert men tijdens de Colleges verschillende nit de praktijk overgenomen situaties te simuleren, blijven wij ons in een onnatuurlijk omgeving bewegen. Daarom beseffen de Studenten soms niet eens dat bepaalde onderdelen van een gehoorde mededeling wel een 161 extra uitleg verlangen. Vaak gaat het over zulke aspecten uit de BC die in de DC in een andere vorm worden gepresenteerd. Makarovä (2004:125) - en wij sluiten ons daarbij aan - raadt aan om bijv. de onbekende afkortingen te Spellen of kort en bondig de voor het DT-publiek onbekende begrippen uit te leggen en het redundante weg te laten. Bijv.: (1) 02 (Tsjechisch) (la) een Tsjechische mobiele Operator een extra uitleg (2) Albatros (2a) een Tsjechische uitgeverij gespecialiseerd in kinder- en jeugdliteratuur (3) Flipke (3a) een familiaire benaming voor de Belgische kroonprins Filip (Tsjechisch) een extra uitleg (Nederlands) een extra uitleg 9.35 Toevoeging Om een soepel verloop van de communicatie te garanderen, moet de tolk ook het gevoel krijgen voor het ogenblik wanneer hij naar toevoeging grijpt. Het doet er niet toe of er consecutief of simultaan wordt getolkt, altijd moet men met décalage van de tolk ten opzichte van de spreker rekening houden. Dit wil zeggen dat de spreker af en toe slechts aanwijst (door zijn hoofd, hand of lineaal e.a.), maar als de tolk zijn beurt krijgt, scheiden enkele seconden tot zelfs enkele minuten hem van het gesprokene en moet hij soms iets toevoegen. Dit mag niet worden vergeten, vooral als de spreker tijdens zijn mededeling naar grafieken, tabellen en ander extra materiaal verwijst. De tolk zou dit materiaal altijd op voorhand ter beschikking moeten hebben.353 Als hij tolkt, verbaliseert hij de aanwijzingen van de spreker om ervoor te zorgen dat de informatie goed tot het DT-publiek zal doordringen. Bijv.: (1) 80% van alle deelnemers... (Nederlands) (la) jak je uvedeno v grafu na straně 50 (Tsjechisch) vpravo dole, 80% zúčastněných... Indien in het materiaal kleuren worden gebruikt, zal de tolk het in zijn prestatie ook beogen. Bijv: (2) 567.000 kg tegenover 643.000 kg... (Nederlands) (2a) 567.000 kg v modrém sloupci oproti (Tsjechisch) 643.00 kg ve sloupci zeleném 352 Vergl. ook Makarová (2004:125-126). 353 Zie het hfst. 7.1.6 en het hfst. 7.2. 162 Als er in het materiaal zowel Romeinse alsook Arabische cijfers voorkomen, is het aan de tolk om dit tijdens zijn beurt aan tc gcven om een mogelijke verwarring en vergissing te elimineren. 9.36 Het attribuut In het Tsjechisch wordt er een duidelijk verschil gemaakt tussen de zgn. přívlastek shodný (voorbeeld 1) en neshodný (voorbeeld 2). Omdat het Tsjechisch een taal is waar samenstellingen noch zomaar noch zo vaak kunnen ontstaan, worden deze door het attribuut vervangen waarbij dit voor of na het zelfstandig naamwoord wordt geplaatst. Bijv.: (1) veselá učitelka attribuut in de voorpositie (Tsjechisch) een vrolijke lerares (2) učitelka na mateřské attribuut in de PostPositie (Tsjechisch) een lerares op moederschapsverlof Bij de aspirant-tolkcn gebeurt het wel eens dat zij zieh in de vertolking uit de BT in het Tsjechisch per se van de attributen in de voorpositie bedienen hoewel het vaak grammaticaal gezien, tegen de regels van de DT is en zij de situatie anders zouden moeten oplossen. Het hechten aan het bovengenoemde soort attribuut leidt dan in veel gevallen tot onnatuurlijke vertolking en tot het ontstaan van calques354. Bijv.: (3) het vrouwenblad VIVA (Nederlands) (3a) ženský časopis VIVA F (Tsjechisch) (3b) časopis pro ženy VIVA C (Tsjechisch) (4) de vrouwenarts (Nederlands) (4a) lékař pro ženy F (Tsjechisch) (4b) ženský lékař C (Tsjechisch) (4c) gynekolog C (Tsjechisch) Aan de hand van voorbeelden (3) en (4) illustreren wij de vaak voorkomende problemen met het juiste gebruik van het attribuut. In beide gevallen hebben wij het te maken met een Nederlandse samenstelling die in het Tsjechisch niet als een samenstelling maar wel anders moct worden weergegeven. Het gebruik van het attribuut ligt in zo'n geval voor de hand. Maar terwijl men in de ene situatie het attribuut in de postpositie moet gebruiken (voorbeeld 3b), is het in de andere situatie van belang om het attribuut in de voorpositie te hanteren (voorbeeld 4b), anders creéert de tolk een onnatuurlijke vertolking die meestal wel wordt begrepen, maar die jammer genoeg niet van zijn al te grote eruditie getuigt. Dergelijke situaties kunnen ook worden opgelost door gebruik tc maken van een bijzin. Bijv.: (3c) časopis VIVA, který je určen ženám C (Tsjechisch) 354 Vergl. met het hfst. 9.12. In beide hoofdstukkcn halen wij een en hetzelfde voorbeeld aan waaraan wij in het hfst. 9.36 een ander toevoegen om de besproken problematiek zo illustratief mogelijk te maken. 163 (4d) lékař, který ošetřuje výhradně ženy C (Tsjechisch) (4e) lékař, který se specializuje na ženské C (Tsjechisch) pohlavní ústrojí Daarbij moet er worden opgemerkt dat een bijzin altijd een extra woordmateriaal voorstelt waardoor de vertolking wordt verlengd, wat soms niet acceptabel en van toepassing hoeft te zijn. De tolkbeslist en kiest een tolkstrategie altijd volgens de actuele situatie. 9.37 Regionaalgekleurde woorden en woordverbindingen We hebben het al eerder gehad over de accentafwijking van de standardvariante alsook over verschuivingen op het morfologische niveau. Beide zijn in de praktijk het gevolg van het taalgebruik in de regio waar de toekomstige tolk vandaan komt. Een regionaal getint taalgebruik wordt in de meeste gevallen als foutief gekwalifíceerd en de tolk moet dus uit het regiolect naar de standaardtaal kunnen ovcrschakelen en dit in het bijzonder als hij bezig is te tolken. Tijdens de tolkcolleges komen we regelmatig dergelijke fouten tegen. In bepaalde situaties beseffen de Studenten niet eens dat ze iets verkeerd hebben uitgedrukt. Ze letten soms zodanig op de inhoud van hun prestatie op dat ze de vorm - en daaronder ook de woordkeuze en taalgebruik -verzaken. Bij bepaalde wendingen zijn ze zelfs ervan overtuigd dat hun variante volkomen in orde is, ook al is het niet zo. Bijv.: (la) Tady mají tak pěkně nachlazenou F Tsjechisch zeleninu. Het bovenvermelde voorbeeld (la) is grammaticaal gezien zonder fouten, maar lexicaal en semantisch gezien kan men moeilijk over de groenten beweren dat die verkouden zijn wat wel in ons uit de praktijk overgenomen voorbeeld wordt gezegd hoewel de spreker eerder bedoelde dat er in een winkel goede diepvriesgroenten (voorbeeld lb) of goede verse groenten (voorbeeld lc) te koop waren. Bijv.: (lb) Tady mají kvalitní mraženou zeleninu. C Tsjechisch (lc) Tady mají kvalitní chlazenou zeleninu. C Tsjechisch Vandaar dat wij tijdens tolken wel een duidelijk verschil moeten maken tussen de standaardtaal die de tolk tot norm heeft, en zijn regionale Varianten die de tolk in zijn familie- of vriendenkring mag hanteren, maar nooit als hij zijn beroep uitoefent. Indien hij toch voor een regionaal gekleurd woord of uitdrukking kiest, moet hij zijn keuze kunnen verantwoorden indien nodig. Een ander vaak voorkomende fout is het gebruik van de werkwoorden "vyprávět" en "povídat" in combinatie met een voorvoegsel. Dit fout gebeult bij de aspirant-tolkcn indien zij bijv. een gesprek aan het tolken zijn. Meestal krijgt men bij een dialoog cerst een inleiding door de moderátor en/of een van de gesprekspartners waarin het onderwerp van het gesprek wordt voorgesteld. Bijv.: (2) Vandaag laten we Erik Vleeschouwers Nederlands aan het woord... 164 Bij de vertolking van een dergelijke inleidende zin hebben wij tijdens tolkcolleges moeten constateren dat hij door de Studenten op allerlei manieren wordt getolkt, maar ongelukkiglijk kozen ze in meer gevallen voor een of andere foutieve variant. (2a) Dnes nám Erik Vleeschouwer F Tsjechisch povypráví... (2b) Dnes nám Erik Vleeschouwer F Tsjechisch popovídá... (2c) Dnes nám Erik Vleeschouwer F Tsjechisch powkládá... Hoewel er in het Tsjechisch de in de voorbeelden 2a t.e.m. 2c gebruikte werkwoorden inderdaad bestaan, toch worden deze als spreektaalwoordenschat aangevoeld. Het gebeult tegenwoordig wel dat men deze werkwoorden ook tijdens officiěle of formele situaties hoort gebruiken, wat voor een deel ook te maken heeft met slordig omgaan met de moedertaal zoals wij het al in het hoofdstuk 9.18 hebben beschreven. De tolk luistert naar zijn omgeving, maar hanteert uitsluitend de standaardtaal. Een getrainde tolk zou dan ons voorbeeldzin op een andere manier tolken gezien het feit dat vermelde werkwoorden telkens één voorvoegsel te veel bevatten wat wel mogelijk is in de spreektaal, maar niet in de schrijftaal. (2d) Dnes si budeme povídat s Erikem C Tsjechisch Vleeschouwerem... (2e) Dnes nám Erik Vleeschouwer poví... C Tsjechisch (2í) Dnes nám Erik Vleeschouwer bude C Tsjechisch vyprávět... 9.38 Bepalingen van tijd Elke uitspraak wordt in een bepaald tijdskader ingclijst cn het is onder meer de taak van de tolk om de bepalingen van tijd nauwkeurig te vertolken. In de loop van het aanlerensproccdč merken wij dat de temporele bepalingen soms voor problemen kunnen zorgen. Niet uitzonderlijk gebeurt het dat de tolk het in plaats van jařen over weken of maanden heeft. Het is aan te raden om de bepalingen van tijd telkens goed te noteren. Dit gaat gepaard met het gebruik van tijden zowel in de BT als in de DT. Ieder tolk moet voor zieh zelf uitmaken op welke manier hij dit aspect in zijn notities zal weergeven om achteraf een kwaliteitsvertoIking te kunnen bieden. De bij läge nr 27355 kan daarbij misschien helpen. Zie p. 300. 165